® Kleureninkjetprinter Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar worden gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of op enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van Seiko Epson Corporation. De hierin beschreven informatie is alleen bedoeld voor gebruik bij deze Epson-printer.
Inhoudsopgave Printeronderdelen en functies van het bedieningspaneel Printeronderdelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Bedieningspaneel. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Knoppen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Lampjes . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Instellingen van de printerdriver voor Mac OS 9 . . . . . . . . . .45 Tekst afdrukken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .46 Losse vellen gebruiken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .46 Instellingen van de printerdriver voor Windows . . . . . . . . . .47 Instellingen van de printerdriver voor Mac OS X . . . . . . . . . .48 Instellingen van de printerdriver voor Mac OS 9 . . . . . . . . . .50 Webpagina’s afdrukken . . . . . . . . .
Instellingen van de printerdriver voor Windows . . . . . . . . Instellingen van de printerdriver voor Mac OS X . . . . . . . . Instellingen van de printerdriver voor Mac OS 9. . . . . . . . . Posters afdrukken. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Instellingen van de printerdriver voor Windows . . . . . . . . Instellingen van de printerdriver voor Mac OS 9. . . . . . . . . Een poster maken van uw afdrukken . . . . . . . . . . . . . . . . . . Watermerken afdrukken . .
Hoofdstuk 4 Software gebruiken Software . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .206 EPSON Creativity Suite: een overzicht . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .208 EPSON File Manager . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .209 EPSON File Manager starten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .210 Gemakkelijk foto's afdrukken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Hoofdstuk 6 Afdrukkwaliteit verbeteren Printerstatus controleren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Voor Windows . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Voor Mac OS X. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Voor Mac OS 9 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . De spuitkanaaltjes van de printkop controleren . . . . . . . . . . . . . .
Het afdrukken verloopt te langzaam. . . . . . . . . . . . . . . . . . . .295 Het papier wordt niet goed ingevoerd. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .295 Het papier wordt niet ingevoerd . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .295 Er worden meerdere pagina's tegelijk ingevoerd . . . . . . . . .296 Vastgelopen papier. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .297 Papier niet goed geladen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Voor Mac OS X. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Voor Mac OS 9 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . De afdruksnelheid verhogen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Algemene tips . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Het dialoogvenster Snelheid & Voortgang gebruiken (alleen Windows) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Instellingen van de printerdriver . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .384 De printersoftware voor Windows openen . . . . . . . . . . . . . .384 De printersoftware voor Mac OS X openen . . . . . . . . . . . . . .386 De printersoftware voor Mac OS 9 openen . . . . . . . . . . . . . .386 Afdrukmateriaal (instellingen). . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .387 Eigen papierformaten definiëren voor Windows . . . . . . . . .391 Eigen papierformaten definiëren voor Mac OS X . . . . . . .
Printeronderdelen en functies van het bedieningspaneel Printeronderdelen verlengstuk papiersteun printerkap (bovenzijde) papiersteun printerkap (voorzijde) verlengstuk van uitvoerlade zijgeleiders uitvoerlade steun (rolpapier) zijgeleider (achterzijde) handmatige papiertoevoer (achterzijde) USB-aansluiting rolpapierknop rolpapierhouder 10 IEEE1394-aansluiting Printeronderdelen en functies van het bedieningspaneel
cartridgekap inktlampje zijgeleider (voorzijde) printkop handmatige papiertoevoer (voorzijde) bedieningspaneel Printeronderdelen en functies van het bedieningspaneel 11
Bedieningspaneel Knoppen Knop Functie P Hiermee zet u de printer aan en uit. aan/uit ) Hiermee wordt papier geladen of uitgevoerd. papier Hiermee wordt het afdrukken hervat als u op de knop drukt na het bijvullen van papier of nadat twee vellen tegelijk zijn ingevoerd. Hiermee wordt een afdruktaak tijdens het afdrukken onderbroken. H inkt Hiermee wordt de printkop verplaatst naar de positie voor het vervangen van cartridges.
Lampjes Lampje Omschrijving P Brandt wanneer de printer aanstaat. aan/uit Knippert tijdens het ontvangen van gegevens, het afdrukken, het vervangen van cartridges, het laden van inkt of het reinigen van de printkop. m Brandt wanneer het papier op is. papier op Knippert wanneer het papier is vastgelopen of wanneer de uitvoerlade zich in de verkeerde positie bevindt. Knippert wanneer het papier niet helemaal recht in de handmatige papiertoevoer aan de achterzijde wordt geschoven.
Veiligheidsvoorschriften Belangrijke veiligheidsvoorschriften Lees alle instructies in dit gedeelte goed door voordat u de printer in gebruik neemt. Neem ook alle waarschuwingen en voorschriften die op de printer zelf staan in acht. De printer installeren Houd bij de installatie van de printer rekening met het volgende: ❏ De openingen in de printerbehuizing mogen niet worden geblokkeerd of afgedekt. ❏ Gebruik alleen de netspanning die staat vermeld op het etiket op de printer.
❏ Gebruik geen stopcontacten die met een wandschakelaar of een automatische timer kunnen worden in- en uitgeschakeld. ❏ Plaats het hele computersysteem uit de buurt van apparaten die elektromagnetische storingen kunnen veroorzaken, zoals luidsprekers of basisstations van draagbare telefoons. ❏ Gebruik geen beschadigd of gerafeld netsnoer.
Een plaats kiezen voor de printer Houd bij het kiezen van een plaats voor de printer rekening met het volgende: ❏ Plaats de printer op een vlakke, stabiele ondergrond die groter is dan de printer zelf. Laat als u de printer bij een muur plaatst meer dan 40 cm vrij tussen de achterkant van de printer en de muur. De printer werkt niet goed als hij scheef staat. ❏ Zorg er bij opslag of transport van de printer voor dat deze niet gekanteld, verticaal of ondersteboven wordt gehouden.
❏ Steek uw hand niet in de printer en raak de cartridges niet aan tijdens het afdrukken. ❏ Verplaats de printkop niet met de hand. Hierdoor kan de printer worden beschadigd. ❏ Zet de printer altijd uit met de aan-uitknop P. Wanneer u op deze knop drukt, knippert het aan-uitlampje P. Verwijder de stekker niet uit het stopcontact en sluit de stroom naar het stopcontact niet af zolang het aan-uitlampje P knippert.
❏ Wees voorzichtig met gebruikte cartridges. Er kan inkt rond de inkttoevoer kleven. Als u inkt op uw huid krijgt, wast u de plek grondig met water en zeep. Als u inkt in uw ogen krijgt, moet u uw ogen onmiddellijk uitspoelen met water. Raadpleeg onmiddellijk een arts als u ondanks grondig spoelen problemen krijgt met uw ogen of nog steeds ongemak ondervindt. ❏ De beschermstrook op de cartridge mag niet worden verwijderd of gescheurd, omdat de cartridge anders gaat lekken.
❏ De chip op deze cartridge bevat gegevens over de cartridge, zoals de hoeveelheid inkt die de cartridge nog bevat. Hierdoor kunt u de cartridge probleemloos verwijderen en opnieuw installeren. Telkens wanneer u een cartridge installeert wordt er echter wel een kleine hoeveelheid inkt verbruikt omdat de printer automatisch een controle van de spuitkanaaltjes uitvoert. ❏ Als u een cartridge verwijdert voor later gebruik, dient u de inkttoevoer te beschermen tegen vuil en stof.
ENERGY STAR® Als ENERGY STAR®-partner heeft Epson bepaald dat dit product voldoet aan de richtlijnen voor efficiënt energiegebruik conform de ENERGY STAR®-normen.
Hoofdstuk 1 1 Hoe afdrukken 1 Inleiding In dit gedeelte wordt uitgelegd welke afdrukprocedures er zijn. 1 1 “Foto’s afdrukken” op pagina 24 Hier wordt uitgelegd hoe u foto’s in kleur en zwart-wit kunt afdrukken op losse vellen papier van diverse soorten en maten.
“Afdrukken op rolpapier” op pagina 31 Hier wordt uitgelegd hoe u de belangrijkste functie voor rolpapier kunt gebruiken (het afdrukken van zogeheten banieren). Hiermee kunt u panoramafoto's of lange documenten afdrukken op papier van een rol. “Afdrukken op dikker papier” op pagina 40 Hier wordt uitgelegd hoe u documenten en afbeeldingen afdrukt op dikker papier.
“Tekst afdrukken” op pagina 46 Hier wordt uitgelegd hoe u documenten en afbeeldingen kunt afdrukken op losse vellen papier van diverse soorten en maten. 1 1 1 1 1 1 “Webpagina’s afdrukken” op pagina 52 Hier wordt uitgelegd hoe u webpagina's kunt afdrukken op losse vellen papier van diverse soorten en maten.
Foto’s afdrukken Losse vellen gebruiken Raadpleeg het hierna genoemde gedeelte voor meer informatie over het laden van losse vellen papier. “Losse vellen papier laden” op pagina 363 Sommige soorten speciaal afdrukmateriaal, zoals Velvet Fine Art Paper, Watercolor Paper - Radiant White en UltraSmooth Fine Art Paper, moeten aan de achterzijde van de printer worden ingevoerd via de speciale handinvoer.
Met software als EPSON Easy Photo Print of EPSON Darkroom Print (bijgeleverd op cd-rom) kunt u het gemakkelijkst afdrukken op deze printer. Raadpleeg het hierna genoemde gedeelte voor meer informatie. 1 1 “EPSON Creativity Suite” op pagina 208 Instellingen van de printerdriver voor Windows 1 Opmerking: Als u zwart-witfoto's van hoge kwaliteit wilt afdrukken, gebruikt u Zwart-witfoto geavanceerd. Raadpleeg het hierna genoemde gedeelte voor meer informatie.
6. Geef de gewenste instelling op bij Formaat. U kunt ook een aangepast papierformaat definiëren. Raadpleeg het hierna genoemde gedeelte voor meer informatie. “Eigen papierformaten definiëren voor Windows” op pagina 391 7. Selecteer Staand (verticaal) of Liggend (horizontaal) om de afdrukrichting te wijzigen. 8. Klik op OK om het dialoogvenster te sluiten. 9. Druk uw gegevens af.
Instellingen van de printerdriver voor Mac OS X 1. Open het bestand dat u wilt afdrukken. 1 1 2. Open het dialoogvenster voor de pagina-instelling. “De printersoftware voor Mac OS X openen” op pagina 386 3. Selecteer Stylus Photo R2400 bij Stel in voor. 1 4. Geef de gewenste instellingen op bij Papierformaat en Richting. 1 5. Klik op OK om het dialoogvenster te sluiten. 1 1 1 1 6. Open het afdrukvenster. “De printersoftware voor Mac OS X openen” op pagina 386 7.
Opmerking: De instellingen voor Aantal en pagina’s zijn de standaardinstellingen van Mac OS X. Raadpleeg de documentatie bij uw besturingssysteem voor meer informatie. 8. Selecteer Printerinstellingen in het venstermenu. 9. Geef de gewenste instelling op bij Afdrukmateriaal, Kleur en Modus. & Zie “Printerinstellingen” op pagina 169 “Afdrukmateriaal (instellingen)” op pagina 387 Opmerking: Als u zwart-witfoto's van hoge kwaliteit wilt afdrukken, gebruikt u Zwart-witfoto geavanceerd.
10. Klik op Print om te beginnen met afdrukken. 1 1 1 1 1 1 Instellingen van de printerdriver voor Mac OS 9 1. Open het bestand dat u wilt afdrukken. 1 2. Open het dialoogvenster voor de pagina-instelling. “De printersoftware voor Mac OS 9 openen” op pagina 386 3. Geef de gewenste instelling op bij Papierformaat. U kunt ook een aangepast papierformaat definiëren. Raadpleeg het hierna genoemde gedeelte voor meer informatie. “Eigen papierformaten definiëren voor Mac OS 9” op pagina 395 4.
5. Selecteer Staand (verticaal) of Liggend (horizontaal) om de afdrukrichting te wijzigen. 6. Klik op OK om de instellingen op te slaan en het dialoogvenster te sluiten. 7. Open het afdrukvenster. “De printersoftware voor Mac OS 9 openen” op pagina 386 8. Geef de gewenste instelling op bij Afdrukmateriaal. “Afdrukmateriaal (instellingen)” op pagina 387 Opmerking: Als u zwart-witfoto's van hoge kwaliteit wilt afdrukken, gebruikt u Zwart-witfoto geavanceerd.
9. Klik op Afdrukken om te beginnen met afdrukken. 1 1 1 1 Afdrukken op rolpapier Met rolpapier kunt u lange, smalle afdrukken maken van hoge kwaliteit. Zo kunt u panoramafoto's afdrukken, maar bijvoorbeeld ook één lang document in plaats van allemaal afzonderlijke pagina's. 1 1 1 1 1 Rolpapier gebruiken 1 Raadpleeg het hierna genoemde gedeelte voor meer informatie over het laden van rolpapier.
Instellingen van de printerdriver voor Windows Opmerking: ❏ In de printerdriver kunt u de marges voor de papierrol wijzigen. Raadpleeg het hierna genoemde gedeelte voor afdrukken zonder enige marge of witruimte aan beide zijden van de afdruk. & Zie “Afdrukken zonder marges (randloos)” op pagina 70 ❏ In dit gedeelte vindt u de procedure voor het afdrukken op rolpapier mét marge aan beide zijden van uw afdruk. 1. Open het bestand dat u wilt afdrukken. 2. Open de printerdriver.
7. Selecteer het gewenste afdrukmateriaal. 1 “Afdrukmateriaal (instellingen)” op pagina 387 8. Geef de gewenste instelling op bij Formaat. 9. Selecteer Staand (verticaal) of Liggend (horizontaal) om de afdrukrichting te wijzigen.
Opmerking: Selecteer niet Papiertoevoer als Papierbron wanneer er een rol papier in de handmatige papiertoevoer aan de achterzijde is geplaatst. Daardoor zou er na elk document onnodig veel papier in de printer worden gevoerd. Als u al bent begonnen met afdrukken, annuleer de afdruktaak dan via de printersoftware. & Zie “Afdrukken annuleren” op pagina 311 10. Klik op OK om het venster te sluiten. 11. Druk uw gegevens af. 12. Snijd het rolpapier af.
3. Selecteer Stylus Photo R2400 bij Stel in voor. 4. Geef de gewenste instelling op bij Papierformaat, afhankelijk van de manier waarop u wilt afdrukken op de rol. 1 1 5. Geef de gewenste instelling op bij Richting. 6. Klik op OK om het dialoogvenster te sluiten. 1 1 1 1 7. Open het afdrukvenster. “De printersoftware voor Mac OS X openen” op pagina 386 8. Selecteer Stylus Photo R2400 bij Printer en geef de gewenste instellingen op bij Aantal en pagina's.
Opmerking: De instellingen voor Aantal en pagina’s zijn de standaardinstellingen van Mac OS X. Raadpleeg de documentatie bij uw besturingssysteem voor meer informatie. 9. Selecteer Printerinstellingen in het venstermenu. 10. Geef de gewenste instelling op bij Afdrukmateriaal, Kleur en Modus.
11. Selecteer Rolpapieroptie in het venstermenu. 1 12. Selecteer de gewenste instelling bij Rolpapieroptie. 13. Klik op Print om te beginnen met afdrukken. 1 1 1 1 Opmerking: Dit dialoogvenster verschijnt wanneer A4 (rolpapier) is geselecteerd als papierformaat. 1 1 14. Snijd het rolpapier af. 1 “Rolpapier afsnijden” op pagina 382 Opmerking: Wacht tot de printer stopt met het afdrukken en invoeren van papier. Snijd het papier af aan de achterzijde van de printer en zet de printer vervolgens uit.
❏ In dit gedeelte vindt u de procedure voor het afdrukken op rolpapier mét marge aan beide zijden van uw afdruk. 1. Open het bestand dat u wilt afdrukken. 2. Open het dialoogvenster voor de pagina-instelling. “De printersoftware voor Mac OS 9 openen” op pagina 386 3. Geef de gewenste instelling op bij Papierformaat. 4. Selecteer Rolpapier bij Papierbron. 5. Selecteer Staand (verticaal) of Liggend (horizontaal) om de afdrukrichting te wijzigen. 6. Selecteer de gewenste opties bij Rolpapieroptie.
Opmerking: Selecteer niet Automatische papiertoevoer als Papierbron wanneer er een rol papier in de handmatige papiertoevoer aan de achterzijde is geplaatst. Daardoor zou er na elk document onnodig veel papier in de printer worden gevoerd. Als u al bent begonnen met afdrukken, annuleer de afdruktaak dan via de printersoftware. & Zie “Afdrukken annuleren” op pagina 311 1 1 1 1 1 1 8. Open het afdrukvenster. “De printersoftware voor Mac OS 9 openen” op pagina 386 1 1 9.
10. Klik op Afdrukken om te beginnen met afdrukken. 11. Snijd het rolpapier af. “Rolpapier afsnijden” op pagina 382 Opmerking: Wacht tot de printer stopt met het afdrukken en invoeren van papier. Snijd het papier af aan de achterzijde van de printer en zet de printer vervolgens uit. Het resterende papier wordt uit de printer gevoerd. Afdrukken op dikker papier U kunt afbeeldingen en documenten van hoge kwaliteit afdrukken op dikker papier.
Instellingen van de printerdriver voor Windows 1. Open het bestand dat u wilt afdrukken. 1 1 2. Open de printerdriver. “De printersoftware voor Windows openen” op pagina 384 3. Klik op het tabblad Hoofdgroep en geef de gewenste instelling op bij Kwaliteitoptie. Raadpleeg het hierna genoemde gedeelte voor meer informatie over de instellingen voor Kwaliteitoptie. & Zie “Kwaliteitoptie” op pagina 132 1 1 1 4. Selecteer Handmatig - Voor bij Bron.
7. Selecteer Staand (verticaal) of Liggend (horizontaal) om de afdrukrichting te wijzigen. 8. Klik op OK om het venster te sluiten. 9. Druk uw gegevens af. Instellingen van de printerdriver voor Mac OS X 1. Open het bestand dat u wilt afdrukken. 2. Open het dialoogvenster voor de pagina-instelling. “De printersoftware voor Mac OS X openen” op pagina 386 3. Selecteer Stylus Photo R2400 bij Stel in voor.
4. Geef de gewenste instelling op bij Papierformaat en zorg ervoor dat het geselecteerde formaat wordt gevolgd door Handmatig - Voor, bijvoorbeeld A4 (Handmatig - Voor). 1 Opmerking: Randloos afdrukken is niet mogelijk wanneer Handmatig - Voor is geselecteerd. 1 1 5. Geef de gewenste instelling op bij Richting. 6. Klik op OK om het dialoogvenster te sluiten. 1 1 1 1 7. Open het afdrukvenster. “De printersoftware voor Mac OS X openen” op pagina 386 8.
Opmerking: De instellingen voor Aantal en pagina’s zijn de standaardinstellingen van Mac OS X. Raadpleeg de documentatie bij uw besturingssysteem voor meer informatie. 9. Selecteer Printerinstellingen in het venstermenu. 10. Geef de gewenste instelling op bij Afdrukmateriaal, Kleur en Modus. & Zie “Printerinstellingen” op pagina 169 “Afdrukmateriaal (instellingen)” op pagina 387 11. Klik op Print om te beginnen met afdrukken.
Instellingen van de printerdriver voor Mac OS 9 1. Open het bestand dat u wilt afdrukken. 1 1 2. Open het dialoogvenster voor de pagina-instelling. “De printersoftware voor Mac OS 9 openen” op pagina 386 1 3. Geef de gewenste instelling op bij Papierformaat. 4. Selecteer Handmatig - Voor bij Papierbron. Opmerking: Randloos afdrukken is niet mogelijk wanneer Handmatig - Voor is geselecteerd. 5. Selecteer Staand (verticaal) of Liggend (horizontaal) om de afdrukrichting te wijzigen. 6.
9. Klik op Afdrukken om te beginnen met afdrukken. Tekst afdrukken Losse vellen gebruiken Raadpleeg het hierna genoemde gedeelte voor meer informatie over het laden van losse vellen papier. “Losse vellen papier laden” op pagina 363 Raadpleeg het hierna genoemde gedeelte bij gebruik van speciaal afdrukmateriaal.
Instellingen van de printerdriver voor Windows 1. Open het bestand dat u wilt afdrukken. 1 1 2. Open de printerdriver. “De printersoftware voor Windows openen” op pagina 384 3. Klik op het tabblad Hoofdgroep en geef de gewenste instelling op bij Kwaliteitoptie. Raadpleeg het hierna genoemde gedeelte voor meer informatie over de instellingen voor Kwaliteitoptie. & Zie “Kwaliteitoptie” op pagina 132 1 1 1 4. Selecteer Papiertoevoer bij Bron. 5. Geef de gewenste instelling op bij Type.
7. Selecteer Staand (verticaal) of Liggend (horizontaal) om de afdrukrichting te wijzigen. 8. Klik op OK om het dialoogvenster te sluiten. 9. Druk uw gegevens af. Instellingen van de printerdriver voor Mac OS X 1. Open het bestand dat u wilt afdrukken. 2. Open het dialoogvenster voor de pagina-instelling. “De printersoftware voor Mac OS X openen” op pagina 386 3. Selecteer Stylus Photo R2400 bij Stel in voor.
4. Geef de gewenste instellingen op bij Papierformaat en Richting. 1 5. Klik op OK om het dialoogvenster te sluiten. 1 1 1 1 6. Open het afdrukvenster. “De printersoftware voor Mac OS X openen” op pagina 386 1 7. Selecteer Stylus Photo R2400 bij Printer en geef de gewenste instellingen op bij Aantal en pagina's. 1 Opmerking: De instellingen voor Aantal en pagina’s zijn de standaardinstellingen van Mac OS X. Raadpleeg de documentatie bij uw besturingssysteem voor meer informatie. 1 1 1 1 1 8.
9. Geef de gewenste instelling op bij Afdrukmateriaal, Kleur en Modus. & Zie Printerinstellingen “Afdrukmateriaal (instellingen)” op pagina 387 10. Klik op Print om te beginnen met afdrukken. Instellingen van de printerdriver voor Mac OS 9 1. Open het bestand dat u wilt afdrukken. 2. Open het dialoogvenster voor de pagina-instelling. “De printersoftware voor Mac OS 9 openen” op pagina 386 3. Geef de gewenste instelling op bij Papierformaat. U kunt ook een aangepast papierformaat definiëren.
4. Selecteer Automatische papiertoevoer bij Papierbron. 5. Selecteer Staand (verticaal) of Liggend (horizontaal) om de afdrukrichting te wijzigen. 1 1 6. Klik op OK om de instellingen op te slaan en het dialoogvenster te sluiten. 1 1 1 1 7. Open het afdrukvenster. “De printersoftware voor Mac OS 9 openen” op pagina 386 1 1 8. Geef de gewenste instelling op bij Afdrukmateriaal. “Afdrukmateriaal (instellingen)” op pagina 387 1 9. Klik op Afdrukken om te beginnen met afdrukken.
Webpagina’s afdrukken Losse vellen gebruiken Raadpleeg het hierna genoemde gedeelte voor meer informatie over het laden van losse vellen papier. “Losse vellen papier laden” op pagina 363 Raadpleeg het hierna genoemde gedeelte bij gebruik van speciaal afdrukmateriaal.
2. Klik op de knop Afdrukken op de werkbalk. Het dialoogvenster Afdrukken verschijnt. 1 Opmerking: Als u een voorbeeld van de lay-out van uw afdruk wilt bekijken, klikt u op de knop Voorbeeld op de werkbalk. Voor meer informatie over EPSON Web-To-Page kiest u Gebruikershandleiding in de Web-To-Page-keuzelijst op de werkbalk. 3.
8. Selecteer Staand (verticaal) of Liggend (horizontaal) om de afdrukrichting te wijzigen. 9. Klik op OK om het dialoogvenster te sluiten. 10. Druk uw gegevens af. De printerdriver voor Mac OS X gebruiken Opmerking: EPSON Web-To-Page is een toepassing die alleen geschikt is voor Windows. Macintosh-gebruikers kunnen webpagina's afdrukken met behulp van de printerdriver in Mac OS X. 1. Open het bestand dat u wilt afdrukken. 2. Open het dialoogvenster voor de pagina-instelling.
