Operation Manual

63
De printer instellen in een netwerk
De printer delen
In dit gedeelte wordt beschreven hoe u de printer kunt delen in
een standaard Windows-netwerk.
De computers in een netwerk kunnen een printer delen
die rechtstreeks is aangesloten op een van de computers.
De computer die rechtstreeks op de printer is aangesloten,
fungeert als printerserver en de andere computers zijn de clients
die toestemming nodig hebben om de printer te kunnen delen met
de printerserver. De clients delen de printer via de printerserver.
Afhankelijk van de versies van het Windows-besturingssysteem
en uw toegangsrechten in het netwerk, kunt u de gewenste
instellingen voor de printerserver en de clients opgeven.
De printerserver instellen
Zie “Onder Windows Me of 98” voor Windows Me of 98.
Zie “Onder Windows XP, 2000 of Windows NT 4.0” voor
Windows XP, 2000 of Windows NT 4.0.
De clients instellen
Zie “Onder Windows Me of 98” voor Windows Me of 98.
Zie “Onder Windows XP of 2000” voor Windows XP of 2000.
Zie “Onder Windows NT 4.0” voor Windows NT 4.0.
Opmerking:
Wanneer de printer wordt gedeeld, dient EPSON Status Monitor 3
te worden ingesteld, zodat de gedeelde printer kan worden
gecontroleerd op de printerserver. Zie “EPSON Status Monitor 3
instellen.