Operation Manual

20 | NEDERLANDS
6. In dit venster kies je voor ‘Toevoegen’.
7. In het volgende scherm kies je dan voor ‘Een draadloos netwerk binnen bereik
van deze PC toevoegen’.
8. In het nieuwe venster kies je het eigen netwerk.
9. Klik nu op ‘Verbinding maken’.
10. Je PC zal nu de volgende melding geven: ‘Geef een sleutel voor de
netwerkbeveiliging of wachtwoordzin op voor het netwerk’.
Vul hier dan je beveiligingssleutel in.
11. Kies nu voor ‘Verbinding maken’. Indien je sleutel correct is ingevuld, zal je
computer nu een draadloze verbinding hebben en ben je online.
8.0 Firewall & QoS instellingen
De GigaLINK 300N beschikt over een geavanceerde firewall. In deze firewall kun je
poorten openen om bepaalde programma’s toegang te geven tot internet. Dit gebeurt
met behulp van ‘Port Forwarding’.
In sommige gevallen wil je de internettoegang kunnen blokkeren. Wanneer je kinderen
hebt, wil je bijvoorbeeld expliciete inhoud op sommige websites kunnen blokkeren.
Dat kan met behulp van de ingebouwde URL filtering methode.
Tip! Voor jouw veiligheid is de Firewall standaard ingeschakeld. Wij adviseren je
echter altijd een virusscanner te gebruiken en deze regelmatig te updaten.
8.1 Port Forwarding
1. Open je internetbrowser (Bijvoorbeeld Internet Explorer, Netscape of Firefox).
2. Typ ‘http://192.168.8.1’ in de adresbalk.
3. Druk op de entertoets of klik op ‘Ga naar’.
4. Er wordt nu gevraagd om een gebruikersnaam en wachtwoord. Vul in beide
velden ‘admin’ in en druk op ‘Enter’.
5. Het openingsscherm wordt getoond.
6. Klik op ‘Setup Tool’.
7. Klik op ‘Advanced Setup’ in het linkermenu.
8. Klik op ‘Port Forwarding’ onder ‘NAT/Routing’ in het linkermenu.
9. Bij LAN IP-adres vul je het IP-adres in van de PC waar het programma op draait
waarvoor de poorten opengezet moeten worden.
10. Bij ‘Protocol’ geef je het juiste protocol aan.
11. Bij ‘External port’ vul je de poorten in. In het eerste vakje vul je de start of begin
poort in. In het tweede vakje vul je de eind poort in. Indien je slechts één poort
open hoeft te zetten, vul je bij zowel het eerste vakje als het tweede vakje
dezelfde poortnummers in.
12. Bij ‘Internal Port’ vul je dezelfde poorten in.
13. Bij ‘Rule Name’ geef je een naam aan deze instelling. Bijvoorbeeld de naam van
de applicatie of het spel waarvoor je deze poorten open zet.