Operation Manual

57
ONDERHOUD en REINIGING
1.Trek de stekker uit de wandcontactdoos, en zorg dat voor reiniging het
apparaat is afgekoeld.
2.De oven is erg heet als deze aanstaat of kort nadat deze is uitgezet.
Voorkom dat u de hete onderdelen aanraakt.
3.Maak de binnenkant van de oven, de klep, handvat, laden of andere
delen van de oven nooit schoon met scherp gereedschap zoals
4.Harde borstels, schuursponsjes of messen. Gebruik geen schuurmid-
del, middelen die krassen veroorzaken of wasmiddelen.
5.Reinig de binnendelen van de oven met een natte doek met evt. Mild
schoonmaakniddel, maak daarna de oven droog met een zachte doek.
6.Reinig het ovenglas met een schoonmaakmiddel speciaal voor glas.
7.De oven niet reinigen met een stoomreiniger.
8.Was de verhittingselementen na enige tijd met water en een mild
schoonmaakmiddel en reinig de gaspitten met een borsteltje.
9.Verwijder voordat u het bovendeksel van de oven opent eerst eventueel
geknoeide vloeistof van het deksel. Controleer voordat u het deksel naar
beneden doet of het gasfornuis genoeg is afgekoeld.
10.Gebruik nooit brandbare middelen zoals zuren, thinner of gasben-
zine om de oven mee schoon te maken.
11.U mag geen onderdelen van de oven met de vaatwasser schoonmaken.
REINIGEN EN ONDERHOUD VAN HET DEURGLAS AAN DE VOORKANT VAN DE
OVEN
Verwijder het proel door op de plastic grendels aan de linker en rechter
kant te drukken zoals getoond in Figuur 1 en trek het proel naar u toe
zoals getoond in Figuur 2. Verwijder dan het binnenste glas zoals getoond
in Figuur 3. Indien nodig kan het middelste glas op dezelfde manier
worden verwijderd. Als u klaar bent met het reinigen en het onderhoud,
zet de glazen en het proel dan weer vast in de omgekeerde volgorde.
Zorg ervoor dat het proel correct op zijn plaats zit.
Figuur 1 Figuur 2 Figuur 3
1
2
NL