Operation Manual

40
Als u de etiketten uit de printer wilt verwijderen, scheurt u
de nieuwe toevoer aan de onderkant van de printer af en
vervolgens drukt u op LF/FF om de resterende etiketten uit te
printer te voeren.
c
Let op:
Voer etiketten nooit achterwaarts door de printer; de etiketten
kunnen dan losraken van het achterblad en vastlopen in de
printer. Als een etiket is vastgelopen in de printer, neemt u
contact op met de dealer.
Enveloppen
U kunt enveloppen een voor een invoeren met de papiergeleider.
Houd rekening met het volgende:
Voordat u een envelop laadt, dient u de papierdiktehendel in
te stellen op de juiste positie. Zie “De papierdiktehendel
aanpassen”.
Voer de stappen in “Losse vellen laden” uit om een envelop
te laden. Plaats de brede rand van de envelop het eerst in de
printer, met de bedrukbare zijde omlaag. Als u de envelop
tussen de papiergeleiders invoert, drukt u de envelop
goed aan en houd u de envelop vast totdat deze in de printer
wordt gevoerd.
Gebruik enveloppen alleen bij een normale temperatuur en
luchtvochtigheid.
Let erop dat niet buiten het afdrukbare gebied wordt
afgedrukt.
De printerkop mag niet verder dan de linker- of
rechterrand van de envelop of ander dik papier gaan.
(Zie “Printerspecificaties” voor specificaties.) Het is
raadzaam een proefafdruk te maken op een normaal
vel papier voordat u op enveloppen gaat afdrukken.