3. Selecteer Stylus Photo R2400 bij Stel in voor. 1 4. Geef de gewenste instellingen op bij Papierformaat en Richting. 1 5. Klik op OK om het dialoogvenster te sluiten. 1 1 1 1 6. Open het afdrukvenster. “De printersoftware voor Mac OS X openen” op pagina 386 7. Selecteer Stylus Photo R2400 bij Printer en geef de gewenste instellingen op bij Aantal en pagina's. Opmerking: De instellingen voor Aantal en pagina’s zijn de standaardinstellingen van Mac OS X.
8. Selecteer Printerinstellingen in het venstermenu. 9. Geef de gewenste instelling op bij Afdrukmateriaal, Kleur en Modus. “Printerinstellingen” op pagina 169 “Afdrukmateriaal (instellingen)” op pagina 387 10. Klik op Print om te beginnen met afdrukken. De printerdriver voor Mac OS 9 gebruiken Opmerking: EPSON Web-To-Page is een toepassing die alleen geschikt is voor Windows. Macintosh-gebruikers kunnen webpagina's afdrukken met behulp van de printerdriver in Mac OS 9. 1.
3. Geef de gewenste instelling op bij Papierformaat. U kunt ook een aangepast papierformaat definiëren. Raadpleeg het hierna genoemde gedeelte voor meer informatie. 1 “Eigen papierformaten definiëren voor Mac OS 9” op pagina 395 1 4. Selecteer Automatische papiertoevoer bij Papierbron. 5. Selecteer Staand (verticaal) of Liggend (horizontaal) om de afdrukrichting te wijzigen. 6. Klik op OK om de instellingen op te slaan en het dialoogvenster te sluiten. 1 1 1 1 1 1 1 7. Open het afdrukvenster.
9. Klik op Afdrukken om te beginnen met afdrukken.
Hoofdstuk 2 2 Enkele afdrukopties 2 Inleiding Deze printer biedt u een verscheidenheid aan afdrukopties. Zo kunt u afdrukken op diverse formaten en allerlei verschillende soorten papier. In het gedeelte na de introductie worden de procedures beschreven voor de verschillende manieren van afdrukken. Klik voor meer informatie op de titel van de betreffende afdrukwijze. 2 2 2 2 “Zwart-witfoto's afdrukken” op pagina 63 Met Zwart-witfoto geavanceerd kunt u zwart-witfoto's afdrukken.
“Afdrukken zonder marges (randloos)” op pagina 70 Hiermee kunt u afdrukken tot aan alle vier de randen van het papier, zonder enige marge. “Dubbelzijdig afdrukken” op pagina 79 Hiermee kunt u beide zijden van het papier bedrukken. Opmerking: Deze functie is niet beschikbaar onder Mac OS X. “Volledige pagina afdrukken” op pagina 96 Hiermee kunt u een document automatisch vergroten of verkleinen en zo aanpassen aan het papierformaat dat in de printersoftware is geselecteerd.
Opmerking: Deze functie is niet beschikbaar onder Mac OS X. 2 2 2 2 “Meerdere pagina's op één vel papier afdrukken” op pagina 101 Hiermee kunt u twee of vier pagina's afdrukken op één vel papier. 2 2 2 2 “Posters afdrukken” op pagina 110 Hiermee kunt u één pagina van uw document afdrukken op 4, 9 of 16 vellen papier. Vervolgens plakt u de vellen aan elkaar om er een poster van te maken.
Opmerking: Deze functie is niet beschikbaar onder Mac OS X. “Watermerken afdrukken” op pagina 119 Hiermee kunt u een tekst of afbeelding afdrukken als watermerk. Opmerking: Deze functie is niet beschikbaar onder Mac OS X. Zo kunt u bijvoorbeeld het woord Vertrouwelijk afdrukken op belangrijke documenten.
Zwart-witfoto's afdrukken 2 Zwart-witfoto geavanceerd maakt het mogelijk om hoogwaardige zwart-witfoto's af te drukken. 2 2 2 2 Geschikt afdrukmateriaal U kunt deze functie gebruiken met het volgende afdrukmateriaal.
Instellingen van de printerdriver voor Windows 1. Open het bestand dat u wilt afdrukken. 2. Open de printerdriver. Raadpleeg het hierna genoemde gedeelte voor meer informatie. “De printersoftware voor Windows openen” op pagina 384 3. Klik op het tabblad Hoofdgroep en klik vervolgens op Geavanceerd. 4. Selecteer Papiertoevoer bij Bron wanneer er papier in de papiertoevoer is geplaatst. Selecteer Handmatig - Rol als bron wanneer er papier wordt ingevoerd via de handmatige papiertoevoer aan de achterzijde. 5.
8. Selecteer Zwart-witfoto geavanceerd onder Kleurenbeheer. Hierdoor kunt u ook de keuzelijst Kleurtinten gebruiken. Selecteer een van de volgende instellingen. Neutraal Hiermee wordt de gewone kleurcorrectie voor zwart-witfoto's toegepast. Koel Hiermee krijgen uw foto's een koele tint. Warm Hiermee krijgen uw foto's een warme tint. Sepia Hiermee krijgen uw foto's een sepiatint. 2 2 2 2 Raadpleeg het hierna genoemde gedeelte voor meer informatie over de geavanceerde instellingen voor deze modus.
Instellingen van de printerdriver voor Mac OS X 1. Open het bestand dat u wilt afdrukken. 2. Open het dialoogvenster voor de pagina-instelling. Raadpleeg het hierna genoemde gedeelte voor meer informatie. “De printersoftware voor Mac OS X openen” op pagina 386 3. Selecteer Stylus Photo R2400 bij Stel in voor. 4. Geef de gewenste instellingen op bij Papierformaat en Richting. 5. Klik op OK om het dialoogvenster te sluiten. 6. Open het afdrukvenster. “De printersoftware voor Mac OS X openen” op pagina 386 7.
10. Selecteer in de keuzelijst Kleurtinten een van de volgende instellingen. Neutraal Hiermee wordt de gewone kleurcorrectie voor zwart-witfoto's toegepast. Koel Hiermee krijgen uw foto's een koele tint. Warm Hiermee krijgen uw foto's een warme tint. Sepia Hiermee krijgen uw foto's een sepiatint. 2 2 2 2 Raadpleeg het hierna genoemde gedeelte voor meer informatie over de geavanceerde instellingen voor deze modus.
Instellingen van de printerdriver voor Mac OS 9 1. Open het bestand dat u wilt afdrukken. 2. Open het dialoogvenster voor de pagina-instelling. Raadpleeg het hierna genoemde gedeelte voor meer informatie. “De printersoftware voor Mac OS 9 openen” op pagina 386 3. Geef de gewenste instelling op bij Papierformaat. U kunt ook een aangepast papierformaat definiëren. Raadpleeg het hierna genoemde gedeelte voor meer informatie. “Eigen papierformaten definiëren voor Mac OS 9” op pagina 395 4.
Opmerking: Of Zwart-witfoto geavanceerd kan worden gebruikt, hangt af van de geïnstalleerde cartridge (fotozwart of matzwart), het ingestelde afdrukmateriaal en de ingestelde afdrukkwaliteit. Voor het meeste afdrukmateriaal selecteert u Beste foto of Photo RPM als afdrukkwaliteit. 9. Selecteer Zwart-witfoto geavanceerd onder instelling bij Kleur. 10. Selecteer Automatisch bij Modus en selecteer vervolgens een van de volgende instellingen uit de keuzelijst.
Afdrukken zonder marges (randloos) Met deze printer is het mogelijk om af te drukken zonder enige marge tot aan alle vier de randen van het papier. Volg de onderstaande instructies om randloos af te drukken. Opmerking: Deze functie is niet beschikbaar voor alle soorten afdrukmateriaal en driverinstellingen.
UltraSmooth Fine Art Paper A3+ Velvet Fine Art Paper A3+ Proofing Paper Semimatte A3+, 329 mm × 10 m (rolpapier) 2 Opmerking: ❏ Afdrukken met deze functie ingeschakeld duurt langer dan normaal. ❏ De afdrukkwaliteit kan minder zijn aan de boven- en onderkant van de afdruk, of deze gedeelten kunnen vegen vertonen wanneer ander afdrukmateriaal wordt gebruikt dan hierboven aangegeven. Druk eerst één vel af om de kwaliteit te controleren voordat u een grote taak afdrukt.
Afdrukken op losse vellen U moet uw gegevens aanpassen aan het papierformaat. Als u in uw toepassing marges kunt instellen, zet die dan op nul voordat u gaat afdrukken. Afdrukken vanuit EPSON Easy Photo Print Met EPSON Easy Photo Print (bijgeleverd op cd-rom) kunt u snel en eenvoudig randloze foto's maken op dit apparaat. EPSON Easy Photo Print heeft bovendien diverse functies voor het afdrukken van de mooiste foto’s. Opmerking: EPSON Easy Photo Print is niet geschikt voor Mac OS 9. Voor Windows 1.
2. Druk uw afbeeldingen af vanuit EPSON Easy Photo Print. 2 Als u wilt weten hoe u uw foto's kunt afdrukken, kiest u Gebruikershandleiding in het menu Help. De gebruikershandleiding van EPSON Easy Photo Print wordt dan geopend met daarin de instructies die u nodig hebt. 2 Afdrukken vanuit de printerdriver 2 Instellingen van de printerdriver voor Windows 2 Na het laden van het afdrukmateriaal stelt u de printerdriver in op randloos afdrukken. 1. Open de printerdriver.
5. Geef de gewenste instelling op bij Formaat. 6. Klik op OK om het dialoogvenster te sluiten. Wanneer u alle bovenstaande stappen hebt voltooid, kunt u beginnen met afdrukken. Maak eerst één proefafdruk en controleer het resultaat, voordat u grote hoeveelheden afdrukt. Opmerking: U kunt zelf regelen hoeveel van de afbeelding buiten de rand van het papier valt bij het randloos afdrukken.
Instellingen van de printerdriver voor Mac OS X Na het laden van het afdrukmateriaal stelt u de printerdriver in op randloos afdrukken. 2 2 1. Open het dialoogvenster voor de pagina-instelling. “De printersoftware voor Mac OS X openen” op pagina 386 2. Selecteer Stylus Photo R2400 bij Stel in voor. 2 3. Geef de gewenste instelling op bij Papierformaat, afhankelijk van de manier waarop u randloos wilt afdrukken. 2 4. Geef de gewenste instelling op bij Richting. 2 5.
Opmerking: De instellingen voor Aantal en pagina’s zijn de standaardinstellingen van Mac OS X. Raadpleeg de documentatie bij uw besturingssysteem voor meer informatie. 8. Selecteer Printerinstellingen in het venstermenu. 9. Geef de gewenste instelling op bij Afdrukmateriaal, Kleur en Modus.
10. Klik op Print om te beginnen met afdrukken. 2 2 2 2 2 2 Opmerking: ❏ Maak eerst één proefafdruk en controleer het resultaat, voordat u grote hoeveelheden afdrukt. ❏ U kunt zelf regelen hoeveel van de afbeelding buiten de rand van het papier valt bij het randloos afdrukken. & Zie “Uitbreiding” op pagina 177 2 2 2 Instellingen van de printerdriver voor Mac OS 9 Na het laden van het afdrukmateriaal stelt u de printerdriver in op randloos afdrukken. 2 1.
4. Klik op OK om de instellingen op te slaan en het dialoogvenster te sluiten. 5. Open het afdrukvenster. “De printersoftware voor Mac OS 9 openen” op pagina 386 6. Geef de gewenste instelling op bij Afdrukmateriaal. “Afdrukmateriaal (instellingen)” op pagina 387 7. Klik op Afdrukken om te beginnen met afdrukken. Opmerking: ❏ Maak eerst één proefafdruk en controleer het resultaat, voordat u grote hoeveelheden afdrukt.
❏ U kunt zelf regelen hoeveel van de afbeelding buiten de rand van het papier valt bij het randloos afdrukken. Wanneer het selectievakje Randloos wordt ingeschakeld in het dialoogvenster voor de pagina-instelling, kan de schuifbalk Randloos - Uitbreiding worden gebruikt. 2 2 2 2 2 2 Dubbelzijdig afdrukken Er kan op twee manieren dubbelzijdig worden afgedrukt. Met de standaardinstelling kunt u de oneven pagina's eerst afdrukken.
Met de instelling Gevouwen boekje kunt u enkel gevouwen boekjes maken. De pagina's die (na het vouwen) aan de buitenkant komen, worden eerst afgedrukt. De pagina's voor de binnenzijde van het boekje kunnen dan worden afgedrukt nadat het papier opnieuw in de printer is gelegd (zie illustratie).
❏ Deze functie kan niet worden gebruikt wanneer u het selectievakje Randloos inschakelt op het tabblad Hoofdgroep (Windows) of in het dialoogvenster voor de pagina-instelling (Macintosh). 2 ❏ Deze functie is niet beschikbaar wanneer de printer wordt gebruikt via een netwerk of als gedeelde printer. 2 ❏ Afhankelijk van het afdrukmateriaal kunnen stapels van maximaal 30 vellen in de papiertoevoer worden geplaatst voor het dubbelzijdig afdrukken.
4. Geef de gewenste instelling op bij Type. “Afdrukmateriaal (instellingen)” op pagina 387 5. Geef de gewenste instelling op bij Formaat. 6. Selecteer Staand (verticaal) of Liggend (horizontaal) om de afdrukrichting te wijzigen. 7. Klik op het tabblad Paginalay-out en schakel het selectievakje Dubbelzijdig afdrukken in.
8. Klik op Marges om het dialoogvenster Marges te openen. 2 2 2 2 2 2 9. Geef de rand aan waar het papier wordt gebonden. U kunt kiezen uit Links, Boven en Rechts. 10. Kies cm of inch bij Eenheid. Geef vervolgens de breedte van de rugmarge op. U kunt een breedte invoeren van 0.3 cm tot 3.0 cm of van 0,12 inch tot 1,18 inch.
Opmerking: De werkelijke rugmarge kan afwijken van de opgegeven instellingen. Dit hangt af van de toepassing waarmee u werkt. Probeer daarom eerst een paar vellen uit om te zien wat het resultaat zal zijn, voordat u de volledige afdruktaak afdrukt. 11. Klik op OK om terug te keren naar het tabblad Paginalay-out. Klik op OK om de instellingen op te slaan. 12. Leg papier in de papiertoevoer en geef uw toepassing de opdracht om af te drukken.
❏ Volg de instructies wanneer u de afdrukken opnieuw in de printer legt. Als de reeds bedrukte vellen niet goed in de printer worden geladen, kan het papier vastlopen of kan de rugmarge verkeerd uitvallen. 2 2 ❏ Raadpleeg het hierna genoemde gedeelte wanneer het papier vastloopt. & Zie “Vastgelopen papier” op pagina 297 2 14. Wanneer het papier opnieuw in de printer ligt, klikt u op Hervatten om de even pagina's af te drukken.
6. Klik op Marges. 7. Geef de rand aan waar het papier wordt gebonden. U kunt kiezen uit Links, Boven en Rechts. 8. Geef de breedte van de rugmarge op in het tekstvak. U kunt een breedte invoeren van 0,12 inch tot 1,18 inch of van 0,3 cm tot 3,0 cm. Opmerking: De werkelijke rugmarge kan afwijken van de opgegeven instellingen. Dit hangt af van de toepassing waarmee u werkt. Probeer daarom eerst een paar vellen uit om te zien wat het resultaat zal zijn, voordat u de volledige afdruktaak afdrukt. 9.
11. Geef de gewenste instelling op bij Afdrukmateriaal. 2 “Afdrukmateriaal (instellingen)” op pagina 387 12. Leg papier in de papiertoevoer en klik op Afdrukken om te beginnen met afdrukken. Terwijl de oneven pagina's worden afgedrukt, ziet u instructies voor het genereren van de even pagina's. “Losse vellen papier laden” op pagina 363 2 2 2 2 2 13. Volg de instructies op het scherm om het papier opnieuw in de printer te leggen.
❏ Raadpleeg het hierna genoemde gedeelte wanneer het papier vastloopt. & Zie “Vastgelopen papier” op pagina 297 14. Wanneer het papier opnieuw in de printer ligt, klikt u op Hervatten om de even pagina's af te drukken. Dubbelzijdig afdrukken met de instelling Gevouwen boekje voor Windows Voer de volgende stappen uit om een boekje te maken zoals beschreven aan het begin van dit gedeelte. 1. Open de printerdriver. “De printersoftware voor Windows openen” op pagina 384 2.
6. Selecteer Staand (verticaal) of Liggend (horizontaal) om de afdrukrichting te wijzigen. 2 2 2 2 2 2 2 7. Klik op het tabblad Paginalay-out en schakel het selectievakje Dubbelzijdig afdrukken in. Schakel vervolgens het selectievakje Gevouwen boekje in.
8. Klik op Marges om het dialoogvenster Marges te openen. 9. Geef de rand aan waar het papier wordt gebonden. U kunt kiezen uit Links, Boven en Rechts. Opmerking: Wanneer Staand is geselecteerd als Afdrukstand op het tabblad Hoofdgroep, kunt u kiezen uit Links en Rechts. Boven kan worden gebruikt wanneer Liggend is geselecteerd als Afdrukstand.
10. Kies cm of inch bij Eenheid. Geef de breedte van de rugmarge op. U kunt een breedte invoeren van 0.3 cm tot 3.0 cm of van 0,12 inch tot 1,18 inch. De opgegeven breedte wordt gebruikt voor beide zijden van de vouw. Als u bijvoorbeeld 10 mm opgeeft, wordt in werkelijkheid een marge van 20 mm gebruikt (10 mm aan beide zijden van de vouw).
11. Klik op OK om terug te keren naar het tabblad Paginalay-out. Klik op OK om de instellingen op te slaan. 12. Leg papier in de papiertoevoer en geef uw toepassing de opdracht om af te drukken. Terwijl de buitenpagina's worden afgedrukt, ziet u instructies voor het afdrukken van de binnenpagina's. “Losse vellen papier laden” op pagina 363 13. Volg de instructies op het scherm om het papier opnieuw in de printer te leggen.
Dubbelzijdig afdrukken met de instelling Gevouwen boekje voor Mac OS 9 2 Voer de volgende stappen uit om een boekje te maken zoals beschreven aan het begin van dit gedeelte. 2 1. Open het dialoogvenster voor de pagina-instelling. “De printersoftware voor Mac OS 9 openen” op pagina 386 2 2 2. Geef de gewenste instelling op bij Papierformaat. 3. Selecteer Automatische papiertoevoer bij Papierbron. 4. Schakel het selectievakje Dubbelzijdig afdrukken in.
7. Geef de breedte van de rugmarge op in het tekstvak. U kunt een breedte invoeren van 0,12 inch tot 1,18 inch of van 0,3 cm tot 3,0 cm. De opgegeven breedte wordt gebruikt voor beide zijden van de vouw. Als u bijvoorbeeld 10 mm opgeeft, wordt in werkelijkheid een marge van 20 mm gebruikt (10 mm aan beide zijden van de vouw). ✽ ✽✽ Staand Liggend ✽: Vouwkant ✽✽: Marge 8. Klik op OK om terug te keren naar het dialoogvenster voor de pagina-instelling.
10. Geef de gewenste instelling op bij Afdrukmateriaal. 2 “Afdrukmateriaal (instellingen)” op pagina 387 11. Leg papier in de papiertoevoer en klik op Afdrukken om te beginnen met afdrukken. Terwijl de buitenpagina's worden afgedrukt, ziet u instructies voor het afdrukken van de binnenpagina's. “Losse vellen papier laden” op pagina 363 2 2 2 2 2 12. Volg de instructies op het scherm om het papier opnieuw in de printer te leggen.
❏ Raadpleeg het hierna genoemde gedeelte wanneer het papier vastloopt. & Zie “Vastgelopen papier” op pagina 297 13. Wanneer het papier opnieuw in de printer ligt, klikt u op Hervatten om de binnenpagina's af te drukken. 14. Na het afdrukken kunt u de vellen vouwen en nieten of op een andere manier aan elkaar hechten. Volledige pagina afdrukken U kunt afdrukken met de functie Volledige pagina wanneer u bijvoorbeeld een op A4-formaat gemaakt document wilt afdrukken op een ander formaat papier.
Instellingen van de printerdriver voor Windows 1. Open de printerdriver. “De printersoftware voor Windows openen” op pagina 384 2. Klik op het tabblad Hoofdgroep en geef de gewenste instelling op bij Kwaliteitoptie. Raadpleeg het hierna genoemde gedeelte voor meer informatie over de instellingen voor Kwaliteitoptie. & Zie “Kwaliteitoptie” op pagina 132 3. Selecteer Papiertoevoer bij Bron. 4. Geef de gewenste instelling op bij Type. 2 2 2 2 2 “Afdrukmateriaal (instellingen)” op pagina 387 2 5.
7. Klik op het tabblad Paginalay-out en schakel het selectievakje Verklein/vergroot document in. U kunt de grootte van uw document aanpassen met de volgende instellingen. Op papiergrootte (uitvoer) Hiermee wordt het document proportioneel vergroot of verkleind zodat het past op het papierformaat dat is geselecteerd in de lijst Op papiergrootte (uitvoer). Op percentage Hiermee kunt u een afbeelding handmatig vergroten of verkleinen. Klik op de pijlen en selecteer een percentage tussen 10 en 400. 8.
Instellingen van de printerdriver voor Mac OS 9 1. Open het dialoogvenster voor de pagina-instelling. “De printersoftware voor Mac OS 9 openen” op pagina 386 2 2 2. Geef de gewenste instelling op bij Papierformaat. 3. Selecteer Automatische papiertoevoer bij Papierbron. 2 4. Selecteer Staand (verticaal) of Liggend (horizontaal) om de afdrukrichting te wijzigen. 2 5. Klik op OK om de instellingen op te slaan en het dialoogvenster te sluiten. 2 2 2 2 2 6. Open het afdrukvenster.
8. Klik op de pictogramknop Lay-out . 9. Schakel het selectievakje Volledige pagina in. 10. Selecteer bij Papierformaat het papierformaat dat u in de printer hebt gelegd. 11. Klik op OK om de instellingen op te slaan en het dialoogvenster te sluiten. 12. Klik op Afdrukken om te beginnen met afdrukken.
Meerdere pagina's op één vel papier afdrukken 2 Het is mogelijk om op elk vel papier twee of vier pagina’s van uw document af te drukken. 2 2 2 Opmerking: Deze functie kan niet worden gebruikt wanneer u het selectievakje Randloos inschakelt op het tabblad Hoofdgroep (Windows) of in het dialoogvenster voor de pagina-instelling (Mac OS 9). Instellingen van de printerdriver voor Windows 2 2 2 2 1. Open de printerdriver. “De printersoftware voor Windows openen” op pagina 384 2.
5. Geef de gewenste instelling op bij Formaat. 6. Selecteer Staand (verticaal) of Liggend (horizontaal) om de afdrukrichting te wijzigen.
7. Klik op het tabblad Paginalay-out, schakel Meerdere pagina’s in en selecteer Pagina's per vel. 2 2 2 2 2 2 2 8. Bij het afdrukken van meerdere pagina's op één vel papier hebt u de volgende mogelijkheden. 2, 4 Hiermee worden twee of vier pagina's van uw document afgedrukt op één vel papier. Print paginaranden Hiermee wordt een kader afgedrukt rond pagina's die op elk vel worden afgedrukt. Pag.
Instellingen van de printerdriver voor Mac OS X 1. Open het dialoogvenster voor de pagina-instelling. “De printersoftware voor Mac OS X openen” op pagina 386 2. Selecteer Stylus Photo R2400 bij Stel in voor. 3. Geef de gewenste instellingen op bij Papierformaat en Richting. 4. Klik op OK om het dialoogvenster te sluiten. 5. Open het afdrukvenster. “De printersoftware voor Mac OS X openen” op pagina 386 6. Selecteer Stylus Photo R2400 bij Printer en geef de gewenste instellingen op bij Aantal en pagina's.
Opmerking: De instellingen voor Aantal en pagina’s zijn de standaardinstellingen van Mac OS X. Raadpleeg de documentatie bij uw besturingssysteem voor meer informatie. 2 2 2 2 2 7. Selecteer Lay-out in het venstermenu. 2 8. Geef de volgende instellingen op. Pagina's per vel Hiermee worden meerdere pagina's van uw document afgedrukt op één vel papier. U kunt kiezen uit 1, 2, 4, 6, 9 en 16.
Opmerking: De instellingen voor Lay-out zijn de standaardinstellingen van Mac OS X. Raadpleeg de documentatie bij uw besturingssysteem voor meer informatie. 9. Selecteer Printerinstellingen in het venstermenu. 10. Geef de gewenste instelling op bij Afdrukmateriaal, Kleur en Modus.
