Operation Manual
135
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN
BERICHTEN
NOOD-
GEVALLEN
ONDERHOUD
VAN DE AUTO
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENINGS-
KNOPPEN
VEILIGHEID
VEILIGHEIDSGORDELS
GEBRUIK VAN DE VEILIGHEIDSGORDELS
Ga goed rechtop zitten, steun tegen de rugleuning en leg dan de gordel
om.
Maak de gordels vast door de gesp (A) in de sluiting (B) te drukken,
totdat hij hoorbaar blokkeert. Als de veiligheidsgordel niet goed
geblokkeerd is, dan klinkt een akoestisch signaal en verschijnt een bericht
(indien aanwezig) (zie de paragraaf “Eerste waarschuwingscyclus” in dit
hoofdstuk).
Als de gordel tijdens het uittrekken blokkeert, laat dan de
veiligheidsgordel een stukje teruglopen en trek hem vervolgens weer
rustig uit.
Druk op de knop (C) om de gordel los te maken. Begeleid de gordel
tijdens het teruglopen om te voorkomen dat de gordelband draait.
Via de rolautomaat wordt de lengte van de gordel automatisch aangepast
aan het postuur van de drager, waarbij voldoende bewegingsruimte
overblijft.
Als de auto op een steile helling staat, kan de rolautomaat blokkeren; dit
is een normaal verschijnsel. De rolautomaat blokkeert ook als u de
gordel snel uittrekt, bij hard remmen, botsingen en bij hoge snelheden in
bochten.
F0I0155m
ATTENTIE
Druk niet op de knop (C) tijdens het rijden.