Operation Manual

112
VEILIGHEID
LAMPJES
EN BERICHTEN
NOODGE -
VALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
STARTEN
EN RIJDEN
Als met de contactsleutel in stand MAR
het controlelampje
Y
samen met het
waarschuwingslampje
U
blijft branden, ra-
den wij u aan de sleutel in stand STOP te
draaien en vervolgens weer in stand
MAR; als het lampje nog steeds blijft bran-
den, probeer het dan met de andere
geleverde sleutels.
BELANGRIJK Als het lampje
Y
op het
instrumentenpaneel constant blijft bran-
den, wendt u dan onmiddellijk tot het
Fiat Servicenetwerk.
BELANGRIJK Laat de contactsleutel niet in
stand MAR staan als de motor is uitgezet.
DIESELMOTOR STARTEN
Ga als volgt te werk:
trek de handrem aan;
zet de versnellingspook in de vrijstand;
draai de contactsleutel in stand MAR:
op het instrumentenpaneel gaan de
controlelampjes
m
en
Y
branden;
wacht tot de lampjes
Y
en
m
ge-
doofd zijn. Hoe warmer de motor, hoe
sneller het lampje dooft;
trap het koppelingspedaal geheel in,
zonder het gaspedaal in te trappen;
draai de contactsleutel in stand AVV
direct nadat het lampje
m
gedoofd is.
Als u te lang wacht, zijn de voorgloei-
bougies weer afgekoeld. Laat de sleutel
los zodra de motor is aangeslagen.
MOTOR STARTEN
De auto is uitgerust met een elektronische
startblokkering: zie bij startproblemen de
paragraaf “Fiat CODE-systeem” in het
hoofdstuk “Dashboard en bediening”.
Direct na het starten van de motor, voor-
al als de auto langere tijd niet is gebruikt,
kan de motor iets meer geluid produce-
ren. Dit geluid, dat niet schadelijk is voor
de werking van de motor, wordt veroor-
zaakt door de hydraulische klepstoters:
het distributiesysteem van de auto dat
bijdraagt aan een vermindering van de
onderhoudswerkzaamheden.
Het verdient aanbeveling om
gedurende de eerste kilome-
ters niet de maximale presta-
ties van uw auto te eisen (bijv.
snel accelereren, langdurig rijden met
hoge toerentallen, krachtig remmen).
Laat de contactsleutel niet in
het contactslot zitten als de
motor stilstaat, zodat de accu
niet onnodig wordt ontladen.
Het is zeer gevaarlijk om
de motor in afgesloten ruim-
ten te laten draaien. De motor ver-
bruikt zuurstof en produceert kool-
dioxide, koolmonoxide en andere
giftige stoffen.
ATTENTIE!
Houd er rekening mee dat
de rem- en de stuurbekrach-
tiging niet werken, als de motor stil-
staat, waardoor meer kracht nodig is
voor de bediening van het rempedaal
en het stuur.
ATTENTIE!
BENZINEMOTOR STARTEN
Ga als volgt te werk:
trek de handrem aan;
zet de versnellingspook in de vrijstand;
trap het koppelingspedaal geheel in,
zonder het gaspedaal in te trappen;
draai de contactsleutel in stand AVV
en laat de sleutel los zodra de motor
is aangeslagen.
Als de motor bij de eerste poging niet aan-
slaat, moet u de sleutel terugdraaien in
stand STOP voordat u opnieuw start.
111-120 PUNTO POP 1ed NL 07/10/13 13.58 Pagina 112