11. Klik op Print om te beginnen met afdrukken. 2 2 2 2 2 2 Instellingen van de printerdriver voor Mac OS 9 1. Open het dialoogvenster voor de pagina-instelling. “De printersoftware voor Mac OS 9 openen” op pagina 386 2. Geef de gewenste instelling op bij Papierformaat. 2 2 2 3. Selecteer Automatische papiertoevoer bij Papierbron.
4. Klik op OK om de instellingen op te slaan en het dialoogvenster te sluiten. 5. Open het afdrukvenster. “De printersoftware voor Mac OS 9 openen” op pagina 386 6. Geef de gewenste instelling op bij Afdrukmateriaal. “Afdrukmateriaal (instellingen)” op pagina 387 7. Klik op de pictogramknop Lay-out 108 Enkele afdrukopties .
8. Schakel in het dialoogvenster voor de lay-out het selectievakje Meerdere pagina’s in en selecteer vervolgens Pagina’s per vel. 2 2 2 2 2 2 9. Bij het afdrukken van meerdere pagina's op één vel papier hebt u de volgende mogelijkheden. 2 pag., 4 pag. Hiermee worden twee of vier pagina's van uw document afgedrukt op één vel papier. Pag.volgorde Geeft u de mogelijkheid de volgorde te bepalen waarin de pagina's op het vel papier worden afgedrukt.
Posters afdrukken Door één pagina te vergroten en af te drukken op meerdere vellen papier kunt u posters maken. Opmerking: ❏ Deze functie is niet beschikbaar onder Mac OS X. ❏ Deze functie kan niet worden gebruikt wanneer u het selectievakje Randloos inschakelt op het tabblad Hoofdgroep (Windows) of in het dialoogvenster voor de pagina-instelling (Macintosh). Instellingen van de printerdriver voor Windows 1. Open de printerdriver. “De printersoftware voor Windows openen” op pagina 384 2.
“Afdrukmateriaal (instellingen)” op pagina 387 5. Geef de gewenste instelling op bij Formaat. 2 6. Selecteer Staand (verticaal) of Liggend (horizontaal) om de afdrukrichting te wijzigen.
7. Klik op het tabblad Paginalay-out, schakel Meerdere pagina's in en selecteer Posterafdruk. Klik op de pijl omhoog of omlaag om te kiezen uit 2x2, 3x3 en 4x4.
8. Klik op Instellingen om in te stellen hoe de poster moet worden afgedrukt. Het dialoogvenster Posterinstellingen wordt geopend. 2 2 2 2 2 2 9. Geef de volgende instellingen op. 2 Snijlijnen afdrukken Schakel dit selectievakje in als u wilt dat hulpsnijlijnen worden afgedrukt. Overlappende uitlijningstekens Hiermee overlappen de panelen elkaar enigszins en worden uitlijningstekens afgedrukt zodat de panelen nauwkeuriger kunnen worden uitgelijnd.
Instellingen van de printerdriver voor Mac OS 9 1. Open het dialoogvenster voor de pagina-instelling. “De printersoftware voor Mac OS 9 openen” op pagina 386 2. Geef de gewenste instelling op bij Papierformaat. 3. Selecteer Automatische papiertoevoer bij Papierbron. 4. Selecteer Staand (verticaal) of Liggend (horizontaal) om de afdrukrichting te wijzigen. 5. Klik op OK om de instellingen op te slaan en het dialoogvenster te sluiten. 6. Open het afdrukvenster.
8. Klik op de pictogramknop Lay-out . 2 2 2 9. Schakel in het dialoogvenster voor de lay-out het selectievakje Meerdere pagina’s in en selecteer Poster. 2 2 2 2 2 2 2 10. Geef de volgende instellingen op. 1 pagina beslaat xx pag. Hiermee wordt aangegeven over hoeveel vellen papier het vergrote document wordt verspreid. U kunt 4, 9 of 16 pagina's selecteren.
Trimlijnen Hiermee worden op de panelen dunne lijnen afgedrukt die u als leidraad kunt gebruiken bij het afsnijden van de pagina's. Panelen selecteren Klik op de panelen die u niet wilt afdrukken en klik vervolgens op de knop OK om de overige panelen af te drukken. Opmerking: Als u slechts enkele panelen wilt afdrukken en niet de volledige poster, klikt u op Panelen selecteren en vervolgens op de panelen die u niet wilt afdrukken. Daarna klikt u op OK. 11.
1. Snijd de marge van vel 1 af langs een verticale lijn precies door het midden van de kruisjes boven- en onderaan de pagina, zoals getoond in de illustratie. 2 2 2 2 2. Plaats de rand van vel 1 boven op vel 2, pas de kruisjes op beide vellen goed tegen elkaar en plak de vellen voorlopig aan elkaar vast aan de achterzijde van het papier. 2 2 2 3. Snijd de aan elkaar geplakte vellen in tweeën langs een verticale lijn, deze keer precies links naast de kruisjes, zoals getoond in de illustratie.
4. Lijn de randen van het papier uit met behulp van de uitlijningstekens en plak de vellen aan de achterzijde aan elkaar vast. 5. Herhaal stap 1 t/m 4 om ook vel 3 en 4 aan elkaar vast te plakken. 6. Herhaal stap 1 t/m 4 om de boven- en onderzijde van het papier vast te plakken. 7. Snijd de resterende marges af. w 118 Waarschuwing: Wees voorzichtig met scherp gereedschap.
Watermerken afdrukken 2 Hiermee kunt u een tekst of afbeelding afdrukken als watermerk. 2 2 2 Opmerking: ❏ Deze functie is niet beschikbaar onder Mac OS X. 2 ❏ Deze functie kan niet worden gebruikt wanneer u het selectievakje Randloos inschakelt op het tabblad Hoofdgroep (Windows) of in het dialoogvenster voor de pagina-instelling (Macintosh). 2 2 Watermerken afdrukken onder Windows 2 1. Open de printerdriver. “De printersoftware voor Windows openen” op pagina 384 2.
5. Geef de gewenste instelling op bij Formaat. 6. Selecteer Staand (verticaal) of Liggend (horizontaal) om de afdrukrichting te wijzigen.
7. Klik op het tabblad Paginalay-out, selecteer het gewenste watermerk in de lijst Watermerk en klik op Instellingen.
8. Geef de gewenste instellingen voor het watermerk op. U kunt de positie en het formaat van het watermerk wijzigen door de afbeelding te verslepen in het voorbeeldvenster aan de linkerzijde van het dialoogvenster. 9. Klik op OK om terug te keren naar het tabblad Paginalay-out. 10. Klik op OK om het dialoogvenster te sluiten. 11. Nu kunt u de gegevens afdrukken vanuit het programma waarmee u werkt. Watermerken afdrukken onder Mac OS 9 1. Open het dialoogvenster voor de pagina-instelling.
4. Selecteer Staand (verticaal) of Liggend (horizontaal) om de afdrukrichting te wijzigen. 5. Klik op OK om de instellingen op te slaan en het dialoogvenster te sluiten. 2 2 2 2 2 2 6. Open het afdrukvenster. “De printersoftware voor Mac OS 9 openen” op pagina 386 7. Geef de gewenste instelling op bij Afdrukmateriaal. 2 “Afdrukmateriaal (instellingen)” op pagina 387 8. Klik op de pictogramknop Lay-out 2 .
9. Schakel in het dialoogvenster voor de lay-out het selectievakje Watermerk in en selecteer vervolgens het gewenste watermerk in de lijst Naam. 10. Geef de gewenste instellingen voor het watermerk op. U kunt de positie en het formaat van het watermerk wijzigen door de afbeelding te verslepen in het voorbeeldvenster aan de linkerzijde van het dialoogvenster.
11. Klik op OK om de instellingen op te slaan en het dialoogvenster te sluiten. 2 2 2 2 2 12. Klik op Afdrukken om te beginnen met afdrukken. 2 Uw eigen watermerk maken onder Windows 2 2 U kunt watermerken met uw eigen tekst of afbeeldingen toevoegen aan de lijst met watermerken.
1. Klik op de knop Toev./Verw. onder Watermerk op het tabblad Paginalay-out. Het volgende dialoogvenster verschijnt. 2. Om een beeldbestand als watermerk te gebruiken, selecteert u BMP. Klik op Bladeren en selecteer het bitmapbestand dat u wilt gebruiken. Klik vervolgens op OK. Typ een naam voor het watermerk in het vak Naam en klik vervolgens op Opslaan. Als u een op tekst gebaseerd watermerk wilt maken, selecteert u Tekst. Typ de gewenste tekst in het vak Tekst.
4. Klik op Instellingen. Het volgende dialoogvenster verschijnt. 2 2 2 2 2 5. Zorg ervoor dat het gewenste watermerk is geselecteerd in de lijst Watermerk en geef de gewenste instellingen op bij Kleur, Positie, Dichtheid, Formaat, Lettertype, Tekenstijl en Hoek. (Zie de online-Help voor meer informatie.) Links in het dialoogvenster ziet u het resultaat van de gekozen instellingen. 6. Klik op OK wanneer alle instellingen naar wens zijn.
1. Klik op Toev./Verw. naast de lijst Naam. Het volgende dialoogvenster verschijnt. 2. Om een beeldbestand als watermerk te gebruiken, klikt u op Toev PICT. Geef het gewenste beeldbestand op en klik op Open. Als u een op tekst gebaseerd watermerk wilt maken, klikt u op Tekst toev. Typ de tekst in het veld Tekst, selecteer een lettertype en tekenstijl en klik op OK.
3. De naam van het beeldbestand of de tekst van het watermerk verschijnt in de lijst Merknaam van het dialoogvenster Watermerk. Om de naam van een op beeld gebaseerd watermerk te wijzigen, selecteert u de naam in de lijst en typt u vervolgens een nieuwe naam. Wanneer een op tekst gebaseerd watermerk is geselecteerd in de lijst Naam, kunt u de tekst, het lettertype en de tekenstijl wijzigen door op Tekst wijz. te klikken. 2 2 2 2 2 4.
Hoofdstuk 3 Instellingen van de printersoftware Voor Windows De printersoftware: inleiding Tabbladen van de printerdriver De printersoftware die met de printer wordt meegeleverd, omvat een driver en hulpprogramma's voor de printer. In de printerdriver kunt u een groot aantal opties instellen om de beste resultaten te krijgen met uw printer. Met de printerhulpprogramma's kunt u de printer controleren en ervoor zorgen dat het apparaat optimaal blijft werken.
Meer informatie 3 In de online-Help vindt u meer informatie over de printersoftware. & Zie “Informatie krijgen via de online-Help” op pagina 162 3 Opties instellen op het tabblad Hoofdgroep Via het tabblad Hoofdgroep kunt u de instellingen vastleggen voor Kwaliteitoptie, Papieropties, Afdrukopties, Afdrukstand en een aantal geavanceerde instellingen. Ook kunt u hier de inktniveaus controleren. Raadpleeg het betreffende gedeelte hierna.
Kwaliteitoptie U kunt kiezen uit de volgende kwaliteitstypen. Concept Voor snel en zuinig afdrukken. Tekst Voor het afdrukken van gewone tekst met gemiddelde kwaliteit. Tekst & Afbeelding Voor het afdrukken van gewone tekst en afbeeldingen met hoge kwaliteit. Foto Voor het afdrukken van foto's met hoge kwaliteit. Beste foto Voor het afdrukken van foto's met de hoogste kwaliteit.
Type Selecteer bij Type het type afdrukmateriaal dat u in de printer hebt geladen. De instelling bij Type bepaalt welke andere opties beschikbaar zijn. Daarom moet u deze optie altijd eerst instellen. Zoek het afdrukmateriaal dat u gebruikt op in de lijst Afdrukmateriaal en kijk tot welk type het behoort. “Afdrukmateriaal (instellingen)” op pagina 387 Formaat Selecteer het papierformaat dat u wilt gebruiken. U kunt ook een afwijkend papierformaat toevoegen.
Afdrukopties PhotoEnhance In deze modus worden instellingen voor beeldcorrectie toegepast die speciaal zijn ontwikkeld voor gescande en digitaal genomen foto's. Omgekeerde volgorde Hiermee worden uw documenten in omgekeerde volgorde afgedrukt, dus de laatste pagina eerst. Afdrukvoorbeeld Hiermee kunt u een afdrukvoorbeeld van uw document bekijken voordat u het afdrukt.
De werkbalk van het afdrukvoorbeeld bevat een aantal pictogramknoppen die u de volgende mogelijkheden bieden. Pictogram 3 Naam knop Functie Slepen en verzetten Klik op deze knop om watermerken te selecteren en verplaatsen. 3 Zoomen Klik op deze knop om het formaat van het afdrukvoorbeeld te vergroten of verkleinen. 3 Volledig scherm Klik op deze knop om de grootte van het afdrukvoorbeeld aan te passen aan de grootte van het venster. Dit is handig wanneer u de volledige pagina wilt bekijken.
U kunt het afdrukvoorbeeld ook op de volgende manieren aanpassen: ❏ Afzonderlijke pagina's selecteren en weergeven. ❏ Het formaat van het afdrukvoorbeeld vergroten of verkleinen. ❏ De voorbeeldpagina vergroten. Klik op Vergroten in het menu Beeld om het vergrotingsvenster te openen waarin het gedeelte van de voorbeeldpagina wordt vergroot dat is omgeven door een rood kader. U kunt een ander gedeelte van de voorbeeldpagina vergroten door het rode kader te verslepen.
Afdrukstand 3 Selecteer Staand (verticaal) of Liggend (horizontaal) om de afdrukstand van het document op het papier op te geven. 3 Hoe bestellen De knop Hoe bestellen verschijnt wanneer een cartridge (bijna) leeg is. Klik op de knop Hoe bestellen om naar de website van EPSON te gaan. Kies uw land en volg verder de instructies op het scherm. 3 3 Instellingen weergeven Wanneer u op Instellingen weergeven klikt, verschijnt het gedeelte Actuele instellingen.
Technische ondersteuning Klik op de knop Technische ondersteuning om naar de website van EPSON te gaan. Hier vindt u informatie over de diverse vormen van ondersteuning die EPSON biedt. Geavanceerd Hiermee wordt het tabblad Hoofdgroep uitgebreid met geavanceerde instellingen. Geavanceerde instellingen gebruiken Met de geavanceerde instellingen van het tabblad Hoofdgroep kunt u uw afdrukomgeving volledig besturen.
U opent de geavanceerde instellingen door op het tabblad Hoofdgroep op Geavanceerd te klikken. Als er een bericht verschijnt (zie illustratie), klikt u op Doorgaan (Continue).
Papier & Kwaliteitopties Bron Selecteer Papiertoevoer om af te drukken op normaal papier. Selecteer Rol om af te drukken op rolpapier. Selecteer Handmatig - Rol om af te drukken op losse vellen die aan de achterzijde, met de hand, worden ingevoerd. Selecteer Handmatig - Voor om af te drukken op dik papier dat aan de voorzijde, met de hand, wordt ingevoerd. Randloos Schakel dit selectievakje in wanneer u wilt afdrukken zonder marges.
Afdrukstand 3 Selecteer Staand (verticaal) of Liggend (horizontaal) om de afdrukstand van het document op het papier op te geven. 3 Afdrukopties 3 Omgekeerde volgorde Hiermee worden uw documenten in omgekeerde volgorde afgedrukt, dus de laatste pagina eerst. Hoge snelheid Hiermee schakelt u bidirectioneel afdrukken in. Dit wil zeggen dat de printer zowel van links naar rechts als van rechts naar links afdrukt. Met Hoge snelheid wordt sneller afgedrukt, maar wel met een lagere kwaliteit.
Kleurenbeheer Kleurencontrole Voor gebruik met de methoden voor kleuraanpassing en beeldverbetering die door de printerdriver worden geboden. Wanneer u Kleurencontrole selecteert, worden extra instellingen weergegeven onder de opties voor Kleurenbeheer. U kunt dan een Kleurenmodus selecteren en de kleuren aanpassen met behulp van de schuifbalken. Gamma Hiermee regelt u het contrast van de afbeelding door aanpassing van de middentonen en de grijstinten halverwege het bereik.
Als u PhotoEnhance selecteert, wordt ook het selectievakje Digitale-cameracorrectie beschikbaar. Als u dit selectievakje inschakelt, kunt u ook het selectievakje Gladde huid gebruiken. Schakel dit selectievakje in als u foto's afdrukt die met een digitale camera zijn genomen en als u wilt dat de afgedrukte afbeeldingen er net zo natuurlijk uitzien als foto's die met een traditionele camera zijn genomen.
Hier kunt u uw foto's gedetailleerd aanpassen met behulp van de volgende functies. Kleurtinten Selecteer een van de volgende instellingen. 144 Neutraal Hiermee wordt de gewone kleurcorrectie voor zwart-witfoto's toegepast. Koel Hiermee krijgen uw foto's een koele tint. Warm Hiermee krijgen uw foto's een warme tint. Sepia Hiermee krijgen uw foto's een sepiatint.
Tint 3 Hiermee kunt u de tint op vijf manieren aanpassen. Licht Hiermee krijgen uw foto's een hardere tint. Normaal Hiermee krijgen uw foto's een harde tint. Donker Hiermee krijgen uw foto's een zachte tint. Donkerder Hiermee krijgen uw foto's een zachtere tint. Donkerst Hiermee krijgen uw foto's de zachtste tint. 3 3 Schuifbalken 3 De schuifbalken voor de tinten dienen voor de onderstaande opties. Pas de instellingen aan door het blokje van de schuifbalk te verslepen.
Standaard Klik op de knop Standaard als u voor alle opties weer de standaardinstellingen wilt activeren. ICM Met deze instelling worden de kleuren van de afdruk automatisch aangepast aan de kleuren op uw scherm. Hiervoor worden de kleuraanpassingsfuncties van Windows gebruikt. Selecteer deze instelling voor het afdrukken van gescande foto's of grafisch materiaal dat met de computer is gemaakt.
❏ De volgende instellingen zijn alleen beschikbaar voor Windows XP/2000. Uit (Geen kleuraanpassing) 3 Gebruik deze instelling alleen wanneer u een nieuw kleurprofiel maakt of als de andere modusinstellingen niet het gewenste resultaat opleveren. 3 Het uitschakelen van deze instelling (door Uit (Geen kleuraanpassing) te selecteren) wordt meestal niet aangeraden, omdat de printerdriver dan niet in staat is om de kleuren te verbeteren of aan te passen.
Printerprofiel Selecteer hier een printerprofiel. Beschrijving van printerprofiel Hier wordt een omschrijving gegeven van het geselecteerde printerprofiel. Alle profielen weergeven Hiermee geeft u alle profielen in de keuzemenu's Invoerprofiel en Printerprofiel weer. Deze instelling is niet beschikbaar als u Host-ICM hebt geselecteerd als ICM-modus. Instellingen opslaan Als u uw geavanceerde instellingen wilt opslaan in de lijst Aangepaste instellingen, klikt u op Instellingen opslaan.
Na het opslaan is de laatste aangepaste instelling geselecteerd op het tabblad met geavanceerde instellingen en onder Kwaliteitoptie bij de basisinstellingen. Als u wilt overschakelen op andere aangepaste instellingen, hoeft u die alleen maar te selecteren in de lijst Aangepaste instellingen op het tabblad met geavanceerde instellingen.
Om een instelling uit de lijst Aangepaste instellingen te verwijderen, selecteert u de instelling in het dialoogvenster Aangepaste instellingen en klikt u vervolgens op Verwijderen.
Kleurdichtheid Hiermee kunt u de kleurdichtheid aanpassen bij het afdrukken op afdrukmateriaal dat niet van EPSON afkomstig is. U past de waarde aan door de schuifbalk naar rechts of links te bewegen. U kunt ook rechtstreeks een waarde van -50 tot 50 typen in het vak naast de schuifbalk. Droogtijd per printkoppassage Hiermee past u de droogtijd per passage van de printkop aan. U past de waarde aan door de schuifbalk naar rechts of links te bewegen.
Meer opties U kunt de afdrukgegevens als volgt aanpassen. 180° draaien Hiermee worden de pagina’s 180 graden gedraaid afgedrukt. Spiegel afbeelding Hiermee wordt een afbeelding in spiegelbeeld afgedrukt. (Tekst en afbeeldingen komen dus achterstevoren te staan.) Verklein/vergroot document Hiermee past u het documentformaat aan het papierformaat waarop u wilt afdrukken. & Zie “Volledige pagina afdrukken” op pagina 96 Exemplaren Selecteer het aantal exemplaren dat u wilt afdrukken.
Randloos Wanneer het selectievakje Randloos wordt ingeschakeld op het tabblad Hoofdgroep, kan de schuifbalk Randloos - Uitbreiding worden gebruikt. Met deze schuifbalk kunt u zelf regelen hoeveel van de afbeelding buiten de rand van het papier valt bij het randloos afdrukken. 3 3 Voor de meeste afdruktaken wordt Max aangeraden, zodat de marges aan alle randen van het papier volledig wegvallen.
Opties instellen op het tabblad Hulpprogramma's Met de Epson-printerhulpprogramma's kunt u de printerstatus controleren en enkele functies voor de printer uitvoeren vanaf uw computer. Als u de hulpprogramma's wilt gebruiken, klikt u in de printersoftware op het tabblad Hulpprogramma's en klikt u vervolgens op de knop voor het hulpprogramma dat u wilt gebruiken. Raadpleeg het hierna genoemde gedeelte voor informatie over het openen van de printersoftware.
Opmerking: ❏ De letter tussen haakjes achter de naam van het hulpprogramma is de sneltoets voor dat hulpprogramma. Om het hulpprogramma te openen selecteert u het tabblad en typt u deze letter terwijl u Alt ingedrukt houdt. ❏ Gebruik de hulpprogramma's Spuitkanaaltjes controleren, Printkop reinigen of Printkop uitlijnen niet als de printer via een netwerk met uw computer is verbonden. Raadpleeg het betreffende gedeelte hierna.
Spuitkanaaltjes controleren Met het hulpprogramma Spuitkanaaltjes controleren kunt u controleren of de spuitkanaaltjes van de printkop verstopt zijn. Controleer de spuitkanaaltjes als de afdrukkwaliteit slechter wordt en ter controle nadat u de spuitkanaaltjes hebt gereinigd. Als uit de controle blijkt dat de printkop moet worden gereinigd, kunt u het hulpprogramma Printkop reinigen rechtstreeks openen vanuit het hulpprogramma Spuitkanaaltjes controleren.
Printer- en optie-informatie Met dit hulpprogramma kan de printerdriver de configuratie van de printer controleren. Tevens kunt u hiermee specifieke informatie over de printer opvragen. 3 3 3 3 3 3 Printerinformatie opgeven Afhankelijk van de configuratie van uw systeem kan de informatie in het dialoogvenster Printer- en optie-informatie automatisch worden bijgewerkt. Het is echter ook mogelijk dat u de gegevens met de hand moet invoeren.
2. Controleer of de instellingen in dit hulpprogramma overeenstemmen met de gegevens op de afgedrukte pagina met instellingen. Zo niet, voer dan in het hulpprogramma dezelfde gegevens in als op papier. 3. Klik op OK om dit dialoogvenster te sluiten en uw instellingen op te slaan. Dik papier Hiermee wijzigt u de afstand tussen de rol en de printkop. Schakel dit selectievakje in als uw afdrukken vegen vertonen.
Hoge-snelheidkopieën Selecteer Hoge-snelheidkopieën als u meerdere exemplaren van uw document sneller wilt afdrukken. De afdruksnelheid wordt verhoogd doordat bij het afdrukken van meerdere exemplaren van een document de ruimte op de vaste schijf als cache wordt gebruikt. 3 3 EPSON Status Monitor 3 uitschakelen Als u niet wilt dat EPSON Status Monitor 3 steeds wordt weergegeven bij het afdrukken, moet u het selectievakje EPSON Status Monitor 3 uitschakelen inschakelen.
Pagina genereren (Windows XP en 2000) Schakel dit selectievakje in als het afdrukken extreem langzaam gaat of als de printkop tijdens het afdrukken enkele minuten stilstaat. Opmerking: Bij gebruik van deze functie kunnen de volgende problemen optreden: ❏ De voortgang die wordt weergegeven in het venster van de voortgangsbalk kan afwijken van de werkelijke vorderingen. ❏ Het kan iets langer duren voordat met afdrukken wordt begonnen.
