Operation Manual

Scannen naar een geheugenapparaat. . . . . . . . . 68
Scannen naar een map.................... 69
Scannen naar een e-mail.................. 69
Scannen naar een computer................ 70
Scannen.............................. 71
Scannen vanaf uw computer................. 71
Scannen in de Office Mode (Kantoormodus)
.................................... 71
Scannen in de Professional Mode
(Professionele modus).................... 73
Mogelijkheden voor het aanpassen van
afbeeldingen........................... 75
Het scangebied weergeven en aanpassen....... 78
Software-informatie....................... 80
Epson Scan Driver starten................. 80
Andere software voor scannen starten........ 80
Faxen
Verbinden met een telefoonlijn............... 82
Compatibele telefoonlijnen en -kabels........ 82
Het apparaat aansluiten op de telefoonlijn. . . . . 82
Een telefoon aansluiten................... 83
Faxinstellingen........................... 85
Basisinstellingen........................ 85
Geavanceerde instellingen................. 88
Faxen verzenden.......................... 90
Basisbewerkingen....................... 90
Overige opties.......................... 92
Faxen ontvangen.......................... 96
De ontvangstmodus instellen............... 96
Ontvangen faxen uitvoeren................ 97
Ontvangen faxen weergeven op het lcd-
scherm............................... 99
Een fax ontvangen via polling............. 100
Een fax handmatig ontvangen............. 100
Ontvangen faxen op een computer opslaan.... 101
Status en geschiedenis van faxtaken controleren
..................................... 101
Het statusmenu gebruiken................ 101
Een faxrapport afdrukken................ 102
Menulijst faxmodus....................... 103
Instellingen voor de contactlijst
configureren
Een contact maken....................... 104
Een groep maken........................ 105
Menulijst van het configuratiescherm
De modus Kopiëren...................... 107
De modus Geheug. app..................... 108
De modus Fax........................... 109
De modus Scannen....................... 110
De modus Instellen....................... 112
Instellingen voor Systeembeheer........... 113
Contacten.............................. 120
Presets................................ 120
Statusmenu............................. 120
Informatie over cartridges en
verbruiksartikelen
Cartridges.............................. 121
Onderhoudscassette ...................... 122
Cartridges vervangen
Veiligheidsvoorschriften, voorzorgsmaatregelen
en specificaties voor cartridges............... 123
Veiligheidsvoorschriften................. 123
Voorzorgsmaatregelen voor het vervangen
van cartridges......................... 124
Specificaties van de cartridge.............. 125
De cartridgestatus controleren............... 126
Voor Windows........................ 126
Voor Mac OS X........................ 127
Het configuratiescherm gebruiken.......... 128
Tijdelijk afdrukken met zwarte inkt wanneer de
kleurencartridges opgebruikt zijn............. 129
Voor Windows........................ 129
Voor Mac OS X........................ 131
Zwarte inkt besparen als de cartridge bijna leeg is
(alleen Windows)........................ 132
Een cartridge vervangen................... 133
Uw printer en software onderhouden
De spuitkanaaltjes in de printkop controleren. . . . 138
Het hulpprogramma Nozzle Check
(Spuitkanaaltjes controleren) gebruiken in
Windows............................ 138
Het hulpprogramma Nozzle Check
(Spuitkanaaltjes controleren) gebruiken in
Mac OS X............................ 138
Het configuratiescherm gebruiken.......... 139
De printkop reinigen...................... 140
Gebruikershandleiding
Inhoudsopgave
5