Operation Manual

5
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
ADVIEZEN EN RICHTLIJNEN
Voor een veiliger gebruik, deze adviezen grondig doorlezen,
voordat u uw vriezer installeert en in gebruik neemt.
ATTENTIE!
Het is belangrijk dat u deze voorschriften bij de
vriezer bewaart. Indien de vriezer wordt verkocht of
door anderen gebruikt wordt, of bij verhuizing wordt
achtergelaten, dienen deze voorschriften de vriezer te
volgen, zodat de nieuwe eigenaar de vriezer op juiste
wijze kan gebruiken en de adviezen kan doorlezen.
Deze vriezer is uitsluitend bedoeld voor het invriezen
van levensmiddelen en het bewaren van
diepvriesprodukten.
Deze vriezer dient alleen door volwassenen bediend
te worden. Kinderen niet met de knoppen of de
vriezer laten spelen.
Wijzigingen aan de elektriciteitsvoorziening in
verband met het aansluiten van de vriezer, altijd door
een goedgekeurde electricien of andere daartoe
bevoegde personen laten uitvoeren.
In geen geval zelf trachten de vriezer te repareren.
Ondeskundig uitgevoerde reparaties kunnen
persoonlijk letsel of schade aan de vriezer tot gevolg
hebben.
Servicewerkzaamheden door een goedgekeurd
servicebedrijf laten uitvoeren en alleen originele
onderdelen gebruiken. Zie Garantiebepalingen en
Service.
Wijzigingen aan de technische instellingen of de
vriezer in zn geheel kan de veiligheid in gevaar
brengen.
Let op dat de vriezer niet bovenop de
stroomtoevoerkabel wordt geplaatst.
Ontdooide produkten niet opnieuw invriezen.
De adviezen voor het bewaren van diepvriesprodukten
grondig doornemen. Zie Nuttige tips.
Onderdelen van deze vriezer worden tijdens werking
verwarmd. Een goede ventilatie is dus noodzakelijk.
Onvoldoende ventilatie kan bedorven
diepvriesprodukten tot gevolg hebben. Zie
installatie.
In de vriezer zijn buizen aangebracht waardoor een
koelmiddel loopt. Wanneer deze buizen worden
doorgestoken kan de vriezer worden beschadigd
zonder te kunnen worden gerepareerd en de
diepvriesprodukten kunnen verloren gaan. Gebruik
geen scherpe voorwerpen om ijs en rijp te verwijderen.
Rijp kan worden verwijderd met bijgesloten schraper.
Het ijs aan de zijwanden van de vriezer niet afsteken,
maar door ontdooien verwijderen. Zie Onderhoud.
Geen dranken in de vriezer plaatsen. Flessen en blikjes
met koolzuurhoudende dranken kunnen exploderen,
waardoor de vriezer beschadigd kan worden.
Deze vriezer is zwaar. Let op bij het verplaatsen.
Deze vriezer is voorzien van een slot, zodat kinderen
deze niet kunnen openen. De sleutel altijd buiten het
bereik van kinderen en uit de buurt van de vriezer
bewaren.
Het slot onbruikbaar maken voordat u de oude
vriezer wegdoet. Dit om ongelukken te voorkomen,
kinderen kunnen erin opgesloten raken.
Ijslollies niet direkt uit de vriezer opeten, gevaar voor
bevriezing van de mond.
Zorg ervoor dat de stekker niet wordt platgedrukt of
beschadigd door de achterkant van het
koel/vriesapparaat.
-
Een beschadigde stekker kan oververhit raken en
brand veroorzaken.
Plaats geen zware voorwerpen of het
koel/vriesapparaat zelf op het aansluitsnoer.
-
Daardoor bestaat kans op kortsluiting en brand.
Trek de stekker niet uit het stopcontact door aan het
snoer te trekken, vooral niet als het
koel/vriesapparaat uit de nis wordt getrokken.
-
Schade aan het snoer kan kortsluiting, brand en/of
een elektrische schok veroorzaken.
-
Als het aansluitsnoer beschadigd is, moet het
worden vervangen door onze service-afdeling of
door een erkend installateur.
Als het stopcontact los zit, steek de stekker er dan
niet in.
-
Daardoor bestaat kans op een elektrische schok of
brand.
KOELMIDDELEN
Het apparaat bevat in het koelvloeistofcircuit de
koelvloeistof Isobutan (R600a), een natuurlijk,
zeer milieuvriendelijk gas, dat echter wel brandbaar is.
Bij het transport en het opstellen van het apparaat
erop letten dat geen onderdelen van het
koelvloeistofcircuit beschadigd worden.
Bij beschadiging van het kelvloeistofcircuit:
 open vuur en brandhaarden absoluut vermijden;
 het vertrek waar het apparaat staat goed ventileren.
INSTALLATIE
PLAATSING (1)
De vriezer horizontaal, rustend op alle vier plastic
voeten op een vlakke ondergrond plaatsen. Bij een
ongelijke vloer een houten blokje of dergelijke
gebruiken.
In een droge en goed geventileerde ruimte plaatsen.
De omgevingstemperatuur heeft invloed op het
energieverbruik van het toestel. Daarom:
-
Plaats het toestel niet in het zonlicht, naast een
radiator of vuurhaard.
-
Stel het toestel op een plaats waar de
omgevingstemperatuur aan de klimaatklasse
beantwoordt, waarvoor het toestel ontworpen is.
klimaatklasse omgevingstemperatuur
SN vanaf +10 t/m +32°C
N vanaf +16 t/m +32°C
ST vanaf +18 t/m +38°C
T vanaf +18 t/m +43°C
NL