Controlevoorkeursinstellingen Klik op deze knop om het dialoogvenster Controlevoorkeursinstellingen te openen, waarin u instellingen kunt vastleggen voor EPSON Status Monitor 3. 3 3 3 3 3 3 3 3 U kunt de volgende opties instellen. Waarschuwing selecteren Hier worden de huidige instellingen voor foutmeldingen weergegeven. Schakel het selectievakje in voor de typen fouten waarvoor u een melding wilt ontvangen.
Snelkoppelingspictogram selecteren Schakel het selectievakje Snelkoppelingspictogram in en kies een pictogramtype als u een pictogram wilt weergeven op de taakbalk van Windows als snelkoppeling. U kunt op het snelkoppelingspictogram op de taakbalk klikken om EPSON Status Monitor 3 te openen. Als u met de rechtermuisknop op het pictogram klikt, wordt een snelmenu weergegeven waarmee u bepaalde printerhulpprogramma's kunt openen.
Help openen via het menu Start van Windows 1. Voor Windows XP: klik op Start, Configuratiescherm (Control Panel) en dubbelklik op Printers en faxapparaten (Printers and Faxes). (Als het Configuratiescherm (Control Panel) in Categorieweergave (Category View) staat, klik dan op Printers en andere hardware (Printers and Other Hardware) en vervolgens op Printers en faxapparaten (Printers and Faxes).) Voor Windows Me, 98 en 2000: klik op Start, wijs naar Instellingen (Settings) en klik op Printers. 3 3 3 3 2.
Voor Mac OS X De printersoftware: inleiding Dialoogvensters van de printerdriver De printersoftware die met de printer wordt meegeleverd, omvat een driver en hulpprogramma's voor de printer. In de printerdriver kunt u een groot aantal opties instellen om de beste resultaten te krijgen met uw printer. Met de printerhulpprogramma's kunt u de printer controleren en ervoor zorgen dat het apparaat optimaal blijft werken. Hiervoor zijn er de volgende dialoogvensters.
Dialoogvenster voor de pagina-instelling Opmerking: Het dialoogvenster voor de pagina-instelling maakt standaard deel uit van Mac OS X. Raadpleeg de documentatie bij uw besturingssysteem voor meer informatie. Instellingen van het dialoogvenster voor de pagina-instelling Hiermee kunt u de gewenste instellingen opgeven bij Stel in voor, Papierformaat, Richting en Vergroot/verklein. Instellingen Stel in voor Paginakenmerken Hiermee geeft u de pagina-instellingen weer.
Papierformaat Handmatig - Voor Selecteer deze modus om af te drukken op dik papier dat aan de voorzijde, met de hand, wordt ingevoerd. Rolpapier - Randloze banier Selecteer deze modus wanneer u gegevens die uit meerdere pagina's bestaan doorlopend wilt afdrukken op de rol papier, zonder marges. Rolpapier - Randloos Selecteer deze modus om zonder marges af te drukken op rolpapier. Rolpapier Selecteer deze modus om met de standaardmarges af te drukken op rolpapier.
Opmerking: Zorg ervoor dat de instelling bij Stel in voor in het dialoogvenster voor de pagina-instelling en de instelling bij Printer in het afdrukvenster altijd met elkaar overeenkomen. Anders worden de gegevens misschien niet goed afgedrukt. Afdrukvenster Opmerking: Het afdrukvenster maakt standaard deel uit van Mac OS X. Raadpleeg de documentatie bij uw besturingssysteem voor meer informatie.
Instellingen van het afdrukvenster Hiermee kunt u de gewenste instellingen opgeven bij Printer en Instellingen. Printer Stylus Photo R2400 Hiermee selecteert u uw printer. Instellingen Standaard Hiermee drukt u af met de huidige instellingen. Aangepast Hiermee drukt u af met de aangepaste instellingen die u hebt opgeslagen. Opmerking: Bewaar speciale instellingen maakt standaard deel uit van Mac OS X. Raadpleeg de documentatie bij uw besturingssysteem voor meer informatie.
Lay-out Hiermee kunt u de gewenste instellingen opgeven bij Pagina’s per vel, Lay-outrichting en Rand. Opmerking: Lay-out maakt standaard deel uit van Mac OS X. Raadpleeg de documentatie bij uw besturingssysteem voor meer informatie. Uitvoeropties Schakel het selectievakje Bewaar als bestand uit wanneer u wilt afdrukken. Opmerking: Uitvoeropties maakt standaard deel uit van Mac OS X. Raadpleeg de documentatie bij uw besturingssysteem voor meer informatie.
Afdrukmateriaal Bepaalt welke andere opties in het afdrukvenster beschikbaar zijn. Daarom moet u deze optie altijd eerst instellen. Selecteer bij Afdrukmateriaal het type papier dat u in de printer hebt geladen. Zoek het afdrukmateriaal dat u gebruikt op in de lijst Afdrukmateriaal en kijk tot welk type het behoort. “Afdrukmateriaal (instellingen)” op pagina 387 Opmerking: Kijk op de regionale website met klantenservice voor informatie over de afdrukmaterialen die in uw regio verkrijgbaar zijn.
“Wanneer Zwart-witfoto geavanceerd is geselecteerd bij Kleur in de afdrukinstellingen” op pagina 173 De modus Automatisch Dit is de snelste en eenvoudigste manier om te beginnen met afdrukken. Alle gedetailleerde instellingen worden automatisch door de printerdriver verzorgd op basis van de huidige instellingen bij Afdrukmateriaal en Kleur.
Afdrukkwaliteit Selecteer de gewenste afdrukkwaliteit. Hoge snelheid Hiermee schakelt u bidirectioneel afdrukken in. Dit wil zeggen dat de printer zowel van links naar rechts als van rechts naar links afdrukt. Met Hoge snelheid wordt sneller afgedrukt, maar wel met een lagere kwaliteit. Spiegel afbeelding Hiermee wordt een afbeelding in spiegelbeeld afgedrukt. Tekst en afbeeldingen komen dus achterstevoren te staan.
Wanneer Zwart-witfoto geavanceerd is geselecteerd bij Kleur in de afdrukinstellingen Selecteer Kleurenbeheer in het venstermenu (als dit nog niet is gebeurd). Hier kunt u uw foto's gedetailleerd aanpassen met behulp van de volgende functies. Kleurtinten Selecteer een van de volgende instellingen. Neutraal Hiermee wordt de gewone kleurcorrectie voor zwart-witfoto's toegepast. Koel Hiermee krijgen uw foto's een koele tint. Warm Hiermee krijgen uw foto's een warme tint.
Tint Hiermee kunt u de tint op vijf manieren aanpassen. Donkerst Hiermee krijgen uw foto's de zachtste tint. Donkerder Hiermee krijgen uw foto's een zachtere tint. Donker Hiermee krijgen uw foto's een zachte tint. Normaal Hiermee krijgen uw foto's een harde tint. Licht Hiermee krijgen uw foto's een hardere tint. Schuifbalken De schuifbalken voor de tinten dienen voor de onderstaande opties. Pas de instellingen aan door het blokje van de schuifbalk te verslepen.
Kleurcirkel Klik in de kleurcirkel om de tinten van uw zwart-witfoto aan te passen. U kunt de tint ook aanpassen door rechtstreeks een waarde te typen in de vakken Horizontaal en Verticaal. Standaard Klik op de knop Standaard als u voor alle opties weer de standaardinstellingen wilt activeren. Kleurenbeheer Als u in het venstermenu Kleurenbeheer selecteert, kunt u de kleuraanpassing en correctiemethoden van de printerdriver instellen.
Modus EPSON Levendig Hiermee wordt, afhankelijk van uw gegevens, de kleurbalans verbeterd voor een optimaal afdrukresultaat. Deze instelling wordt aanbevolen voor de meeste afdruktaken. EPSON Standaard (sRGB) Hiermee krijgt u een resultaat dat nauw overeenkomt met de originele gegevens. Adobe RGB Hiermee worden alle CMYK-kleuren die dit apparaat kan afdrukken maximaal benut. Deze instelling wordt aanbevolen voor het afdrukken van digitale foto's.
Uitbreiding Met deze schuifbalk kunt u zelf regelen hoeveel van de afbeelding buiten de rand van het papier valt bij het randloos afdrukken. Voor de meeste afdruktaken wordt Max aangeraden, zodat de marges aan alle randen van het papier volledig wegvallen. Wanneer u de schuifbalk naar Min beweegt, valt een minder groot deel van de afbeelding buiten de randen van het papier. Dit betekent echter ook dat er marges zichtbaar kunnen worden aan één of meer zijden van het papier.
Droogtijd per printkoppassage Hiermee past u de droogtijd per passage van de printkop aan. U past de waarde aan door de schuifbalk naar rechts of links te bewegen. U kunt ook rechtstreeks een waarde van 0 tot 50 typen in het vak naast de schuifbalk. Overzicht Hiermee geeft u een lijst met actuele instellingen weer. Opmerking: Overzicht maakt standaard deel uit van Mac OS X. Raadpleeg de documentatie bij uw besturingssysteem voor meer informatie.
Epson-printerhulpprogramma’s Functies van de Epson-printerhulpprogramma’s Met de Epson-hulpprogramma's kunt u de huidige status van de printer controleren en bepaalde onderhoudswerkzaamheden aan de printer rechtstreeks vanaf uw computer uitvoeren. EPSON StatusMonitor Bewaakt de status van de printer. Als het programma een printerfout ontdekt, wordt daarover een foutbericht weergegeven. U kunt het hulpprogramma ook gebruiken om te controleren hoeveel inkt er nog beschikbaar is om af te drukken.
Spuitkanaaltjes automatisch controleren en reinigen Hiermee drukt u een spuitkanaaltjespatroon af. Bovendien worden de spuitkanaaltjes van de printkop automatisch gecontroleerd. Maak de printkop schoon als de spuitkanaaltjes verstopt zijn. & Zie “De printkop reinigen” op pagina 265 Spuitkanaaltjes controleren Controleert of de spuitkanaaltjes van de printkop verstopt zijn. Controleer de spuitkanaaltjes als de afdrukkwaliteit slechter wordt en ter controle nadat u de spuitkanaaltjes hebt gereinigd.
Voor Mac OS 9 De printersoftware: inleiding Dialoogvensters van de printerdriver De printersoftware die met de printer wordt meegeleverd, omvat een driver en hulpprogramma's voor de printer. In de printerdriver kunt u een groot aantal opties instellen om de beste resultaten te krijgen met uw printer. Met de printerhulpprogramma's kunt u de printer controleren en ervoor zorgen dat het apparaat optimaal blijft werken.
Dialoogvenster voor de pagina-instelling Papierformaat Selecteer het papierformaat dat u wilt gebruiken. U kunt ook een afwijkend papierformaat toevoegen. Raadpleeg het hierna genoemde gedeelte voor informatie over het toevoegen van eigen papierformaten. “Aangepast papierformaat definiëren” op pagina 395 Papierbron Selecteer Automatische papiertoevoer om af te drukken op normaal papier. Selecteer Rolpapier om af te drukken op rolpapier.
Randloos Schakel dit selectievakje in wanneer u wilt afdrukken zonder marges. Deze functie maakt het mogelijk om af te drukken tot aan de uiterste vier randen van het papier. Uitbreiding (knop): Wanneer u het selectievakje Randloos inschakelt, kan ook de knop Uitbreiding worden gebruikt. Met een klik op de knop Uitbreiding opent u het dialoogvenster Randloos - Uitbreiding. Daarin kunt u bepalen hoeveel van de afbeelding buiten de randen van het papier moet vallen bij het randloos afdrukken.
Rolpapieroptie De instellingen bij Rolpapieroptie kunnen alleen worden gebruikt wanneer Rolpapier is geselecteerd bij Papierbron. U hebt de keuze uit de volgende mogelijkheden. Banier: Selecteer deze modus wanneer u gegevens die uit meerdere pagina's bestaan doorlopend wilt afdrukken op de rol papier in plaats van als afzonderlijke pagina's. Wanneer deze optie is geselecteerd, kan ook het selectievakje Rolpapier besparen worden gebruikt.
Afdrukvenster Afdrukvenster Basisinstellingen Exemplaren Voer in het tekstvak Exemplaren het aantal exemplaren in dat u wilt afdrukken. Pagina’s Selecteer Alle of Bereik. Selecteert u Bereik, typ dan de betreffende paginanummers in de tekstvakken naast deze optie. Afdrukmateriaal Deze optie bepaalt welke andere opties beschikbaar zijn. Daarom moet u deze optie altijd eerst instellen. Selecteer bij Afdrukmateriaal het type papier dat u in de printer hebt geladen.
Kleur Kleur Hiermee drukt u af in kleur. Zwart-witfoto geavanceerd Hiermee drukt u hoogwaardige zwart-witfoto's af. Zwart Hiermee wordt afgedrukt in grijstinten. Modus Met de opties voor Modus hebt u de beschikking over drie besturingsniveaus voor de printersoftware. Dit wordt hierna uitgelegd. Automatisch Dit is de snelste en eenvoudigste manier om te beginnen met afdrukken.
De modus Aangepast Aangepaste instellingen U kunt uw aangepaste instellingen kiezen uit de lijst. Geavanceerde instellingen U kunt uw eigen instellingen maken en opslaan. & Zie “Geavanceerde instellingen” op pagina 187 Wanneer u een instelling kiest voor Aangepast, worden andere opties zoals Afdrukkwaliteit en Kleurenbeheer automatisch ingesteld. Wijzigingen in deze instellingen worden weergegeven in het schermpje aan de linkerzijde van het afdrukvenster.
U opent de geavanceerde instellingen door Aangepast te selecteren en vervolgens op Geavanceerd te klikken. Opmerking: ❏ De optie PhotoEnhance is alleen van invloed op afbeeldingen, niet op tekst of grafieken. Als u bijvoorbeeld Sepia selecteert in de lijst Tint (die beschikbaar is als PhotoEnhance is geselecteerd), worden alleen de afbeeldingen van het document in een sepiatint afgedrukt. Gekleurde tekst of grafieken in hetzelfde document worden in kleur afgedrukt.
Kleur Kleur Hiermee drukt u af in kleur. Zwart-witfoto geavanceerd Hiermee drukt u hoogwaardige zwart-witfoto's af. Zwart Hiermee wordt afgedrukt in grijstinten. Afdrukkwaliteit Selecteer de gewenste Afdrukkwaliteit in de lijst. Opmerking: De beschikbaarheid van de optie Afdrukkwaliteit hangt af van de instelling bij Afdrukmateriaal. Selecteer daarom eerst het Afdrukmateriaal en stel dan pas de Afdrukkwaliteit in. Hoge snelheid Hiermee schakelt u het bidirectioneel afdrukken in.
Haarscherp Afhankelijk van de geselecteerde instelling bij Afdrukkwaliteit kunt u Haarscherp inschakelen voor een zeer scherpe afdruk van tekst, effen kleuren en lijntekeningen. Afdrukken met de fijnste kwaliteit duurt langer en vergt meer geheugen. De mogelijkheid bestaat bovendien dat u bepaalde grotere afbeeldingen niet kunt afdrukken en dat bepaalde patronen niet goed worden afgedrukt. Als u problemen ondervindt tijdens het afdrukken in deze modus, schakel deze optie dan uit of installeer meer geheugen.
Modus EPSON Levendig: Hiermee wordt, afhankelijk van uw gegevens, de kleurbalans verbeterd voor een optimaal afdrukresultaat. Deze instelling wordt aanbevolen voor de meeste afdruktaken. EPSON Standaard (sRGB): Hiermee krijgt u een resultaat dat nauw overeenkomt met de originele gegevens. Adobe RGB: Hiermee worden alle CMYK-kleuren die dit apparaat kan afdrukken maximaal benut. Deze instelling wordt aanbevolen voor het afdrukken van digitale foto's.
Als u PhotoEnhance selecteert, wordt ook het selectievakje Digitale-cameracorrectie beschikbaar. Als u dit selectievakje inschakelt, kunt u ook het selectievakje Gladde huid gebruiken. Schakel dit selectievakje in als u foto's afdrukt die met een digitale camera zijn genomen en als u wilt dat de afgedrukte afbeeldingen er net zo natuurlijk uitzien als foto's die met een traditionele camera zijn genomen. ColorSync Deze methode zorgt ervoor dat de afgedrukte kleuren overeenkomen met de schermkleuren.
Zwart-witfoto geavanceerd: U gaat naar de instellingen voor geavanceerde zwart-witfoto's door Zwart-witfoto geavanceerd te selecteren bij Kleur. Hier kunt u uw foto's gedetailleerd aanpassen met behulp van de volgende functies. Opmerking: Of Zwart-witfoto geavanceerd kan worden gebruikt, hangt af van de geïnstalleerde cartridge (fotozwart of matzwart), het ingestelde afdrukmateriaal en de ingestelde afdrukkwaliteit. Voor het meeste afdrukmateriaal selecteert u Beste foto of Photo RPM als afdrukkwaliteit.
Kleurtinten Selecteer een van de volgende instellingen. Neutraal Hiermee wordt de gewone kleurcorrectie voor zwart-witfoto's toegepast. Koel Hiermee krijgen uw foto's een koele tint. Warm Hiermee krijgen uw foto's een warme tint. Sepia Hiermee krijgen uw foto's een sepiatint. Bijregelen Deze optie verschijnt wanneer u de tint wijzigt, de instellingen aanpast met de schuifbalken of kleurcirkel, of het selectievakje Witte delen bijkleuren inschakelt.
Tint van hoge lichten Hiermee past u de tinten van de hoge lichten aan van -25 tot +25. Maximale optische dichtheid Hiermee past u de scherpte van de afdruk aan. U krijgt een iets waziger afdruk als u de dichtheid verlaagt naar een waarde van -50 tot 0. Witte delen bijkleuren Schakel dit selectievakje in als u voor witte delen toch een klein beetje inkt wilt gebruiken voor een aantrekkelijker resultaat. Kleurcirkel Klik in de kleurcirkel om de tinten van uw zwart-witfoto aan te passen.
Instellingen opslaan Als u uw geavanceerde instellingen wilt opslaan in de lijst Aangepaste instellingen, klikt u in het dialoogvenster Geavanceerd op Instell. opslaan. Het dialoogvenster Aangepaste instellingen verschijnt. Typ een unieke naam voor uw instellingen in het vak Naam en klik vervolgens op Opslaan (Save). De naam kan maximaal 16 letters en cijfers bevatten. U kunt ook maximaal acht tekens met dubbele bytes gebruiken.
Als u de instellingen bij Afdrukmateriaal, Kleur of andere geavanceerde instellingen wijzigt en vervolgens op OK klikt terwijl een van uw opgeslagen instellingen is geselecteerd in de keuzelijst Aangepaste instellingen van de basisinstellingen, dan keert de in de lijst getoonde selectie terug naar Aangepaste instellingen. De wijziging is niet van invloed op de aangepaste instelling die eerder was geselecteerd en deze blijft gewoon in de lijst staan.
3. Selecteer bij Afdruktijdstip de optie Dringend, Normaal, Afdruk om of Uitstellen. Als u Afdruk om selecteert, kunt u de datum en tijd waarop het document wordt afgedrukt instellen met de pijlen naast het datum- en tijdveld. Opmerking: Zorg ervoor dat de computer en printer aanstaan op het moment dat u het document wilt afdrukken. 4. Klik op OK. Het dialoogvenster voor afdrukken op de achtergrond wordt gesloten. 5. Geef de gewenste instellingen op in het afdrukvenster en klik op Afdrukken.
2. Klik in het afdrukvenster op de pictogramknop Voorbeeld. De knop Afdrukken verandert in de knop Voorbeeld. Opmerking: Gebruik de pictogramknop Voorbeeld om te schakelen tussen de modi Afdrukken , Voorbeeld en Opslaan . Klik op de pictogramknop om de gewenste modus te selecteren en klik vervolgens op de knop rechts naast het pictogram om de geselecteerde modus te gebruiken. & Zie “Afdrukgegevens opslaan in een bestand” op pagina 201 3. Klik op de knop Voorbeeld.
In het dialoogvenster met het afdrukvoorbeeld vindt u zes pictogramknoppen waaraan de volgende functies verbonden zijn. Pictogram Naam knop Functie Watermerk bewerken Klik hierop om een watermerk te selecteren, verplaatsen, vergroten of verkleinen. Zoomen Klik hierop om het formaat van het afdrukvoorbeeld te vergroten of verkleinen. Weergeven/ Verbergen Afdrukgebied Klik hierop om de lijnen die het afdrukgebied markeren te tonen of verbergen.
Afdrukgegevens opslaan in een bestand U kunt de afdrukgegevens in een bestand opslaan door in het te klikken. Met afdrukvenster op de pictogramknop Opslaan deze functie kunt u het document aan de hand van de opgeslagen afdrukgegevens op een later tijdstip afdrukken door eenvoudig op het opgeslagen bestand te dubbelklikken. Ga als volgt te werk. Opmerking: Gebruik de pictogramknop Voorbeeld om te schakelen tussen de modi Afdrukken , Voorbeeld en Opslaan .
Dialoogvenster voor de lay-out U kunt de lay-out van een document wijzigen met de instellingen van de printerdriver in het venster voor de lay-out. Open dit dialoogvenster door in het menu Archief (File) van uw toepassing op Print te klikken en in het afdrukvenster dat vervolgens verschijnt op de pictogramknop Lay-out . 202 Volledige pagina Hiermee vergroot of verkleint u een afbeelding, zodat deze wordt aangepast aan het geselecteerde papierformaat.
Meerdere pagina's Hiermee kunt u kiezen uit Pagina's per vel en Poster. Pagina's per vel Selecteer deze instelling als u twee of vier pagina's van uw document wilt afdrukken op één vel papier. & Zie “Meerdere pagina's op één vel papier afdrukken” op pagina 101 Poster U kunt een afzonderlijke pagina van een document zodanig vergroten dat deze ene pagina 4, 9 of 16 vellen papier beslaat. Selecteer de optie Poster als u een afbeelding op posterformaat wilt afdrukken.
U gebruikt de hulpprogramma's door in het afdrukvenster of het dialoogvenster voor de pagina-instelling op de pictogramknop Hulpprogramma’s te klikken en vervolgens op de knop van het gewenste hulpprogramma. EPSON StatusMonitor Bewaakt de status van de printer. Als het programma een printerfout ontdekt, wordt daarover een foutbericht weergegeven. U kunt het hulpprogramma ook gebruiken om te controleren hoeveel inkt er nog beschikbaar is om af te drukken.
Spuitkanaaltjes controleren Controleert of de spuitkanaaltjes van de printkop verstopt zijn. Controleer de spuitkanaaltjes als de afdrukkwaliteit slechter wordt en ter controle nadat u de spuitkanaaltjes hebt gereinigd. Als uit de controle blijkt dat de printkop moet worden gereinigd, kunt u het hulpprogramma Printkop reinigen rechtstreeks openen vanuit het hulpprogramma Spuitkanaaltjes controleren.
Hoofdstuk 4 Software gebruiken Software Printerdriver (en Status Monitor 3) De printerdriver is de software waarmee u de printerinstellingen kunt aanpassen. In het venster met printerinstellingen bepaalt u allerlei opties, zoals het afdrukmateriaal en het formaat dat u gebruikt. Gebruikershandleiding De gebruikershandleiding bevat een beschrijving van de mogelijkheden van uw printer. Daarbij krijgt u stapsgewijze instructies voor het gebruik van alle functies.
EPSON Web-To-Page (alleen voor Windows) 4 EPSON Web-To-Page vereenvoudigt het afdrukken van webpagina's door ze automatisch aan te passen aan uw papierformaat en door u een afdrukvoorbeeld te laten zien van het eindresultaat. Hiervoor is (na installatie van de software) een optie toegevoegd aan de werkbalk van Microsoft Internet Explorer. 4 4 4 EPSON Easy Photo Print Met EPSON Easy Photo Print kunt u uw digitale afbeeldingen afdrukken op verschillende soorten papier.
EPSON RAW Print (alleen voor Windows XP en 2000) EPSON RAW Print maakt het mogelijk om RAW-gegevens te verwerken, weer te geven en af te drukken. EPSON Creativity Suite EPSON Creativity Suite is een verzameling programma's voor het scannen, opslaan, beheren, bewerken en afdrukken van afbeeldingen. EPSON File Manager is het hoofdprogramma waarmee u uw afbeeldingen scant en opslaat, en vervolgens weergeeft in een gebruiksvriendelijk venster.
Opmerking: Wanneer u de software installeert vanaf de cd die bij uw printer is geleverd, worden automatisch al deze toepassingen op uw computer geïnstalleerd. Meer informatie over het installeren van de software vindt u op de poster Hier beginnen die u bij uw printer hebt gekregen. Hierna worden de verschillende toepassingen nader beschreven. Uitgelegd wordt onder meer hoe u de toepassingen opent.
