Operation Manual

129
NOOD-
GEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
STORING
AIRBAGSYSTEEM
(rood)
Als u de contactsleutel in stand
MAR draait, gaat het lampje branden.
Na enkele seconden moet het lampje
doven.
Het lampje gaat constant branden bij een
storing in het airbagsysteem.
Op enkele uitvoeringen verschijnt het
betreffende bericht op het display.
¬
Als u de contactsleutel in
stand MAR draait en het
lampje
¬
gaat niet branden of blijft
branden tijdens het rijden, dan is er mo-
gelijk een storing in de veiligheidssys-
temen; in dat geval kunnen de airbags
of gordelspanners niet geactiveerd wor-
den bij een ongeval of, in een zeer be-
perkt aantal gevallen, niet op de juis-
te wijze geactiveerd worden. Voordat
u verder rijdt, dient u contact op te ne-
men met de Fiat-dealer om het systeem
direct te laten controleren.
ATTENTIE
Een defect lampje
¬
(lamp-
je gedoofd) wordt aangege-
ven doordat het lampje
F
voor de
uitgeschakelde frontairbag aan pas-
sagierszijde F langer dan de normale
4 seconden knippert.
ATTENTIE
TE HOGE KOELVLOEI-
STOFTEMPERATUUR
(rood)
Als u de contactsleutel in stand
MAR draait, gaat het lampje branden.
Na enkele seconden moet het lampje
doven.
Het lampje gaat branden als de motor te
warm is.
Als het lampje gaat branden, moeten de
volgende maatregelen worden genomen:
bij normale rij-omstandigheden:
stop de auto, zet de motor uit en
controleer of het niveau van de koel-
vloeistof in het reservoir niet onder
het MIN-merkteken staat. Als dit wel
het geval is, wacht dan enkele minu-
ten zodat de motor kan afkoelen,
open vervolgens langzaam en voor-
zichtig de dop, vul koelvloeistof bij
en controleer of de koelvloeistof
tussen het MIN- en MAX-merkteken
op het reservoir staat. Controleer
ook of er geen vloeistof weglekt. Als
bij het starten van de motor het
lampje opnieuw gaat branden, wendt
u dan tot de Fiat-dealer;
ç