Operation Manual

Alle afstellingen mogen uit-
sluitend bij een stilstaande
auto worden uitgevoerd. Let er tijdens
het draaien van de stoel op dat de
stoel niet in aanraking komt met de
handrem.
37
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOOD-
GEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
Voordat de veiligheidgordels
worden losgemaakt en de
auto wordt verlaten, moet gecontro-
leerd worden of de armsteun aan por-
tierszijde geheel is opgeklapt.
ATTENTIE
Als het noodzakelijk is een
kind op de passagiersstoel
voor te vervoeren, moet de frontair-
bag aan passagierszijde worden uit-
geschakeld, de veiligheidsgordel aan
passagierszijde goed zijn omgelegd en
de armsteunen geheel zijn neerge-
klapt om onverwachte bewegingen
hiervan te voorkomen.
ATTENTIE
DRAAIBARE STOEL MET
GEÏNTEGREERDE GORDEL
(indien aanwezig)
Deze is voorzien van een driepunts-vei-
ligheidsgordel fig. 28 en twee verstelbare
armsteunen (zie voor de verstelling de pa-
ragraaf “Stoelen met verstelbare arm-
steunen”).
ATTENTIE
fig. 28
F0N0173m
fig. 27
F0N0187m
STOEL MET DRAAIVOET
Bedien voor het draaien van de stoel be-
dieningsorgaan A-fig. 27.