❏ U kunt afbeeldingen zoeken op uw vaste schijf. ❏ U kunt afbeeldingen weergeven in de vorm van een diavoorstelling. ❏ U kunt afbeeldingen retoucheren. EPSON File Manager starten U kunt EPSON File Manager op drie manieren starten: ❏ Dubbelklik op het pictogram EPSON File Manager op het bureaublad. ❏ Sleep afbeeldingen of een map naar het pictogram EPSON File Manager op het bureaublad.
Gemakkelijk foto's afdrukken 4 4 4 4 4 Met EPSON Easy Photo Print kunt u uw digitale afbeeldingen afdrukken op verschillende soorten papier. Dankzij de stapsgewijze instructies bereikt u snel het gewenste resultaat zonder dat u allerlei ingewikkelde instellingen hoeft op te geven. ❏ Met de functie Custom Print kunt u met één klik afdrukken met de instellingen die u speciaal daarvoor hebt opgeslagen. ❏ Met speciale lay-outs en PIF-kaders kunt u kalenders of wenskaarten maken.
EPSON Easy Photo Print starten U kunt EPSON Easy Photo Print op twee manieren openen: ❏ Dubbelklik op het pictogram EPSON File Manager op het bureaublad, selecteer de gewenste afbeeldingen en klik op het pictogram Foto eenvoudig boven in het venster van EPSON File Manager. ❏ Voor Windows: Klik op Start, wijs naar Alle programma's (All Programs) (Windows XP) of Programma's (Programs) (Windows Me, 98 en 2000), wijs naar EPSON Creativity Suite en klik vervolgens op EPSON Easy Photo Print.
Professioneel uitziende foto's maken 4 4 4 4 4 Met EPSON Darkroom Print hebt u uw eigen doka. Met deze software kunt u heel nauwkeurig de gewenste instellingen voor de lay-out en kleuren opgeven, voor een professioneel resultaat. Subtiele kleuraanpassingen zijn hiermee heel goed mogelijk, omdat u eerst een blad met voorbeelden bekijkt en afdrukt, en vervolgens het best gelukte voorbeeld definitief afdrukt.
❏ Voor Windows: Klik op Start, wijs naar Alle programma's (All Programs) (Windows XP) of Programma's (Programs) (Windows Me, 98 en 2000), wijs naar EPSON Creativity Suite en klik vervolgens op EPSON Darkroom Print. Voor Mac OS X: Dubbelklik op de map Programma's (Applications) in Macintosh HD en dubbelklik vervolgens op de map EPSON. Dubbelklik nu op de map Creativity Suite gevolgd door de map Darkroom Print en het pictogram EPSON Darkroom Print voor X.
EPSON RAW Print starten Zorg ervoor dat EPSON Easy Photo Print uit de EPSON Creativity Suite al is geïnstalleerd. U hebt EPSON Easy Photo Print nodig om EPSON RAW Print te kunnen gebruiken. 4 4 Klik op Start, wijs naar Alle programma's (All Programs) (Windows XP) of Programma's (Programs) (Windows 2000) gevolgd door EPSON RAW Print en klik op EPSON RAW Print. 4 Voor meer informatie selecteert u Gebruikershandleiding in het menu Help van deze toepassing.
EPSON Attach To E-mail starten U kunt EPSON Attach To Email op twee manieren openen: ❏ Dubbelklik op het pictogram EPSON File Manager op het bureaublad en klik op het pictogram E-mailen boven in het venster van EPSON File Manager. ❏ Voor Windows: Klik op Start, wijs naar Alle programma's (All Programs) (Windows XP) of Programma's (Programs) (Windows Me, 98 en 2000), wijs naar EPSON Creativity Suite gevolgd door EPSON Attach To Email en klik vervolgens op EPSON Attach To Email.
Opmerking: Deze software is alleen geschikt voor Windows. 4 4 4 4 4 4 Web-To-Page openen Als u EPSON Web-To-Page hebt geïnstalleerd, wordt in het venster van Microsoft Internet Explorer een nieuwe balk weergegeven. Als deze balk niet wordt weergegeven, selecteert u in Internet Explorer de opdracht Werkbalken in het menu Beeld, gevolgd door EPSON Web-To-Page.
EPSON Easy Print Module Met EPSON Easy Print Module kunt u papierinstellingen opgeven voor de toepassingssoftware van EPSON. Deze module wordt automatisch met de andere software meegeïnstalleerd. Opmerking: De nieuwste versie van deze module kan worden gedownload van de EPSON-website. Toepassingen van de EPSON Creativity Suite verwijderen Toepassingen die u niet per se nodig hebt, kunt u verwijderen. Ga als volgt te werk.
3. Selecteer de software die u wilt verwijderen. 4 4. Klik op Wijzigen/verwijderen (Change/Remove) in Windows XP of 2000, of op Toevoegen/Verwijderen (Add/Remove) in Windows Me of 98. 5. Klik op Ja (Yes) wanneer u om bevestiging wordt gevraagd. 4 4 6. Volg de instructies op het scherm. 4 Voor Mac OS X Opmerking: ❏ Voor het verwijderen van software meldt u zich aan met een beheerdersaccount. U kunt geen software verwijderen als u als beperkte gebruiker bent aangemeld.
Hoofdstuk 5 Cartridges vervangen Een lege cartridge vervangen Deze printer gebruikt cartridges met een chip. De chip houdt precies bij hoeveel inkt elke cartridge verbruikt. Op die manier wordt alle inkt opgebruikt, ook als de cartridge wordt verwijderd en later weer wordt geïnstalleerd. Telkens wanneer de cartridge in de printer wordt geplaatst, wordt wel steeds een beetje inkt verbruikt, doordat de printer een controle uitvoert.
c Let op: ❏ Epson raadt het gebruik van originele Epson-cartridges aan. Andere producten die niet door Epson zijn vervaardigd, kunnen leiden tot beschadiging van de printer die niet onder de garantie van Epson valt. ❏ Laat de oude cartridge in de printer zitten tot u een nieuwe hebt aangeschaft; anders kan de inkt in de spuitkanaaltjes van de inktkop opdrogen. ❏ Probeer de cartridges niet bij te vullen. De printer berekent de hoeveelheid resterende inkt met behulp van een speciale chip op de cartridge.
In de onderstaande tabel staan de verschillende statuslampjes met de benodigde actie. Lampjes Actie FH Schaf een nieuwe cartridge aan in de kleur licht-lichtzwart (T0599), lichtmagenta (T0596), lichtcyaan (T0595), lichtzwart (T0597), fotozwart (T0591), matzwarte (T0598), cyaan (T0592), magenta (T0593) of geel (T0594). OH Vervang de lege cartridge. O = aan, F = knippert Ga als volgt te werk om een cartridge te vervangen met behulp van de inktnop H.
3. Druk op de inktknop H. De printkop gaat naar de positie waar de cartridge kan worden vervangen en het aan-uitlampje P begint te knipperen. Als de cartridge bijna leeg is, wordt dit aangegeven met een knipperend inktlampje net boven de cartridge. Als de cartridge helemaal leeg is, brandt het inktlampje boven de cartridge continu. 5 5 5 5 5 5 Opmerking: ❏ Een cartridge die bijna leeg is, kunt u blijven gebruiken tot de inkt helemaal op is.
4. Het beste resultaat krijgt u wanneer u de cartridge vier- of vijfmaal schudt voordat u de verpakking opent. 5. Neem de nieuwe cartridge uit de verpakking. c Let op: ❏ Pas goed op dat u de haken aan de zijkant van de cartridge niet afbreekt wanneer u de cartridge uit de verpakking haalt. ❏ De beschermstrook op de cartridge mag niet worden verwijderd of gescheurd, omdat de cartridge anders gaat lekken. ❏ Raak de groene chip aan de zijkant van de cartridges niet aan.
❏ Als een cartridge tijdelijk uit de printer moet worden gehaald, let er dan op dat het inkttoevoergedeelte van de cartridge schoon blijft. Bewaar de cartridge in dezelfde omgeving als de printer. Bewaar cartridges met het label naar boven. Bewaar cartridges nooit ondersteboven. Een ventieltje in de inkttoevoer maakt een deksel of stop overbodig, maar de inkt kan wel vlekken geven op voorwerpen die tegen dit deel van de cartridge komen. Raak de inkttoevoer of het gebied eromheen niet aan.
8. Plaats de nieuwe cartridge verticaal in de cartridgehouder. Druk de cartridge nu omlaag tot hij vastklikt. Sluit de cartridgekap en de bovenste printerkap wanneer u klaar bent met het vervangen van de cartridge. 9. Druk op de inktknop H. De printkop wordt verplaatst en het inkttoevoersysteem wordt geladen. Dit duurt ongeveer één minuut. Wanneer de inkt is geladen, gaat de printkop terug naar de uitgangspositie. Het aan-uitlampje P stopt met knipperen en brandt nu continu. Het inktlampje H gaat uit.
Opmerking: Als wordt aangegeven dat de inkt op is nadat de printkop naar zijn uitgangspositie is geschoven, is de cartridge misschien niet goed geïnstalleerd. Druk nogmaals op de inktknop H en installeer de cartridge opnieuw. Let er daarbij goed op dat de cartridge vastklikt.
Als u een cartridge wilt vervangen voordat het inktlampje H knippert of EPSON Status Monitor u laat weten dat de cartridge leeg is, volgt u de instructies in dit gedeelte. U kunt een cartridge vervangen met behulp van het bedieningspaneel van de printer. w Waarschuwing: ❏ Houd cartridges buiten het bereik van kinderen. Zorg ervoor dat kinderen niet uit de cartridges drinken of op een andere wijze in aanraking komen met de cartridges. ❏ Wees voorzichtig met gebruikte cartridges.
Opmerking: ❏ Als een van de cartridges leeg is, kunt u geen afdrukken meer maken, ook niet wanneer de andere cartridges nog wel inkt bevatten. Vervang de lege cartridge voordat u gaat afdrukken.
3. Neem de nieuwe cartridge uit de verpakking. c Let op: ❏ Pas goed op dat u de haken aan de zijkant van de cartridge niet afbreekt wanneer u de cartridge uit de verpakking haalt. ❏ De beschermstrook op de cartridge mag niet worden verwijderd of gescheurd, omdat de cartridge anders gaat lekken. ❏ Raak de groene chip aan de zijkant van de cartridges niet aan. Hierdoor kan de cartridge beschadigd raken. Dit deel niet aanraken.
5. Druk op de inktknop H . De printkop gaat naar de positie waar de cartridge kan worden vervangen en het aan-uitlampje P begint te knipperen. Opmerking: Houd de inktknop H niet langer dan drie seconden ingedrukt. Anders wordt de printkopreiniging gestart. 5 5 5 5 5 5 c Let op: Verplaats de printkop niet met de hand. Hierdoor kan de printer worden beschadigd. Druk altijd op de inktknop H om de printkop te verplaatsen.
6. Open de cartridgekap. Knijp in de zijkant van de cartridge die u wilt vervangen en haal de cartridge uit de printer. Houd bij het weggooien rekening met de plaatselijke milieuvoorschriften. In de illustraties wordt het vervangen van de cartridge met licht-lichtzwart getoond. w Waarschuwing: Als u inkt op uw handen krijgt, was ze dan grondig met water en zeep. Als u inkt in uw ogen krijgt, moet u uw ogen onmiddellijk uitspoelen met water.
8. Druk op de inktknop H. De printkop wordt verplaatst en het inkttoevoersysteem wordt geladen. Dit duurt ongeveer één minuut. Wanneer dit is afgelopen, keert de printkop terug naar de uitgangspositie en houdt het aan-uitlampje P op met knipperen. 5 5 5 5 5 c Let op: Het aan-uitlampje P blijft knipperen tijdens het laden van de inkt. Zet de printer nooit uit terwijl dit lampje knippert. Het inkttoevoersysteem wordt dan niet volledig geladen.
Zwarte cartridges afstemmen op de papiersoort Deze printer gebruikt acht cartridges (bijgeleverd). Verder is er een extra cartridge, matzwart (Matte Black), die u kunt gebruiken in plaats van fotozwart (Photo Black) wanneer u wilt afdrukken op dik papier. Verwissel de cartridge op basis van uw behoeften. Raadpleeg het volgende gedeelte als u de cartridge wilt vervangen. & Zie “Cartridges vervangen” op pagina 220. Mogelijke inktcombinaties.
Archival Matte Paper Matzwart 5 Matte Paper Heavyweight 5 DoubleSided Matte Paper 5 UltraSmooth Fine Art Paper 5 Gewoon papier Photo Quality Ink Jet Paper 5 Photo Quality Self Adhesive Sheet 5 Watercolor Paper Radiant White 5 Velvet Fine Art Paper Opmerking: De beschikbaarheid van speciaal afdrukmateriaal kan van land tot land verschillen.
c Let op: ❏ Installeer de cartridges niet in een andere combinatie dan hierboven getoond. ❏ U kunt alleen de vierde cartridge van rechts omwisselen. Een cartridge vervangen Opmerking: Vervang een cartridge alleen wanneer dat echt nodig is. Na het vervangen van de cartridge wordt van alle kleuren een bepaalde hoeveelheid inkt verbruikt om de printkop schoon te maken. Hierna wordt beschreven (als voorbeeld) hoe u fotozwart vervangt door matzwart. 1. Controleer of de printer aanstaat.
Opmerking: Houd de inktknop H niet langer dan drie seconden ingedrukt. Anders wordt de printkopreiniging gestart. 5 5 5 5 5 c Let op: Verplaats de printkop niet met de hand. Hierdoor kan de printer worden beschadigd. Druk altijd op de inktknop H om de printkop te verplaatsen. 4. Open de cartridgekap. Knijp de zijkanten in van de cartridge met de kleur fotozwart en trek de cartridge uit de printer. Opmerking: Vervang de zwarte cartridges (fotozwart of matzwart) niet tijdens het afdrukken.
w Waarschuwing: Als u inkt op uw handen krijgt, was ze dan grondig met water en zeep. Als u inkt in uw ogen krijgt, moet u uw ogen onmiddellijk uitspoelen met water. Raadpleeg onmiddellijk een arts als u ondanks grondig spoelen problemen krijgt met uw ogen of nog steeds ongemak ondervindt. c Let op: ❏ Pas goed op dat u de haken aan de zijkant van de cartridge niet afbreekt wanneer u de cartridge uit de verpakking haalt.
❏ Installeer na het verwijderen van de oude cartridge altijd onmiddellijk een nieuwe. Als er niet meteen een cartridge wordt geïnstalleerd, kan de printkop uitdrogen en onbruikbaar worden. 5. Plaats de cartridge verticaal in de cartridgehouder. Druk de cartridge omlaag tot hij vastklikt. Sluit de cartridgekap en de bovenste printerkap wanneer u klaar bent met het vervangen van de cartridge. 5 5 5 5 5 5 6. Druk op de inktknop H. De printkop wordt verplaatst en het inkttoevoersysteem wordt geladen.
c Let op: Het aan-uitlampje P blijft knipperen tijdens het laden van de inkt. Zet de printer nooit uit terwijl dit lampje knippert. Het inkttoevoersysteem wordt dan niet volledig geladen. Opmerking: ❏ Als wordt aangegeven dat de inkt op is nadat de printkop naar zijn uitgangspositie is geschoven, is de cartridge misschien niet goed geïnstalleerd. Druk nogmaals op de inktknop H en installeer de cartridge opnieuw. Let er daarbij goed op dat de cartridge vastklikt.
3. Klik op het tabblad Hulpprogramma's en vervolgens op de knop Printer- en optie-informatie. 5 5 5 5 5 5 5 4. Controleer of de juiste cartridge is geselecteerd.
Voor Macintosh-gebruikers Voor Mac OS X Klik op het pictogram van het EPSON-printerhulpprogramma in de map Programma's (Applications) in Macintosh HD. Selecteer uw printer in de lijst. Dubbelklik vervolgens op het pictogram EPSON StatusMonitor. Klik op de knop Updaten. De driverinstelling voor de cartridge wordt bijgewerkt. Voor Mac OS 9 Kies de Kiezer (Chooser) in het Apple-menu en klik op het pictogram van uw printer. De driverinstelling voor de cartridge wordt bijgewerkt.
EPSON Status Monitor 3 5 U kunt EPSON Status Monitor 3 op een van de volgende manieren openen. ❏ Dubbelklik op het printerpictogram op de taakbalk van Windows. Raadpleeg het hierna genoemde gedeelte voor informatie over het toevoegen van dit pictogram aan de taakbalk. & Zie “Controlevoorkeursinstellingen” op pagina 161 ❏ Open de printersoftware, klik op het tabblad Hulpprogramma's en klik vervolgens op de knop Status Monitor 3.
Opmerking: ❏ Als een van de cartridges in de printer kapot is, of niet compatibel met het model printer of onjuist geïnstalleerd, kan EPSON Status Monitor 3 geen nauwkeurige berekening van de hoeveelheid inkt in de cartridges laten zien. Vervang of herinstalleer altijd elke cartridge die door EPSON Status Monitor 3 wordt aangeduid. ❏ Controleer of de juiste cartridge wordt weergegeven na het omwisselen van fotozwart of matzwart. Als dit niet klopt, moet u de informatie met de hand instellen.
Voor Macintosh 5 U kunt de hoeveelheid resterende inkt controleren via EPSON StatusMonitor. Ga als volgt te werk. 5 Voor Mac OS X 1. Dubbelklik op Macintosh HD (de standaardnaam van de harde schijf), dubbelklik op de programmamap en dubbelklik op het pictogram EPSON-printerhulpprogramma. Het venster Printers wordt weergegeven. 5 2. Selecteer de printer en klik op OK. Het dialoogvenster EPSON Printer Utility wordt weergegeven. 5 3. Klik op EPSON StatusMonitor.
Opmerking: ❏ EPSON StatusMonitor toont hoeveel inkt er nog rest op het moment dat u het programma hebt geopend. Als u de informatie over de hoeveelheid resterende inkt wilt actualiseren, klikt u op Updaten. ❏ Als een van de cartridges in de printer kapot is, of niet compatibel met het model printer of onjuist geïnstalleerd, kan EPSON StatusMonitor geen nauwkeurige berekening van de hoeveelheid inkt in de cartridges laten zien.
Er verschijnt een grafische weergave van de hoeveelheid resterende inkt. 5 5 5 5 5 Opmerking: ❏ EPSON StatusMonitor geeft grafisch weer hoeveel inkt er nog rest vanaf het moment dat u het programma hebt geopend. Als u de informatie over de hoeveelheid resterende inkt wilt actualiseren, klikt u op Updaten.
Hoofdstuk 6 Afdrukkwaliteit verbeteren Printerstatus controleren Voor Windows De voortgangsbalk gebruiken Als u een afdruktaak naar de printer stuurt, wordt de voortgangsbalk weergegeven, zoals in de volgende illustratie. Dit venster geeft de voortgang van de huidige afdruktaak aan en bevat informatie over de printerstatus wanneer communicatie in twee richtingen tussen de printer en de computer tot stand is gebracht. In dit venster verschijnen bovendien foutberichten en nuttige tips voor het afdrukken.
EPSON-afdruktips In het tekstvak onderaan het venster van de voortgangsbalk worden tips weergegeven voor een optimaal gebruik van uw Epson-printersoftware. Er verschijnt een nieuwe tip om de 30 seconden. Als u meer informatie wilt over een tip die wordt weergegeven, klikt u op Details. 6 6 6 6 Foutberichten Als er tijdens het afdrukken een probleem optreedt, verschijnt in het tekstvak bovenaan het venster van de voortgangsbalk een foutbericht.
EPSON Spool Manager gebruiken EPSON Spool Manager is vergelijkbaar met Afdrukbeheer onder Windows. Als twee of meer afdruktaken tegelijk worden ontvangen, worden deze vastgehouden in de volgorde waarin ze zijn ontvangen. (Bij printers in een netwerk wordt dit een afdrukwachtrij genoemd.) Als een afdruktaak bovenaan komt te staan, wordt deze door EPSON Spool Manager naar de printer gestuurd.
❏ Open de printersoftware, klik op het tabblad Hulpprogramma's en klik vervolgens op de knop Status Monitor 3. Als u Status Monitor 3 opent, verschijnt het volgende venster. 6 6 6 6 6 6 6 Informatie weergeven in EPSON Status Monitor 3 EPSON Status Monitor 3 biedt de volgende informatie: ❏ Huidige status: EPSON Status Monitor 3 biedt uitgebreide informatie over de printerstatus, een grafische weergave en statusberichten.
❏ Cartridge-informatie: U kunt informatie over de geïnstalleerde cartridges weergeven door te klikken op Informatie. ❏ Technische ondersteuning U kunt de online-gebruikershandleiding ook openen vanuit EPSON Status Monitor 3: als u een probleem hebt, klikt u op Technische ondersteuning in het venster van EPSON Status Monitor 3. Voor Mac OS X EPSON StatusMonitor gebruiken EPSON StatusMonitor bewaakt dit apparaat. Als het programma een printerfout ontdekt, wordt daarover een foutbericht weergegeven.
U kunt dit programma ook gebruiken om vóór het afdrukken het inktniveau te controleren. EPSON StatusMonitor toont hoeveel inkt er nog rest vanaf het moment dat u het programma hebt geopend. Als u de informatie over de hoeveelheid resterende inkt wilt actualiseren, klikt u op Updaten. 6 6 EPSON StatusMonitor openen Volg de onderstaande instructies om EPSON StatusMonitor te openen. 6 6 1. Open het dialoogvenster EPSON Printer Utility. “De printersoftware voor Mac OS X openen” op pagina 386 2.
Voor Mac OS 9 EPSON StatusMonitor gebruiken EPSON StatusMonitor bewaakt dit apparaat. Als het programma een printerfout ontdekt, wordt daarover een foutbericht weergegeven. Als een cartridge (bijna) leeg is verschijnt de knop Hoe. Als u op de knop Hoe klikt, leidt EPSON StatusMonitor u stapsgewijs door de procedure voor het vervangen van de cartridge. U kunt dit programma ook gebruiken om vóór het afdrukken het inktniveau te controleren.
2. Klik op de pictogramknop StatusMonitor of klik op de pictogramknop Hulpprogramma's en vervolgens op de knop EPSON StatusMonitor in het dialoogvenster dat verschijnt. Het dialoogvenster EPSON StatusMonitor wordt weergegeven. 6 6 6 6 6 6 Configuratie-instellingen vastleggen Ga als volgt te werk om de manier te wijzigen waarop het hulpprogramma EPSON StatusMonitor uw apparaat controleert of afdruktaken afhandelt. 1.
3. Klik op Configuratie. Het dialoogvenster Config.-instellingen verschijnt. In het dialoogvenster Config.-instellingen kunt u de volgende instellingen opgeven. 256 Foutmelding Geef aan op welke manier EPSON StatusMonitor u moet waarschuwen wanneer er zich een fout voordoet. Waarschuwing Geef aan op welke manier EPSON StatusMonitor u op de hoogte moet brengen van een waarschuwingsbericht. Tijdelijke spoolmap Geef aan in welke map u de afdrukgegevens tijdelijk wilt opslaan.
EPSON MonitorIV gebruiken Nadat u een afdruktaak naar de printer hebt gestuurd, kunt u met behulp van het hulpprogramma EPSON MonitorIV afdruktaken die in de wachtrij staan bekijken, annuleren of in een andere volgorde zetten. Het hulpprogramma toont bovendien de status van de huidige afdruktaak. 6 6 6 EPSON MonitorIV openen U opent EPSON MonitorIV als volgt. 1. Schakel eerst in de Kiezer (Chooser) of in het dialoogvenster voor afdrukken op de achtergrond Afdrukken in achtergrond in. 6 6 2.
❏ Gebruik de onderstaande knoppen om afdruktaken tijdelijk te onderbreken, voort te zetten of te annuleren. Selecteer de gewenste afdruktaak en klik vervolgens op de vereiste knop. Uitstellen Stopt het afdrukken en laat de huidige afdruktaak bovenaan de wachtrij staan. Hervatten Herneemt het afdrukken. Verwijderen Stopt het afdrukken en verwijdert de afdruktaak uit de wachtrij. ❏ Klik op Afdrukwachtrij stoppen om het afdrukken te onderbreken.
