Operation Manual

Menu Instellingen en beschrijving
Basisinstellingen Faxsnelheid Geeft de snelheid aan waarmee u faxen verzendt en
ontvangt.
ECM Geeft aan of de foutcorrectiemodus faxgegevens die
met fouten zijn verzonden/ontvangen vanwege de lijn
of andere problemen, automatisch corrigeert. Wanneer
ECM uitgeschakeld is, kunnen er geen faxen in kleur
worden verzonden/ontvangen.
Kiestoonde-
tectie
Als dit is ingesteld als Aan, begint het apparaat te kiezen
nadat het een belsignaal detecteert. Het is mogelijk dat
er geen belsignaal wordt gedetecteerd wanneer een
PBX (Private Branch Exchange) of TA (Terminal Adapter)
is verbonden. In dit geval wijzigt u eerst de instelling van
Lijntype naar PBX. Als dit niet werkt, zet u de optie Uit.
Als u dit doet, is het echter mogelijk dat het eerste cijfer
van een faxnummer wordt verwijderd en dat de fax naar
het verkeerde nummer wordt verzonden.
Kiesmodus Geeft het soort telefoonsysteem weer dat u hebt ver-
bonden met het apparaat. Afhankelijk van het land is
het mogelijk dat deze instelling niet wordt weergege-
ven. Wanneer deze optie is ingesteld op Puls, kunt u de
kiesmodus tijdelijk overschakelen van puls naar toon
door op
te drukken ('T' wordt ingevoerd) terwijl u een
nummer op het bovenste faxvenster invoert.
Lijntype
& “Het lijntype instellen” op pagina 87
Koptekst Zie stap 5 en 6 van de volgende sectie.
& “De wizard Faxinstelling gebruiken” op pagina 85
Gebruikershandleiding
Menulijst van het configuratiescherm
118