❏ Klik op de pijl Details weergeven om het dialoogvenster EPSON MonitorIV aan de onderzijde uit te breiden (ongeveer zoals in de volgende illustratie). Het extra deel van het dialoogvenster toont gedetailleerde informatie over de printersoftware-instellingen van het geselecteerde document. 6 6 6 6 6 6 De prioriteit van afdruktaken wijzigen U wijzigt als volgt de prioriteit van de afdruktaken in een wachtrij.
2. Klik op de pijl Details weergeven om het dialoogvenster EPSON MonitorIV aan de onderzijde uit te breiden (ongeveer zoals in de volgende illustratie). 3. Selecteer in de lijst Prioriteit Dringend, Normaal, Uitstellen of Afdruk om. Opmerking: Als u Afdruk om selecteert, wordt er een dialoogvenster weergegeven waarin u een datum en tijd kunt opgeven voor het afdrukken van het document. Zorg ervoor dat uw apparaat en computer aanstaan op het tijdstip dat u opgeeft.
U kunt de spuitkanaaltjes van de printkop vanaf uw computer controleren met het hulpprogramma Spuitkanaaltjes controleren of rechtstreeks vanaf de printer met de knoppen op het bedieningspaneel. Opmerking: Als het inktlampje H knippert, kunt u de printkop niet reinigen. U moet dan eerst de betreffende cartridge vervangen.
Voor Mac OS X Volg de onderstaande instructies om het hulpprogramma Spuitkanaaltjes controleren te gebruiken. 1. Zorg ervoor dat de papiertoevoer papier bevat van A4- of Letter-formaat. Opmerking: Er moet papier in de handmatige papiertoevoer aan de voorzijde zitten en de printerkap aan de voorzijde moet gesloten zijn wanneer u het hulpprogramma Spuitkanaaltjes controleren wilt gebruiken. 2. Open het dialoogvenster EPSON Printer Utility. “De printersoftware voor Mac OS X openen” op pagina 386 3.
2. Open het afdrukvenster of het dialoogvenster voor de pagina-instelling. 6 “De printersoftware voor Mac OS 9 openen” op pagina 386 3. Klik op de pictogramknop Hulpprogramma's en vervolgens op de knop Spuitkanaaltjes controleren in het dialoogvenster dat verschijnt. 4. Volg de instructies op het scherm. 6 6 6 De knoppen op het bedieningspaneel gebruiken 6 Om de spuitkanaaltjes van de printkop te controleren met de knoppen op het bedieningspaneel gaat u als volgt te werk. 6 1. Zet de printer uit. 2.
3. Houd de papierknop ) (➀ in de onderstaande illustratie) ingedrukt en de aan-uitknop P (➁ in de onderstaande illustratie) om de printer aan te zetten. 4. Laat vervolgens alleen de aan-uitknop P los wanneer de printer wordt aangezet. Wanneer de printer begint met het uitvoeren van de controle laat u ook de papierknop ) los. Hieronder ziet u enkele controlepatronen.
Als de kwaliteit niet goed is, is er iets mis met de printer. Mogelijk is er sprake van een verstopt spuitkanaaltje of een onjuist uitgelijnde printkop. 6 6 De printkop reinigen Als uw afdrukken opeens vager worden of als er puntjes ontbreken, kunt u proberen het probleem op te lossen door de printkop te reinigen, zodat de inkt weer op de juiste wijze door de spuitkanaaltjes wordt toegevoerd.
Raadpleeg voor het gebruik van het hulpprogramma Printkop reinigen het gedeelte dat van toepassing is op uw systeem. Voor Windows Om de printkop te reinigen met het hulpprogramma Automatische printkopreiniging gaat u als volgt te werk. 1. Controleer of de printer aanstaat en het inktlampje H niet brandt. 2. Zorg ervoor dat de papiertoevoer gewoon papier bevat van A4- of Letter-formaat.
Hieronder ziet u een controlepatroon: 6 6 6 Het bovenstaande voorbeeld is in zwart-wit, maar in werkelijkheid wordt in kleur afgedrukt. Opmerking: ❏ Als de afdrukkwaliteit niet is verbeterd, zet u de printer uit en laat u hem een nacht rusten. Daarna controleert u opnieuw de spuitkanaaltjes en herhaalt u zonodig het reinigen van de printkop. ❏ Als de afdrukkwaliteit dan nog te wensen overlaat, is minimaal een van de cartridges verouderd of beschadigd en aan vervanging toe.
Opmerking: Er moet papier in de handmatige papiertoevoer aan de voorzijde zitten en de printerkap aan de voorzijde moet gesloten zijn wanneer u het hulpprogramma Spuitkanaaltjes automatisch controleren en reinigen wilt gebruiken. 3. Open het dialoogvenster EPSON Printer Utility. “De printersoftware voor Mac OS X openen” op pagina 386 4. Selecteer de printer en klik op OK in het venster Printers (Printer List). 5.
❏ Als de afdrukkwaliteit dan nog te wensen overlaat, is minimaal een van de cartridges verouderd of beschadigd en aan vervanging toe. & Zie “Een lege cartridge vervangen” op pagina 227 6 ❏ Neem contact op met uw leverancier als de afdrukkwaliteit nog steeds niet goed is nadat u de cartridges hebt vervangen. 6 ❏ Om een goede afdrukkwaliteit te behouden raden we u aan om ten minste eenmaal per maand een paar pagina's af te drukken.
c Let op: Zet de printer nooit uit terwijl het aan-uitlampje P knippert. Dit kan de printer beschadigen. Hieronder ziet u een controlepatroon. Het bovenstaande voorbeeld is in zwart-wit, maar in werkelijkheid wordt in kleur afgedrukt. Opmerking: ❏ Als de afdrukkwaliteit niet is verbeterd, zet u de printer uit en laat u hem een nacht rusten. Daarna controleert u opnieuw de spuitkanaaltjes en herhaalt u zonodig het reinigen van de printkop.
Voor Windows Om de printkop te reinigen met het hulpprogramma Printkop reinigen gaat u als volgt te werk. 6 1. Controleer of de printer aanstaat en het inktlampje H niet brandt. 6 2. Open de printersoftware. “De printersoftware voor Windows openen” op pagina 384 3. Klik op het tabblad Hulpprogramma’s en vervolgens op de knop Printkop reinigen. 6 6 4. Volg de instructies op het scherm. Het aan-uitlampje P knippert terwijl de printer de reinigingsprocedure uitvoert.
Hieronder ziet u enkele controlepatronen: De printer werkt normaal De printkop moet worden schoongemaakt Het bovenstaande voorbeeld is in zwart-wit, maar in werkelijkheid wordt in kleur afgedrukt. Als de controlepagina niet goed wordt afgedrukt, maak de printkop dan nogmaals schoon en druk het controlepatroon opnieuw af.
Voor Mac OS X Om de printkop te reinigen met het hulpprogramma Printkop reinigen gaat u als volgt te werk. 6 1. Controleer of de printer aanstaat en het inktlampje H niet brandt. 6 2. Open het dialoogvenster EPSON Printer Utility. “De printersoftware voor Mac OS X openen” op pagina 386 3. Selecteer de printer en klik op OK in het venster Printers (Printer List). 4. Klik op de knop Printkop reinigen in het dialoogvenster dat verschijnt. 6 6 6 5. Volg de instructies op het scherm.
Hieronder ziet u enkele controlepatronen. De printer werkt normaal De printkop moet worden schoongemaakt Het bovenstaande voorbeeld is in zwart-wit, maar in werkelijkheid wordt in kleur afgedrukt. Als de controlepagina niet goed wordt afgedrukt, maak de printkop dan nogmaals schoon en druk het controlepatroon opnieuw af.
Voor Mac OS 9 Om de printkop te reinigen met het hulpprogramma Printkop reinigen gaat u als volgt te werk. 6 1. Controleer of de printer aanstaat en het inktlampje H niet brandt. 6 2. Open het afdrukvenster of het dialoogvenster voor de pagina-instelling. “De printersoftware voor Mac OS 9 openen” op pagina 386 3. Klik op de pictogramknop Hulpprogramma’s vervolgens op de knop Printkop reinigen. 6 6 en klik 6 4. Volg de instructies op het scherm.
Hieronder ziet u enkele controlepatronen. De printer werkt normaal De printkop moet worden schoongemaakt Het bovenstaande voorbeeld is in zwart-wit, maar in werkelijkheid wordt in kleur afgedrukt. Als de controlepagina niet goed wordt afgedrukt, maak de printkop dan nogmaals schoon en druk het controlepatroon opnieuw af.
De knoppen op het bedieningspaneel gebruiken 6 Om de printkop te reinigen met de knoppen op het bedieningspaneel gaat u als volgt te werk. 6 1. Controleer of het aan-uitlampje P brandt en het inktlampje H niet. Houd de inktknop H drie seconden ingedrukt. 6 6 6 6 6 De printer start het reinigen van de printkop en het aan-uitlampje P begint te knipperen.
Opmerking: ❏ Als de afdrukkwaliteit niet is verbeterd nadat u deze procedure vier of vijf keer hebt herhaald, zet u de printer uit en laat u hem een nacht rusten. Daarna controleert u opnieuw de spuitkanaaltjes en herhaalt u zonodig het reinigen van de printkop. ❏ Als de afdrukkwaliteit dan nog te wensen overlaat, is minimaal een van de cartridges verouderd of beschadigd en aan vervanging toe.
1. Zorg ervoor dat de papiertoevoer drie vellen EPSON Photo Quality Ink Jet Paper van A4-formaat bevat. Opmerking: Er moet papier in de handmatige papiertoevoer aan de voorzijde zitten en de printerkap aan de voorzijde moet gesloten zijn wanneer u het hulpprogramma Printkop uitlijnen wilt gebruiken. 6 6 6 2. Open de printersoftware. “De printersoftware voor Windows openen” op pagina 384 3. Klik op het tabblad Hulpprogramma’s en vervolgens op de knop Printkop uitlijnen. 4.
4. Klik op de knop Printkop uitlijnen in het dialoogvenster dat verschijnt. 5. Volg de instructies op het scherm om de printkop uit te lijnen. Voor Mac OS 9 Om de printkop uit te lijnen met het hulpprogramma Printkop uitlijnen, gaat u als volgt te werk. 1. Zorg ervoor dat de papiertoevoer drie vellen EPSON Photo Quality Ink Jet Paper van A4-formaat bevat.
Hoofdstuk 7 7 Problemen oplossen 7 Probleemdiagnose 7 Volg in geval van printerproblemen altijd de volgende twee stappen. Probeer eerst de oorzaak van het probleem te achterhalen en pas dan de meest voor de hand liggende oplossingen toe totdat het probleem is opgelost.
Foutindicators De meest voorkomende printerproblemen kunt u identificeren aan de hand van de lampjes op het bedieningspaneel van uw printer. Als de printer niet functioneert en de lampjes branden of knipperen, kunt u aan de hand van de onderstaande tabel nagaan wat een bepaald patroon betekent en achterhalen wat het probleem is. Vervolgens voert u de voorgestelde oplossingen uit. Als de status van het aan-uitlampje niet wordt getoond, brandt of knippert het lampje.
OH oH Inkt op Er is een cartridge leeg of niet geïnstalleerd. Vervang de cartridge met de kleur licht-lichtzwart (T0599), lichtmagenta (T0596), lichtcyaan (T0595), lichtzwart (T0597), fotozwart (T0591), matzwart (T0598), cyaan (T0592), magenta (T0593) of geel (T0594) door een nieuwe. Als wordt aangegeven dat de inkt op is nadat de printkop naar zijn uitgangspositie is geschoven, is de cartridge misschien niet goed geïnstalleerd. Installeer de cartridge opnieuw en zorg ervoor dat hij goed vastklikt.
Verkeerd geïnstalleerde cartridge Er is een cartridge niet goed geïnstalleerd. Als de printkop zich in de uitgangspositie bevindt, drukt u op de inktknop H om de printkop te verplaatsen naar de positie voor vervanging van de cartridge. Haal de cartridge uit de printer en steek hem er opnieuw in. Ga vervolgens door met de installatie van de cartridge. Als de printkop zich bevindt in de positie voor vervanging van de cartridge, verwijdert u de cartridge en plaatst u de cartridge opnieuw.
F) FH Terugloopfout De printkop is tijdens het teruglopen klemgeraakt door vastgelopen papier of ander materiaal en kan niet terugkeren naar de uitgangspositie. Zet de printer uit. Open de printerkap en verwijder al het papier en alle eventuele obstakels met de hand uit de papierbaan. Zet de printer vervolgens weer aan. Neem contact op met uw leverancier als dit het probleem niet oplost.
Een printercontrole uitvoeren Als u de oorzaak van het probleem niet kunt achterhalen, kunt u met een speciale controle bepalen of het probleem bij de printer of bij de computer moet worden gezocht. U drukt als volgt een controlepagina af. 1. Zorg ervoor dat de printer en computer uitstaan. 2. Verwijder de interfacekabel van de printer. 3. Zorg ervoor dat de uitvoerlade uitgeklapt is en het verlengstuk van de uitvoerlade uitgeschoven. 4.
Vergelijk de kwaliteit van de afgedrukte controlepagina met het hieronder getoonde voorbeeld. Als de kwaliteit goed is, dus zonder ontbrekende stukken in de testlijnen, functioneert de printer naar behoren en wordt het probleem vermoedelijk veroorzaakt door een verkeerde instelling in de printersoftware of de gebruikte toepassing, door de interfacekabel (gebruik altijd een afgeschermde kabel) of door de computer zelf.
Horizontale strepen ❏ Het papier is met de afdrukzijde naar boven in de papiertoevoer geplaatst. ❏ Voer het hulpprogramma Printkop reinigen uit om eventueel verstopte spuitkanaaltjes schoon te maken. & Zie “De printkop reinigen” op pagina 265 ❏ Voer het hulpprogramma Printkop uitlijnen uit. & Zie “De printkop uitlijnen” op pagina 278 ❏ Verbruik de cartridges binnen zes maanden na opening van de verpakking. ❏ Gebruik altijd originele Epson-cartridges.
Onjuiste verticale uitlijning of strepen 7 ❏ Het papier is met de afdrukzijde naar boven in de papiertoevoer geplaatst. ❏ Voer het hulpprogramma Printkop reinigen uit om eventueel verstopte spuitkanaaltjes schoon te maken. & Zie “De printkop reinigen” op pagina 265 ❏ Voer het hulpprogramma Printkop uitlijnen uit. & Zie “De printkop uitlijnen” op pagina 278 ❏ Schakel het selectievakje Hoge snelheid uit in het dialoogvenster met geavanceerde instellingen van de printersoftware.
❏ Pas de kleurinstellingen aan in de gebruikte toepassing of in het dialoogvenster met geavanceerde instellingen van de printersoftware. & Zie “Geavanceerde instellingen gebruiken” op pagina 138 (Windows) & Zie “Geavanceerde instellingen” op pagina 187 (Mac OS 9) & Zie “Kleurenbeheer” op pagina 175 (Mac OS X) ❏ Voer het hulpprogramma Printkop reinigen uit. & Zie “De printkop reinigen” op pagina 265 Vervang de kleurencartridge als de kleuren nog steeds niet kloppen of als er bepaalde kleuren ontbreken.
❏ Zorg ervoor dat het papier droog is en met de afdrukzijde naar boven in de printer is geladen. ❏ Wis alle aangepaste instellingen en selecteer Tekst als Kwaliteitoptie in de printersoftware (Windows). Wis alle aangepaste instellingen en selecteer Automatisch als Modus in de printersoftware (Macintosh).
Afdrukproblemen die geen verband houden met de afdrukkwaliteit Onjuiste of verminkte tekens ❏ Zorg ervoor dat de printer en printerdriver goed zijn geselecteerd. ❏ Selecteer uw printer als standaardprinter (Windows). ❏ Verwijder alle onderbroken taken uit de Spool Manager (Windows Me/98). & Zie “EPSON Spool Manager gebruiken” op pagina 313 ❏ Zet de printer en de computer uit. Controleer of de interfacekabel van de printer goed is aangesloten.
❏ Als u probeert af te drukken zonder marges, maar er blijft toch een witte rand rond uw afdruk zichtbaar, controleer dan de oorspronkelijke fotogegevens. Ook is het mogelijk dat de digitale camera (of het apparaat waaruit de gegevens afkomstig zijn) automatisch marges toevoegt om de juiste beeldverhouding te handhaven. 7 7 7 Omgekeerd beeld Schakel in de printersoftware het selectievakje Spiegel afbeelding of de instelling voor Spiegelen in uw toepassing uit.
❏ Voer het hulpprogramma Printkop reinigen uit om eventueel verstopte spuitkanaaltjes schoon te maken. & Zie “De printkop reinigen” op pagina 265 Voer na het uitproberen van een of meer van deze oplossingen een printercontrole uit om het resultaat te controleren. & Zie “Een printercontrole uitvoeren” op pagina 286 Vegen op de afdruk ❏ Strijk het papier glad of buig het een beetje om in de tegenovergestelde richting als het is omgekruld in de richting van de afdrukzijde.
Het afdrukken verloopt te langzaam 7 ❏ Controleer of de instelling bij Afdrukmateriaal in de printersoftware klopt. 7 “Afdrukmateriaal (instellingen)” op pagina 387 ❏ Selecteer Tekst bij Afdrukkwaliteit in de printersoftware (Windows). Selecteer Automatisch bij Modus in het afdrukvenster en verplaats de schuifbalk naar Snelheid (Macintosh).
❏ Het papier mag niet te oud zijn. Zie de instructies bij het papier voor meer informatie. ❏ De stapel papier mag niet boven de pijl op de linkerzijgeleider uit komen. ❏ Het aantal vellen in de stapel mag niet meer bedragen dan het maximum dat voor het betreffende afdrukmateriaal is opgegeven. “Laadcapaciteit voor speciaal Epson-afdrukmateriaal” op pagina 373 ❏ Het papier mag niet vastgelopen zijn in de printer. Verwijder zo nodig het vastgelopen papier.
❏ Waaier de randen van de stapel papier los en plaats het papier vervolgens opnieuw. ❏ Als er te veel exemplaren van een document worden afgedrukt, controleert u de instelling Exemplaren op het tabblad Paginalay-out van de printersoftware (Windows) of het afdrukvenster (Macintosh) en in de gebruikte toepassing.
5. Verwijder het vastgelopen papier voorzichtig uit de papiertoevoer. c Let op: Trek het papier niet te hardhandig uit de printer. Dit kan de printer beschadigen. 6. Schuif de uitvoerlade weer in na het verwijderen van het vastgelopen papier. Opmerking: Als u een los voorwerp niet zelf kunt verwijderen, gebruik dan geen grote kracht en haal de printer niet uit elkaar. Neem in dat geval contact op met uw leverancier.
❏ De printer moet op een vlakke, stabiele ondergrond staan die groter is dan de printer zelf. De printer werkt niet goed als hij scheef staat. 7 7 Papier niet goed geladen Als u het papier te ver in de printer hebt gestoken, kan het papier niet goed in de printer worden gevoerd. Zet de printer uit en verwijder het papier voorzichtig. Zet de printer aan en laad het papier nu op de juiste wijze in de papiertoevoer.
Dik papier wordt uitgeworpen op het moment waarop u opdracht geeft om dik papier te bedrukken Als het dikke papier wordt uitgeworpen op het moment waarop u een afdruktaak voor het bedrukken van dergelijk zwaar papier naar de printer stuurt, wil dit zeggen dat de printer niet gereed is. Wanneer op het scherm een bericht verschijnt dat de printer gereed is, plaatst u het dikke papier opnieuw in de printer en drukt u op de papierknop ).
De lampjes gaan branden en gaan vervolgens weer uit Het voltage van de printer komt mogelijk niet overeen met dat van het stopcontact. Zet de printer uit en verwijder onmiddellijk de stekker uit het stopcontact. Controleer dan de etiketten op de printer. c Let op: STEEK DE STEKKER NIET MEER IN HET STOPCONTACT als de voltages niet overeenkomen. Neem contact op met uw leverancier. 7 7 7 7 7 Alleen het aan-uitlampje brandt ❏ Zet de printer en de computer uit.
❏ Als u hoort dat de printer probeert af te drukken maar daar niet in slaagt, voert u het hulpprogramma Printkop reinigen uit. & Zie “De printkop reinigen” op pagina 265 Vervang de cartridges als dit niet helpt.
2. Zet de printer uit. Verwijder eventuele losse voorwerpen of losse stukken papier uit de printer. Controleer ook of er aan de achterzijde van de printer voldoende ruimte vrij is voor een goede ventilatie. Verwijder voorwerpen die de ventilatieopening blokkeren. Zet de printer vervolgens weer aan. Opmerking: Als u een los voorwerp niet zelf kunt verwijderen, gebruik dan geen grote kracht en haal de printer niet uit elkaar. Neem in dat geval contact op met uw leverancier. 3.
USB-problemen verhelpen USB-verbindingen Soms is de USB-kabel of -verbinding de oorzaak van het USB-probleem. Het beste resultaat krijgt u wanneer u de printer rechtstreeks aansluit op de USB-poort van de computer. Als u werkt met meerdere USB-hubs, raden we u aan de printer aan te sluiten op de eerste hub. Windows-besturingssystemen Op uw computer moet Windows Me, 98, XP of 2000 voorgeïnstalleerd zijn, of een voorgeïnstalleerde Windows 98 die is opgewaardeerd naar Windows Me.
Installatie van de printersoftware controleren voor Windows XP en 2000 Wanneer u Windows XP of 2000 gebruikt, moet u de printersoftware installeren aan de hand van de stappen die staan beschreven op de poster Hier beginnen die bij de printer is geleverd. Anders kan de universele Microsoft-printerdriver worden geïnstalleerd. Ga als volgt te werk om te controleren of de universele driver is geïnstalleerd. 1. Open de map Printers en klik met de rechtermuisknop op het pictogram van uw printer. 2.
Installatie van de printersoftware controleren voor Windows Me en 98 Als u in Windows Me of 98 de plug-and-play-installatie van de printerdriver hebt geannuleerd voordat de procedure was voltooid, is mogelijk de USB-printerdriver of de printersoftware onjuist geïnstalleerd. Volg de onderstaande instructies om na te gaan of de printerdriver en de printersoftware op de juiste wijze zijn geïnstalleerd. Opmerking: De hier getoonde vensters komen uit Windows 98. Die van Windows Me kunnen hier iets van afwijken.
2. Klik op het tabblad Details. 7 7 7 7 7 Als EPUSBX: (EPSON Stylus Photo R2400) wordt weergegeven in de keuzelijst Afdrukken naar de volgende poort (Print to the following port), dan zijn de printerdriver voor de USB-printer en de printersoftware goed geïnstalleerd. Als de juiste poort niet is geïnstalleerd, gaat u door met de volgende stap. 7 7 7 7 3. Klik met de rechtermuisknop op het pictogram Deze computer (My Computer) op het bureaublad en klik vervolgens op Eigenschappen (Properties). 7 4.
Als de drivers correct zijn geïnstalleerd, wordt EPSON USB-printer in Apparaatbeheer weergegeven. Als EPSON USB-printer niet wordt weergegeven in Apparaatbeheer, klikt u op het plusteken (+) naast Overige apparaten om alle geïnstalleerde apparaten weer te geven. Als USB Printer of EPSON Stylus Photo R2400 wordt weergegeven onder Overige apparaten (Other Devices), is de printersoftware niet goed geïnstalleerd. Ga door naar stap 5.
5. Selecteer onder Overige apparaten (Other devices) de optie USB Printer of EPSON Stylus Photo R2400 en klik vervolgens op Verwijderen (Remove). Klik daarna op OK. 7 7 7 7 7 7 Wanneer het volgende dialoogvenster wordt weergegeven, klikt u op OK en nogmaals op OK om het dialoogvenster Systeemeigenschappen te sluiten. 7 7 7 7 6. Verwijder de printersoftware. & Zie “De printersoftware verwijderen” op pagina 335 7.
Communicatiefout Het aan-uitlampje gaat niet branden Oorzaak Oplossing Het netsnoer zit niet goed Zet de printer uit en controleer of de printer in het stopcontact. goed is verbonden met het lichtnet. Zet de printer vervolgens weer aan. Het stopcontact wordt misschien geregeld met een aparte schakelaar of automatische schakelklok. Zorg ervoor dat deze schakelaar aanstaat of steek een ander elektrisch apparaat in het stopcontact, zodat u kunt controleren of het stopcontact normaal werkt.
Er is een fout opgetreden. Controleer de lampjes op het bedieningspaneel om na te gaan of er nog meer lampjes knipperen of branden (rood). & Zie “Foutindicators” op pagina 282 Misschien is de printer kapot. Druk het spuitkanaaltjespatroon af om na te gaan of de printer defect is. & Zie “Een printercontrole uitvoeren” op pagina 286 7 7 7 Als er niets wordt afgedrukt, is de printer misschien kapot. Neem contact op met uw leverancier.
Voor Windows XP en 2000 Als u een afdruktaak naar de printer stuurt, verschijnt het venster met de voortgangsbalk op het scherm van uw computer. Klik op Stoppen om het afdrukken te annuleren. Voor Windows Me en 98 U kunt het afdrukken annuleren met behulp van de voortgangsbalk of de EPSON Spool Manager. Raadpleeg het betreffende gedeelte hierna.
De voortgangsbalk gebruiken Als u een afdruktaak naar de printer stuurt, verschijnt het venster met de voortgangsbalk op het scherm van uw computer. 7 7 7 7 7 7 Klik op Stoppen om het afdrukken te annuleren. EPSON Spool Manager gebruiken EPSON Spool Manager is vergelijkbaar met Afdrukbeheer onder Windows. Als twee of meer afdruktaken tegelijk worden ontvangen, worden deze vastgehouden in de volgorde waarin ze zijn ontvangen. (Bij printers in een netwerk wordt dit een afdrukwachtrij genoemd.
Nadat u een afdruktaak hebt verzonden, verschijnt de knop EPSON Stylus Photo R2400 op de taakbalk. Klik op deze knop om EPSON Spool Manager te openen. Als u een afdruktaak wilt annuleren, selecteert u de afdruktaak in de lijst en klikt u op Annuleren. Voor Macintosh De procedure om afdrukken te annuleren hangt bij Macintosh af van het feit of afdrukken op de achtergrond is in- of uitgeschakeld. Raadpleeg het betreffende gedeelte hierna. Voor Mac OS X Ga als volgt te werk om een afdruktaak te annuleren.
3. Dubbelklik in het venster Printers (Printer List) op Stylus Photo R2400. 7 4. Selecteer in de lijst Documentnaam de naam van het document dat wordt afgedrukt en klik vervolgens op de knop Verwijder om de afdruktaak te annuleren. 7 7 7 7 7 Voor Mac OS 9 7 Wanneer afdrukken op de achtergrond is ingeschakeld Ga als volgt te werk om een afdruktaak te annuleren. 7 1. Selecteer EPSON MonitorIV uit het programmamenu. 7 7 2. Druk op de aan-uitknop P om de printer uit te zetten.
3. Selecteer in de lijst Documentnaam de naam van het document dat wordt afgedrukt en klik vervolgens op de pictogramknop Stoppen om de afdruktaak te annuleren. Wanneer afdrukken op de achtergrond is uitgeschakeld Ga als volgt te werk om een afdruktaak te annuleren. 1. Druk op de aan-uitknop P om de printer uit te zetten. 2. Houd de toets J op uw toetsenbord ingedrukt en druk op de punt (.) om de afdruktaak te annuleren.
Hoofdstuk 8 8 Overige informatie 8 De printer configureren in een netwerk 8 Voor Windows XP en 2000 In dit gedeelte wordt uitgelegd hoe u de printer configureert zodat deze kan worden gebruikt door andere computers in het netwerk. Opmerking: ❏ Dit gedeelte is alleen bedoeld voor gebruikers van een klein netwerk. Neem contact op met de netwerkbeheerder als u de printer wilt delen in een groot netwerk. ❏ Voor het installeren van software onder Windows XP meldt u zich aan met een beheerdersaccount.
De printer instellen als een gedeelde printer Voer de volgende stappen uit om een printer die rechtstreeks op uw computer is aangesloten, te delen met andere computers in een netwerk. Opmerking: De illustraties in het volgende gedeelte zijn afkomstig uit Windows XP. 1. Voor Windows XP: klik op Start, Configuratiescherm (Control Panel) en dubbelklik op Printers en faxapparaten (Printers and Faxes).
Opmerking: Gebruik in de naam van de printer geen spaties of liggende streepjes. 8 8 8 8 8 8 Als u wilt dat Windows XP of 2000 automatisch alle drivers naar computers met verschillende versies van Windows stuurt, klikt u op Extra stuurprogramma's (Additional Drivers) en selecteert u de omgeving en het besturingssysteem van de andere computers. Klik op OK en plaats de cd-rom met printersoftware in de cd-romlezer. 4. Klik op OK of op Sluiten (Close) als u extra Archief hebt geïnstalleerd.
Opmerking: U kunt pas toegang krijgen tot de printer vanaf een andere computer nadat de printer als een gedeelde printer is ingesteld op de computer waarop de printer rechtstreeks is aangesloten. & Zie “De printer instellen als een gedeelde printer” op pagina 318 1. Voor Windows XP: klik op Start, Configuratiescherm (Control Panel) en dubbelklik op Printers en faxapparaten (Printers and Faxes).
5. Klik in het volgende scherm op Volgende. 6. Dubbelklik op het pictogram van de computer waarop de printer rechtstreeks is aangesloten. Klik vervolgens op het pictogram van de printer. 8 8 8 8 8 8 8 7. Klik op Volgende en volg de instructies op het scherm. Opmerking: Afhankelijk van het besturingssysteem en de configuratie van de computer waarop de printer is aangesloten, kan de wizard Printer toevoegen u vragen de printerdriver te installeren vanaf de cd-rom met printersoftware.
Voor Windows Me en 98 In dit gedeelte wordt uitgelegd hoe u de printer configureert zodat deze kan worden gebruikt door andere computers in het netwerk. U moet de printer eerst instellen als gedeelde printer via de computer waarop de printer rechtstreeks is aangesloten. Vervolgens installeert u de printersoftware op elke computer die de printer via het netwerk moet kunnen gebruiken. Opmerking: In dit gedeelte wordt beschreven hoe u de printer gebruikt als een gedeelde printer in een netwerk.
5. Klik in het dialoogvenster Netwerk (Network) op OK. 6. Dubbelklik in het Configuratiescherm (Control Panel) op het pictogram Printers. Opmerking: ❏ Als er een dialoogvenster verschijnt waarin u wordt gevraagd de cd-rom van Windows Me of 98 te plaatsen, plaatst u die cd-rom in de cd-romlezer en volgt u de instructies op het scherm. ❏ Start de computer opnieuw als dit wordt gevraagd, open de map Printers en ga verder met stap 7. 7.
Toegang krijgen tot de printer via een netwerk Als u de printer wilt kunnen gebruiken vanaf de andere computers in een netwerk, moet u de printer eerst toevoegen aan elke computer die ermee moet kunnen werken. Ga als volgt te werk. Opmerking: U kunt pas toegang krijgen tot de printer vanaf een andere computer nadat de printer als een gedeelde printer is ingesteld op de computer waarop de printer rechtstreeks is aangesloten. & Zie “De printer instellen als een gedeelde printer” op pagina 322 1.
6. Dubbelklik op het pictogram van de computer waarop de printer rechtstreeks is aangesloten. Klik vervolgens op het pictogram van de printer. 8 8 8 8 8 7. Klik op OK en volg de instructies op het scherm. 8 Voor Mac OS X Gebruik de instelling Printersamengebruik (Printer Sharing). Dit is een standaardfunctie van Mac OS X 10.2 en hoger. Deze functie is niet beschikbaar onder Mac OS X 10.1. Raadpleeg de documentatie bij uw besturingssysteem voor meer informatie.
U moet de printer eerst instellen als gedeelde printer via de computer waarop de printer rechtstreeks is aangesloten. Vervolgens geeft u het netwerkpad naar de printer op vanaf elke computer die de printer moet kunnen gebruiken en installeert u de printersoftware op die computers. De printer instellen als een gedeelde printer Voer de volgende stappen uit om een printer die rechtstreeks op uw computer is aangesloten, te delen met andere computers in een AppleTalk-netwerk. 1. Zet de printer aan. 2.
4. Schakel het selectievakje Deze printer delen in en typ vervolgens indien nodig de naam van de printer en een wachtwoord. 8 5. Klik op OK. De naam van de gedeelde printer verschijnt in de lijst met poorten van de Kiezer. 8 6. Sluit de Kiezer. 8 Toegang krijgen tot de printer via een netwerk Volg de onderstaande procedure als u de printer vanaf een andere computer in het netwerk wilt bereiken. 8 8 1. Zet de printer aan. 2. Installeer de printersoftware vanaf de cd-rom met software. 3.
Als het volgende dialoogvenster verschijnt, voert u het wachtwoord voor de printer in en klikt u vervolgens op OK. 4. Schakel de optie Afdrukken op de achtergrond in of uit. 5. Sluit de Kiezer.
De afdruksnelheid verhogen Volg de onderstaande instructies om de afdruksnelheid van uw printer te verhogen. Algemene tips Net zoals afdrukken in een hoge resolutie meer tijd kost dan afdrukken in een lage resolute, kost afdrukken in kleur meer tijd dan afdrukken in zwart-wit. Dit komt doordat in een kleurendocument veel meer gegevens moeten worden verwerkt. Houd hier rekening mee als u kleur gebruikt en tegelijk een hoge afdruksnelheid verlangt.
In de volgende tabel is te zien welke factoren welke gevolgen hebben op de afdruksnelheid en afdrukkwaliteit (wanneer het ene wordt verhoogd, gaat het andere omlaag).
Hardwarebronnen Softwarestatus Gladde rand* Uit Aan Geavanceerd PhotoEnhance Uit Aan Geavanceerd, Hoofdgroep (Windows), afdrukvenster (Macintosh) Sorteren* Uit Aan Omgekeerde volgorde* Uit Aan Paginalayout (Windows), dialoogvenster voor de lay-out (Macintosh) Systeemsnelheid Sneller Langzamer Vrije ruimte op de vaste schijf Veel Weinig Beschikbaar geheugen Veel Weinig Actieve toepassingen Eén Veel - - * Varieert afhankelijk van de printersoftware en de toepassing die u gebruik
Het dialoogvenster Snelheid & Voortgang gebruiken (alleen Windows) U kunt in het dialoogvenster Snelheid & Voortgang bepaalde opties instellen die betrekking hebben op de afdruksnelheid. Klik op de knop Snelheid & Voortgang op het tabblad Hulpprogramma’s van de printersoftware. Het volgende dialoogvenster verschijnt. De mogelijke instellingen voor de afdruksnelheid volgen hierna. Hoge-snelheidkopieën Selecteer Hoge-snelheidkopieën als u meerdere exemplaren van uw document sneller wilt afdrukken.
Voortgangsbalk weergeven Selecteer Voortgangsbalk weergeven als tijdens het afdrukken altijd de voortgangsbalk zichtbaar moet zijn. EPSON Status Monitor 3 uitschakelen Schakel dit selectievakje in om de printer niet te laten controleren door EPSON Status Monitor 3. RAW-data altijd spoolen (Windows XP en 2000) Schakel het selectievakje RAW-data altijd spoolen in als u wilt dat documenten van Windows NT-clients worden gespoold met het RAW-formaat in plaats van met het EMF-formaat (metafile).
❏ Het kan iets langer duren voordat met afdrukken wordt begonnen. Afdrukken als bitmap (Windows XP en 2000) Schakel dit selectievakje in als het afdrukken extreem langzaam gaat of als de printkop tijdens het afdrukken enkele minuten stilstaat. Probeer deze optie als het probleem niet kan worden opgelost met RAW-data altijd spoolen of Pagina genereren. Controlevoorkeursinstellingen In het dialoogvenster Controlevoorkeursinstellingen kunt u de instellingen voor EPSON Status Monitor 3 wijzigen.
De software updaten en verwijderen Volg de instructies in dit gedeelte als u het besturingssysteem van de computer hebt bijgewerkt of als u de printersoftware wilt updaten of verwijderen. De printersoftware updaten in Windows Me, XP of 2000 Als u de printersoftware wilt bijwerken in Windows Me, XP of 2000, dient u de installatie van de vorige printersoftware ongedaan te maken voordat u de nieuwe software installeert. De update werkt niet goed als u over de bestaande printersoftware heen installeert.
2. Voor Windows Me, 98 en 2000: klik op Start, wijs naar Instellingen (Settings) en klik op Configuratiescherm (Control Panel). Voor Windows XP: klik op Start en selecteer Configuratiescherm (Control Panel). 3. Dubbelklik op het pictogram Software (Add/Remove Programs) en selecteer EPSON Printer Software in de lijst. Klik vervolgens op Toevoegen/Verwijderen (Add/Remove) (of Wijzigen/verwijderen (Change/Remove) in Windows XP en 2000). 4. Selecteer het pictogram EPSON Stylus Photo R2400 en klik op OK. 5.
Voor Mac OS X 1. Sluit alle toepassingen. 2. Plaats de cd-rom met EPSON-printersoftware in de computer. 3. Dubbelklik op de map Mac OS X. 4. Dubbelklik op de map Printerdriver. 5. Dubbelklik op het pictogram. Opmerking: Als het autorisatievenster verschijnt, voert u het wachtwoord of de wachtzin in en klikt u vervolgens op OK. 6. Lees de licentieovereenkomst die wordt weergegeven en klik op Akkoord (Accept). 7.
Voor Mac OS 9 1. Sluit alle toepassingen. 2. Plaats de cd-rom met EPSON-printersoftware in de computer. 3. Dubbelklik op de map Nederlands gevolgd door de map Disk 1 in de map Printerdriver. 4. Dubbelklik op het pictogram van de Installer. 5. Klik op Ga door (Continue). Lees de licentieovereenkomst die wordt weergegeven en klik op Akkoord (Accept). 6. Selecteer Maak installatie ongedaan in het menu linksboven in het scherm en klik op Maak installatie ongedaan. 7. Volg de instructies op het scherm.
❏ U kunt geen software verwijderen onder Windows XP als u als beperkte gebruiker bent aangemeld. 1. Zet de printer uit en koppel de kabel tussen de printer en computer los. 2. Voor Windows XP: klik op Start en selecteer Configuratiescherm (Control Panel). Voor Windows Me, 98 en 2000: klik op Start, wijs naar Instellingen (Settings) en klik op Configuratiescherm (Control Panel). 3. Dubbelklik op het pictogram Software (Add/Remove Programs) en selecteer ESPR2400 Gebruikershandleiding in de lijst.
De printer schoonmaken Voor een optimale werking van de printer dient u deze enkele keren per jaar grondig schoon te maken. Dit doet u als volgt. 1. Haal de stekker van de printer uit het stopcontact. 2. Verwijder al het papier uit de printer. 3. Veeg met een zachte borstel al het stof en vuil uit de papiertoevoer. 4. Als de papiertoevoer van buiten of binnen vies is, maakt u dit onderdeel schoon met een zachte en schone, vochtige doek met een mild schoonmaakmiddel.
c Let op: ❏ Smeer geen vet op de metalen delen onder de printkop. ❏ Maak de printer nooit schoon met alcohol of thinner. Deze chemische stoffen kunnen zowel de behuizing als de onderdelen van de printer beschadigen. ❏ Zorg ervoor dat er nooit water terechtkomt op het printermechanisme of de elektronische componenten. ❏ Gebruik geen harde of schurende borstels. ❏ Spuit geen smeermiddelen in de printer. Wanneer u de verkeerde olie gebruikt, kunt u het mechanisme beschadigen.
2. Verwijder de interfacekabel van de printer. 3. Verwijder het papier uit de printer. 4. Open de printerkap aan de bovenzijde opnieuw. Plak de houder van de cartridges met plakband vast (zie illustratie) en sluit de bovenste printerkap. 5. Schuif de uitvoerlade in en sluit de papiersteun. 6. Plaats het beschermende materiaal aan weerszijden van de printer. 7. Plaats de printer en het netsnoer in de oorspronkelijke doos. 8. Houd de printer recht tijdens het vervoer. 9.
Opties en verbruiksmaterialen Verbruiksmaterialen Voor de printer zijn de volgende cartridges en speciale afdrukmaterialen van Epson beschikbaar. Cartridges U kunt de volgende cartridges gebruiken voor uw printer. Type inkt Productnummers van de inkt Licht-lichtzwart T0599 Lichtmagenta T0596 Lichtcyaan T0595 Lichtzwart T0597 Fotozwart T0591 Matzwart T0598 Cyaan T0592 Magenta T0593 Geel T0594 Opmerking: De productnummers van cartridges kunnen van land tot land verschillen.
Opmerking: ❏ De beschikbaarheid van speciaal afdrukmateriaal kan van land tot land verschillen. ❏ Raadpleeg de Epson-website voor informatie over de afdrukmaterialen die in uw regio verkrijgbaar zijn.
Afdrukken met Exif Print en PRINT Image Matching Exif versie 2.2 (ook wel Exif Print genoemd, een internationale norm voor digitale camera’s) en PRINT Image Matching maken het mogelijk om kwalitatief hoogstaande foto’s te maken en af te drukken met een digitale camera en printer die beide overweg kunnen met deze functies. Opmerking: Wij raden u aan om EPSON Easy Photo Print te gebruiken wanneer u met Exif Print of PRINT Image Matching wilt werken.
Afdruk zonder Exif Print Afdruk met Exif Print Wanneer er Exif Print-gegevens zijn opgeslagen bij de fotogegevens, bepaalt de printer hoe de foto moet worden aangepast en afgedrukt. Opmerking: De bovenstaande foto’s zijn voorbeelden. Het werkelijke afdrukresultaat hangt af van de printer.
PRINT Image Matching PRINT Image Matching draagt de besturing van het afdrukproces over aan de digitale camera, zodat de specifieke kwaliteiten van de camera goed tot uiting komen in de afdruk. Wanneer u foto’s maakt met een digitale camera die compatibel is met PRINT Image Matching, slaat de camera informatie over de afdrukopdrachten op bij de fotogegevens.
Afdruk met PRINT Image Matching Wanneer er PRINT Image Matching-gegevens zijn opgeslagen bij de fotogegevens, bepaalt de printer op basis hiervan hoe de foto moet worden aangepast en afgedrukt. Opmerking: ❏ De bovenstaande foto’s zijn voorbeelden. Het werkelijke afdrukresultaat hangt af van de digitale camera. ❏ Zie de handleiding van het betreffende apparaat voor meer informatie over het gebruik van PRINT Image Matching.
Gebruik Maak foto’s met een digitale camera die compatibel is met Exif Print en/of PRINT Image Matching en druk de foto’s af met EPSON Easy Photo Print of EPSON Darkroom Print. EPSON Easy Photo Print en EPSON Darkroom Print worden bijgeleverd op de cd-rom met software.
Printerspecificaties Afdrukken Afdrukmethode On-demand inkjet Configuratie van spuitkanaaltjes 1440 spuitkanaaltjes (180 × 8) Papier Opmerking: Aangezien de kwaliteit van een bepaald merk of type papier op elk moment kan worden gewijzigd door de fabrikant, kan Epson niet instaan voor de kwaliteit van papier dat niet door Epson zelf wordt geleverd. Probeer papier altijd eerst uit voordat u hiervan grote hoeveelheden aanschaft of hierop grote taken afdrukt.
Papierspecificaties Losse vellen: Formaat A3+ (329 × 483 mm) A3 (297 × 420 mm) A4 (210 × 297 mm) A5 (148 × 210 mm) A6 (105 × 148 mm) B4 (257 × 364 mm) B5 (182 × 257 mm) 30 × 30 cm (12 × 12 inch) 20 × 25 cm (8 × 10 inch) 13 × 20 cm (5 × 8 inch) 13 × 18 cm (5 × 7 inch) 10 × 15 cm (4 × 6 inch) 9 × 13 cm (3,5 × 5 inch) Letter 8 1/2 × 11 inch Legal 8 1/2 × 14 inch Papiersoorten Gewoon papier.
❏ Laad geen omgekruld of gevouwen papier in de printer. ❏ Gebruik papier onder normale condities: Temperatuur 15 tot 25 °C (59 tot 77 °F) Luchtvochtigheid 40 tot 60% Afdrukgebied Normaal Randloos A B-L B-R C Diagonale lijnen geven het afdrukgebied aan. Losse vellen en indexkaarten A: De bovenmarge is minimaal 3,0 mm (0,12"). B-L: De linkermarge is minimaal 3,0 mm (0,12"). B-R: De rechtermarge is minimaal 3,0 mm (0,12"). C: De ondermarge is minimaal 3,0 mm (0,12").
B-R: De rechtermarge is minimaal 3,0 mm (0,12"). C: De ondermarge is minimaal 20 mm (0,79"). Opmerking: ❏ Afhankelijk van het gebruikte afdrukmateriaal, kan de afdrukkwaliteit minder zijn aan de boven- en onderkant van de afdruk, of kunnen deze gedeelten vegen vertonen. ❏ Randloos afdrukken is niet mogelijk wanneer Handmatig Voor is geselecteerd. Rolpapier Standaardmarges Wanneer u na het afdrukken op de papierrolknop z drukt, wordt een snijlijn afgedrukt.
Randloos Wanneer u na het afdrukken op de papierrolknop z drukt, wordt een snijlijn afgedrukt. Als u nogmaals op de papierrolknop z drukt en een afdruktaak naar de printer stuurt, is de marge tussen de afdrukken ongeveer 65 mm. Als u een afdruktaak bestaande uit meerdere pagina’s of meerdere afdruktaken achter elkaar naar de printer stuurt, komt er geen marge tussen de afdrukken.
Kleur Licht-lichtzwart, lichtmagenta, lichtcyaan, lichtzwart, fotozwart, matzwart, cyaan, magenta, geel Levensduur 6 maanden na openen verpakking, bij 25 °C [77 °F] Temperatuur Opslag: -20 tot 40 °C (-4 tot 104 °F) 1 maand bij 40 °C (104 °F) Vriespunt:* -16 °C (3,2 °F) Afmetingen 12,7 mm (B) × 73,5 mm (D) × 55,3 mm (H) * Inkt ontdooit en is bruikbaar na circa 3 uur op 25 °C (77 °F). c Let op: ❏ Epson raadt u aan uitsluitend originele Epson-cartridges te gebruiken.
Mechanische specificaties Papierpad Automatische papiertoevoer, handmatige papiertoevoer aan voorzijde en handmatige papiertoevoer aan achterzijde Afmetingen Opslag Breedte: 615 mm (24,2 inch) Diepte: 314 mm (12,4 inch) Hoogte: 223 mm (8,8 inch) Afdrukken Breedte: 615 mm (24,2 inch) Diepte: 737 mm (29,0 inch) Hoogte: 457 mm (18,0 inch) Gewicht 11,7 kg, alleen printer Papierpad Capaciteit Automatische papiertoevoer Circa 120 vel van 90 g/m2 (24 lb) Handmatige papiertoevoer (voorzijde) Vel voor ve
Elektrische specificaties 120 V-model 220-240 V-model Invoervoltage 99 tot 132 V 198 tot 264 V Frequentiebereik 50 tot 60 Hz Invoerfrequentie 49,5 tot 60,5 Hz Stroomsterkte 0,5 A (max. 0,8 A) 0,25 A (max. 0,4 A) Stroomverbruik Circa 18 W (ISO10561 Letter Pattern) Circa 1 W in slaapstand Circa 18 W (ISO10561 Letter Pattern) Circa 1,3 W in slaapstand Opmerking: Het voltage van uw printer staat vermeld op het etiket op de achterkant van de printer.
Normen en goedkeuringen Amerikaans model: Veiligheid UL 60950 CSA C22.2 Nr. 60950 EMC FCC lid 15 sublid B klasse B CSA C108.
Systeemvereisten Raadpleeg het gedeelte hierna voor de minimale en aanbevolen systeemvereisten voor het gebruik van deze printer. Voor Windows Om de printer te kunnen gebruiken moet Microsoft® Windows® XP, Me, 98 of 2000 geïnstalleerd zijn. USB-verbinding: Als u de printer wilt aansluiten met een standaard, afgeschermde USB 1.1-kabel, moet u beschikken over een pc die is voorzien van Windows XP, 98 of Windows 2000 (originele versie) en een USB-poort.
Bovendien moet uw computer aan de volgende systeemvereisten voldoen.
Voor Macintosh Om deze printer op een Apple® Macintosh®-computer te kunnen aansluiten moet u een USB-kabel gebruiken. De Macintosh moet bovendien aan de volgende systeemvereisten voldoen. Minimumsysteemvereisten Aanbevolen systeem Mac OS 9.1 of hoger Mac OS 9.1 of hoger Mac OS X 10.2 of hoger Mac OS X 10.2 of hoger PowerPC G3 233 MHz voor Mac OS 9.1 of hoger PowerPC G4 voor Mac OS 9.1 of hoger PowerPC G3 233 MHz voor Mac OS X 10.2 of hoger PowerPC G4 voor Mac OS X 10.
Opmerking: ❏ Voor Mac OS X: als u wilt weten hoeveel geheugen er beschikbaar is, kiest u Over deze Mac (About This Mac) in het Apple-menu. ❏ Voor Mac OS 9: de bovengenoemde geheugenvereisten gelden voor afdrukken op papier van Letter-formaat. Deze vereisten wisselen alnaargelang het gebruikte papierformaat, het soort toepassing en de complexiteit van het afgedrukte document.
Papier gebruiken Losse vellen papier laden Volg de onderstaande stappen om papier in de printer te laden. 1. Open de papiersteun en schuif het verlengstuk uit. 2. Zorg ervoor dat de uitvoerlade uitgeklapt is en het verlengstuk van de uitvoerlade uitgeschoven. 3. Verschuif nu de linkerzijgeleider zodat de afstand tussen de zijgeleiders iets groter is dan de breedte van het papier. 4. Waaier een stapel papier los en klop de stapel recht op een vlakke ondergrond om de randen gelijk te krijgen. 5.
Opmerking: ❏ Zorg ervoor dat aan de voorkant van de printer voldoende ruimte is voor het papier dat uit de printer komt. ❏ Laad papier altijd met de smalle kant eerst in de papiertoevoer. ❏ Zorg ervoor dat de stapel papier niet boven het driehoekje aan de binnenzijde van de geleiders komt. ❏ Zorg ervoor dat u de steun voor meerdere vellen mat papier gebruikt wanneer u meer dan twee vellen dik papier wilt laden die groter zijn dan A4.
1. Controleer of de printer aanstaat en het aan-uitlampje niet knippert. c Let op: Let erop dat u het dikke papier in de printer plaatst wanneer de printer aanstaat. Anders kan er geen automatische afstelling van de afdrukpositie plaatsvinden na het plaatsen van het papier. 2. Open de printerkap aan de bovenzijde. Doe vervolgens de printerkap aan de voorzijde helemaal open. 3. Sluit de bovenste printerkap. 4. Laad het dikke papier met de afdrukzijde naar boven in de printer.
Opmerking: Gebruik altijd maar één vel dik papier tegelijk. 5. Schuif het dikke papier zo ver in de printer dat de achterste rand samenvalt met de pijlen op de voorste papiertoevoer. 6. Schuif de linkerzijgeleider tegen de linkerkant van het dikke papier aan. 7. Druk op de papierknop ). Het dikke papier wordt automatisch goed geplaatst. Wanneer het aan-uitlampje P ophoudt met knipperen, is de taak voltooid. Opmerking: Het papier gaat van voor naar achter door de printer.
2. Schuif de uitvoerlade en het verlengstuk van de uitvoerlade naar buiten. 3. Verwijder de rolpapierhouder, mocht die gemonteerd zijn. 4. Schuif de zijgeleider van de handmatige papiertoevoer aan de achterzijde tegen de linkerkant van het papier aan.
5. Monteer de papiergeleider aan de achterzijde. 6. Verschuif de zijgeleider van de papiergeleider aan de achterzijde zodat er voldoende ruimte is voor het papier dat u wilt invoeren. 7. Steek het papier via de achterste papiergeleider in de handmatige papiertoevoer aan de achterzijde, tegen de rechterzijgeleider.
8. Schuif nu de zijgeleider van de papiergeleider aan de achterzijde tegen het papier. 9. Steek het papier zo ver mogelijk in de handmatige papiertoevoer aan de achterzijde. Blijf nu tegen het papier drukken totdat u voelt dat het papier in de printer wordt getrokken. Laat het papier nu los, zodat het door de printer naar de juiste afdrukpositie kan worden gebracht. 10. De procedure is afgelopen wanneer het aan-uitlampje P ophoudt met knipperen en gewoon blijft branden.
11. Open de bovenste printerkap en controleer of het papier goed is geladen. Opmerking: ❏ U kunt maar één vel tegelijk laden. ❏ De papiergeleider mag gewoon achter op de printer blijven zitten, behalve wanneer u afdrukt op papier van een rol. ❏ Voordat u het papier in de printer laadt, moet u ervoor zorgen dat het goed tegen de zijgeleider is geplaatst. Als het afdrukmateriaal niet recht in de printer wordt gevoerd, kan het vastlopen en begint het papierlampje ) te knipperen.
12. Zorg ervoor dat Handmatig - Rol is geselecteerd in de printerdriver. Voor Windows: selecteer Handmatig - Rol bij Bron op het tabblad Hoofdgroep. Voor Mac OS X: selecteer Handmatig - Rol voor het papierformaat dat u gebruikt (bijvoorbeeld A4 Handmatig - Rol) bij Papierformaat in het dialoogvenster voor de pagina-instelling. Voor Mac OS 9: selecteer Handmatig - Rol bij Papierbron in het dialoogvenster voor de pagina-instelling.
Opmerking: ❏ Plaats het afdrukmateriaal met de afdrukzijde naar boven in de papiertoevoer. Op de verpakking van het materiaal wordt aangegeven welke kant de afdrukzijde is. Bij sommige afdrukmaterialen is er een hoekje afgesneden om aan te geven wat de juiste laadrichting is (zie illustratie). hoekje afgesneden ❏ Zorg ervoor dat u de juiste toevoermethode en de juiste driverinstellingen gebruikt voor uw afdrukmateriaal.
Laadcapaciteit voor speciaal Epson-afdrukmateriaal In de tabel hierna krijgt u een overzicht van de laadcapaciteit voor speciaal afdrukmateriaal van Epson.
Velvet Fine Art Paper* Vel voor vel Proofing Paper Semimatte Vel voor vel Photo Quality Self Adhesive Sheet Vel voor vel * Dit afdrukmateriaal moet worden ingevoerd via de handmatige papiertoevoer aan de achterzijde. Zie “Losse vellen papier laden in de handmatige papiertoevoer aan de achterzijde” op pagina 366 voor meer informatie over het laden van papier in de handmatige papiertoevoer aan de achterzijde.
2. Bevestig de steun voor meerdere vellen mat papier. Schuif de twee grote haken over het midden van het verlengstuk. c Let op: Gebruik de steun voor meerdere vellen dik papier alleen wanneer u twee of meer vellen (maximaal tien vellen) dik papier wilt laden die groter zijn dan A4. Verwijder de steun wanneer u ander afdrukmateriaal gebruikt. Epson Photo Paper opslaan Plaats ongebruikt papier meteen na het afdrukken terug in de verpakking. Bewaar de afdrukken in een hersluitbare plastic zak.
Rolpapier laden en verwijderen Rolpapier laden Als de papierrolhouder aan de printer is gemonteerd, kunt u afdrukken op rolpapier. Dit is handig voor het maken van spandoeken (banieren). Houd bij het afdrukken op rolpapier rekening met het volgende: ❏ Laad het papier met de afdrukzijde naar boven in de printer. ❏ Gebruik vlak, onbeschadigd papier. Als het papier omgekruld is, moet u het eerst gladstrijken om problemen met de papierinvoer te voorkomen. ❏ Pak het papier altijd vast aan de randen.
❏ Wij raden u aan de rol papier te vervangen door een nieuwe rol wanneer er nog 20 cm papier op de rol zit. De afdrukkwaliteit op dit laatste stukje papier kan namelijk tegenvallen. Voer de volgende stappen uit om de papierrolhouder te monteren en de rol te plaatsen. 1. Schuif de houders op de papierrol. Opmerking: Verwijder het beschermende vel nadat u de houders op de papierrol hebt geplaatst. 2.
3. Zet de printer aan. 4. Zorg ervoor dat het verlengstuk van de uitvoerlade uitgeklapt is en dat de uitvoerlade in de printer zit.
5. Draai de steun voor rolpapier voorzichtig naar buiten. 6. Steek de rolpapierhouders in de daarvoor bestemde uitsparingen achter op de printer.
7. Steek het papier zo ver mogelijk in de handmatige papiertoevoer aan de achterzijde, tegen de rechterzijgeleider. Schuif de linkerzijgeleider tegen de linkerkant van het papier aan. c Let op: Laad het rolpapier niet in de papiertoevoer voor losse vellen. 8. Houd het papier gedurende circa drie seconden met de hand op de juiste plaats. Het papier wordt automatisch in de printer gevoerd.
Opmerking: Als het papier van de rol niet gemakkelijk kan worden ingevoerd, moet u het eerst gladstrijken. Haal de krul uit het papier door het papier met de afdrukzijde naar boven tussen de pagina's van het instructieboekje te leggen dat bij de papierrol wordt geleverd. Zo wordt het papier tegelijk goed beschermd. Vervolgens rolt u het boekje op in de tegenovergestelde richting van de krul in het papier. 9. Open de bovenste printerkap en controleer of het papier goed wordt ingevoerd.
Rolpapier afsnijden 1. Druk op de papierrolknop z om het papier in de printer te voeren. Op de rol papier wordt een snijlijn afgedrukt. c Let op: Houd de papierrolknop z niet langer dan drie seconden ingedrukt. Anders wordt het rolpapier achteruit gevoerd en kan de afdruk mislukken. 2. Snijd het papier af op de afgedrukte lijn. Trek nooit aan het papier tijdens het snijden of knippen. Anders kan de afdruk beschadigd raken.
Rolpapier verwijderen 1. Houd nadat u het papier hebt afgesneden de papierrolknop z ongeveer drie seconden ingedrukt. Het papier beweegt in omgekeerde richting door de printer, zodat u het gemakkelijk uit de papiertoevoer kunt halen aan de achterzijde van de printer. Het papierlampje ) knippert. Als het papier niet naar de positie beweegt waar u het gemakkelijk kunt verwijderen, voert u deze stap opnieuw uit. 2. Rol het papier op door de knop van de papierrol terug te draaien.
Epson-papierrollen bewaren Plaats ongebruikt papier meteen na het afdrukken terug in de verpakking. Bewaar uw afdrukken in een afsluitbare plastic zak. Stel ze ook niet bloot aan hoge temperaturen, een vochtige omgeving of direct zonlicht. Instellingen van de printerdriver De printersoftware voor Windows openen U kunt de printersoftware openen vanuit de meeste Windows-toepassingen, vanuit het menu Start of vanuit de taakbalk van Windows.
2. Klik in het dialoogvenster dat verschijnt op Printer, Setup, Opties (Options), Voorkeuren (Preferences) of Eigenschappen (Properties). (Het is mogelijk dat u op een combinatie van deze knoppen moet klikken, afhankelijk van de toepassing die u gebruikt.) De printersoftware wordt gestart. Vanuit het menu Start Volg de onderstaande instructies om de printersoftware te openen. 1. Voor Windows XP: klik op Start, Configuratiescherm (Control Panel) en klik op Printers en faxapparaten (Printers and Faxes).
De printersoftware voor Mac OS X openen Deze dialoogvensters kunnen worden geopend zoals hierna beschreven. Dialoogvenster Openen Pagina-instelling Klik in het menu Archief (File) van uw toepassing op Pagina-instelling (Page Setup). Afdrukken Klik in de toepassing op Print in het menu Archief (File). EPSON Printer Utility Dubbelklik op het pictogram van het EPSON-printerhulpprogramma in de programmamap in Macintosh HD. Selecteer de printer in de lijst Printers (Printer List) en klik op OK.
De volgende dialoogvensters kunt u bovendien openen vanuit het afdrukvenster. Dialoogvenster Openen Afdrukken op de achtergrond Klik in het afdrukvenster op de pictogramknop Afdrukken op achtergrond . Voorbeeld Klik in het afdrukvenster op de pictogramknop Voorbeeld en klik vervolgens op Voorbeeld. Opslaan Klik in het afdrukvenster op de pictogramknop Voorbeeld tot de knop Afdrukken verandert in de knop Opslaan en klik vervolgens op de knop Opslaan.
Archival Matte Paper EPSON Archival Matte Paper (A3+) S041340 EPSON Archival Matte Paper (A3) S041344 EPSON Archival Matte Paper (A4) S041342 Double-Sided Matte Paper EPSON Double-Sided Matte Paper (A4) S041569 S041570 Matte Paper - Heavyweight 388 EPSON Matte Paper - Heavyweight (A3+) S041263 S041264 S041265 EPSON Matte Paper - Heavyweight (A3) S041260 S041261 S041262 EPSON Matte Paper - Heavyweight (A4) S041256 S041258 S041259
Premium Glossy Photo Paper EPSON Premium Glossy Photo Paper (A3+) S041289 S041316 EPSON Premium Glossy Photo Paper (A3) S041288 S041315 EPSON Premium Glossy Photo Paper (A4) S041285 S041287 S041297 S041624 EPSON Premium Glossy Photo Paper (10 × 15 cm (4 × 6 inch)) S041692 S041706 S041729 S041730 S041750 S041758 S041761 S041822 S041826 ESPON Premium Glossy Photo Paper (329 mm × 10 m) S041378 S041379 EPSON Premium Glossy Photo Paper (210 mm × 10 m) S041376 S041377 Premium Luster Photo Paper EPSON
Premium Semigloss Photo Paper EPSON Premium Semigloss Photo Paper (A3+) S041328 EPSON Premium Semigloss Photo Paper (A3) S041334 EPSON Premium Semigloss Photo Paper (A4) S041332 EPSON Premium Semigloss Photo Paper (329 mm × 10 m) S041338 EPSON Premium Semigloss Photo Paper (210 mm × 10 m) S041336 EPSON Premium Semigloss Photo Paper (100 mm × 8 m) S041330 Velvet Fine Art Paper EPSON Velvet Fine Art Paper (A3+) S041637 Watercolor Paper - Radiant White EPSON Watercolor Paper - Radiant White (A3+)
Eigen papierformaten definiëren voor Windows Aangepast papierformaat definiëren U kunt zelf een afwijkend papierformaat definiëren en toevoegen aan de lijst. 1. Selecteer Gebruikergedefinieerd als instelling bij Formaat. Het dialoogvenster Gebruikergedefinieerd papierformaat verschijnt. 2. Typ een naam voor het papierformaat in het tekstvak Naam papierformaat. 3. Kies cm of inch bij Eenheden. 4. Geef de breedte en hoogte van uw papierformaat op.
5. Klik op Opslaan en vervolgens op OK om terug te keren naar het tabblad Hoofdgroep. De naam van het nieuwe papierformaat wordt weergegeven bij Formaat. Als u een aangepast papierformaat uit de lijst wilt verwijderen, opent u het dialoogvenster Gebruikergedefinieerd papierformaat en selecteert u de naam van het papierformaat dat u wilt verwijderen. Klik vervolgens op Verwijderen.
Een nieuw papierformaat maken Als het juiste papierformaat niet voorkomt in de lijst Papierformaat van het dialoogvenster voor de pagina-instelling, ga dan als volgt te werk om zelf een nieuw papierformaat te definiëren. 1. Selecteer Stylus Photo R2400 bij Stel in voor in het dialoogvenster voor de pagina-instelling. Selecteer vervolgens Aangepast papierformaat bij Instellingen. Het volgende dialoogvenster verschijnt. 2. Klik op Nieuw om een nieuw papierformaat te maken.
❏ Wanneer u wilt afdrukken op dik papier, moet u de boven- en ondermarge op 0,79 inch en de linker- en rechtermarge op 0,12 inch zetten. 5. Klik op Bewaar gevolgd door OK om het dialoogvenster te sluiten. De naam voor het gemaakte formaat staat nu in de lijst Papierformaat van het dialoogvenster voor de pagina-instelling.
3. Klik op Bewaar gevolgd door OK om het dialoogvenster te sluiten. Het formaat staat nu in de lijst Papierformaat van het dialoogvenster voor de pagina-instelling. Eigen papierformaten definiëren voor Mac OS 9 Aangepast papierformaat definiëren U kunt ook een aangepast papierformaat definiëren. Daartoe kunt u een volledig nieuw formaat maken of uitgaan van een reeds bestaand papierformaat. Raadpleeg het betreffende gedeelte hierna.
2. Klik op Nieuw om een nieuw papierformaat te maken. U kunt nu een naam invoeren voor het nieuwe formaat. 3. Typ een unieke naam voor het papierformaat in de lijst met formaten. 4. Kies cm of inch bij Eenheden. 5. Voer de breedte en hoogte van uw papier in door de betreffende waarden in te voeren in de juiste tekstvakken.
7. Klik op OK om terug te keren naar het dialoogvenster voor de pagina-instelling. U kunt maximaal honderd papierformaten definiëren. De namen van de zelfgemaakte formaten worden weergegeven in de lijst Papierformaat. Als u een aangepast papierformaat wilt verwijderen, klikt u op Aanpassen, selecteert u het formaat in de lijst van het dialoogvenster voor aangepaste formaten en klikt u vervolgens op Verwijderen.
Bijlage A Hulp inroepen Hulp inroepen Als uw Epson-printer niet goed functioneert en u het probleem niet kunt oplossen met de informatie in de printerdocumentatie, kunt u contact opnemen met de klantenservice. In het pan-Europese garantiebewijs leest u hoe u contact kunt opnemen met de klantenservice van Epson.
Technische ondersteuning (website) A Ga via http://www.epson.com naar uw lokale Epson-website voor de nieuwste drivers, vragen en antwoorden, handleidingen en ander materiaal om te downloaden. Deze website van Epson biedt u technische ondersteuning bij problemen die u niet kunt oplossen met de informatie in de printerdocumentatie.
Verklarende woordenlijst De volgende definities zijn specifiek van toepassing op printers. 180° draaien Een instelling waarmee de af te drukken pagina 180 graden wordt gedraaid. afdrukgebied Het gebied van een pagina waarop door de printer kan worden afgedrukt. Door de marges die worden gebruikt, is dit gebied kleiner dan het totale paginaformaat.
banding De horizontale strepen die soms verschijnen bij het afdrukken van grafische voorstellingen. Zie ook MicroWeave. Bluetooth Een technologie voor draadloze verbindingen die het mogelijk maakt dat verschillende apparaten zonder kabel met elkaar communiceren. cartridge Bevat de inkt die door de printer wordt gebruikt voor het afdrukken. CMYK Cyaan (blauwgroen), magenta, geel en zwart. De kleureninkt waarmee het hele kleurengamma wordt afgedrukt volgens het subtractieve systeem.
Dubbelzijdig afdrukken Een afdrukmodus die het mogelijk maakt om beide zijden van het papier te bedrukken. EPSON MonitorIV Een hulpprogramma voor Macintosh waarmee u de afdruktaken in een wachtrij kunt beheren. Het hulpprogramma toont bovendien de status van de huidige afdruktaak. (Zie afdrukwachtrij.) EPSON Status Monitor 3 Een hulpprogramma voor Windows dat informatie over de printerstatus geeft, zoals de hoeveelheid inkt die er nog in de cartridges zit, en dat controleert op printerfouten.
hulpprogramma's Software waarmee u de printer kunt controleren en onderhouden. De hulpprogramma's en de printerdriver worden samen de printersoftware genoemd. Zie ook printersoftware. ICM (Image Color Matching) De methode voor kleuraanpassing die door Windows wordt gebruikt. Zie ook kleuraanpassing. inkjet Een methode van afdrukken waarbij elke letter en elk symbool wordt gevormd door inkt nauwkeurig op het papier te spuiten.
MicroWeave Een manier van afdrukken waarbij afbeeldingen in fijnere segmenten worden afgedrukt om de kans op horizontale strepen te verkleinen. Zie ook banding. monochroom Afdrukken met slechts één kleur inkt, meestal zwart. Omgekeerde volgorde Een instelling die het mogelijk maakt om documenten in omgekeerde volgorde af te drukken (dus de laatste pagina eerst). Pagina’s per vel Een afdrukmodus die het mogelijk maakt om op één vel papier twee of vier pagina’s van uw document af te drukken.
printersoftware De printersoftware die met de printer wordt meegeleverd, omvat een (printer)driver en hulpprogramma's voor de printer. In de (printer)driver kunt u een groot aantal opties instellen om de beste resultaten te krijgen met uw printer. Met de printerhulpprogramma's kunt u de printer controleren en ervoor zorgen dat het apparaat optimaal blijft werken. Zie ook driver en hulpprogramma's.
Spiegel afbeelding Met deze instelling van de printersoftware kunt u de afdruk spiegelen, van links naar rechts. spool De eerste stap tijdens het afdrukken, waarin de afdrukgegevens door de printerdriver worden geconverteerd naar codes die door de printer kunnen worden verwerkt. Deze gegevens worden vervolgens rechtstreeks naar de printer of de afdrukserver gestuurd. Spool Manager De software waarmee afdrukgegevens worden geconverteerd naar codes die door de printer kunnen worden verwerkt. Zie ook spool.
Verklein/vergroot document Een afdrukmodus waarmee het afdrukformaat van uw document wordt aangepast. Verzadiging Een instelling om kleuren levendiger te maken. Hoe lager de verzadiging, des te fletser de kleuren. Hoe hoger de verzadiging, des te levendiger de kleuren. Volledige pagina afdrukken Een afdrukmodus waarmee een document automatisch wordt vergroot of verkleind en aangepast aan het papierformaat dat in de printersoftware is geselecteerd.
Verklarende woordenlijst
Index A Aangepaste instellingen (dialoogvenster) Macintosh, 196 Windows, 148 Aangepast papierformaat, 391 Afdrukgebied, specificaties, 352 Afdrukken op de achtergrond, 197, 257, 257 tot 260 Afdrukken zonder marges (randloos), 70 Afdrukmateriaal Afdrukmateriaal (instellingen), 387 Speciale afdrukmaterialen gebruiken, 371 Afdruksnelheid, verhogen, 329 Afdruktijd instellen, 197 Afdruktips, 242, 248, 249 Afdrukvenster (Mac OS X), 167 Afdrukvoorbeeld, functie Macintosh, 198 Windows, 134 Automatisch (instelling)
E EPSON Creativity Suite Inleiding, 208 EPSON Easy Photo Print Inleiding, 208 EPSON File Manager Inleiding, 208 EPSON Monitor 3, 257 tot 260 EPSON Monitor3, 257 EPSON Spool Manager, 250 EPSON StatusMonitor (Macintosh), 204 EPSON Status Monitor 3 (Windows), 155 EPSON Web-To-Page Inleiding, 207 Exif Print, 345 Extra drivers, 319 F Foutindicators, 282 Foutmelding Macintosh, 255 Windows, 161 G Gamma Macintosh, 190 Windows, 142 Geavanceerd (instellingen) Macintosh, 187 Windows, 138 Gebruikershandleiding Inleid
I IEEE1394-aansluiting, 11 Inktlampje, 12 K Kleurenbeheer Macintosh, 190 Windows, 142 Kleurencontrole Macintosh, 190 Windows, 142 Knoppen, 12 L Lampjes, 13 M Meerdere pagina's afdrukken Macintosh, 203 Windows, 152 Meerdere pagina's op één vel papier afdrukken, 101 N Netwerk (afdrukken in) Mac OS 9, 325 Mac OS X, 325 Windows Me en 98, 322 Windows XP en 2000, 317 O online-Help Macintosh, 205 Windows, 162 opslaan, instellingen Macintosh, 196 Windows, 148 Index 411
P Paginalay-out (tabblad, Windows), 151 Papier, 363 Specificaties, 350 Papiersteun, 10 papiertoevoer (rolpapier), 11 PhotoEnhance (instellingen) Macintosh, 191 Windows, 142 PIF DESIGNER Inleiding, 207, 208 Posters afdrukken, 110 Printer reinigen, 340 vervoeren, 341 Printerdriver Inleiding, 206 Printerkap (bovenzijde), 10 Printerkap (voorzijde), 10 Printeronderdelen, 10 PRINT Image Matching, 347 Printkop, 12 reinigen, 265 spuitkanaaltjes controleren, 260 uitlijnen, 278 Printkop uitlijnen (hulpprogramma), 278
normen en goedkeuringen, 358 papier, 350 Spool Manager, 250 Spuitkanaaltjes controleren, 260 Status Monitor Windows, 250 Steun (rolpapier), 10 Systeemvereisten, 359, 361, 362 T Technische ondersteuning, 398 U Uitvoerlade, 10 USB-aansluiting, 11 V Veiligheidsvoorschriften, 14, 20 Verbruiksmaterialen, 343 Verklarende woordenlijst, 400 Verkleinen/Vergroten (instelling) Macintosh, 183 Windows, 152 Verlengstuk papiersteun, 10 Verlengstuk van uitvoerlade, 10 Verwijderen van de printerdriver, 335 Volledige pagi