User manual

PROBLEMEN OPLOSSEN
Tijdens de werking van het apparaat kun-
nen vaak kleine, maar storende problemen
optreden waarvoor niet meteen een mon-
teur hoeft te worden gebeld. In de onder-
staande tabel wordt informatie gegeven
over deze problemen om onnodige service-
kosten te vermijden.
Belangrijk! De werking van het apparaat
gaat gepaard met bepaalde geluiden (geluid
van compressor en circulatie). Dat is geen
probleem, maar de normale werking.
Belangrijk! Het apparaat werkt niet
continu, dus als de compressor stopt
betekent dit niet dat er geen stroom is.
Daarom moet u geen elektrische
onderdelen van het apparaat aanraken
voordat u de stroom heeft uitgeschakeld.
Probleem Mogelijke oorzaak Oplossing
Het apparaat maakt la-
waai.
Het apparaat wordt niet goed
ondersteund.
Controleer of het apparaat stabiel
staat (alle vier pootjes en wielen
moeten op de vloer staan). Zie
"Waterpas zetten".
De afstandsstukken tussen de
achterkant van de kast en de lei-
dingen zitten los.
Zet ze weer op hun plaats.
De zoemer klinkt. Het
alarmpictogram knippert.
De temperatuur in het vriesvak is
te hoog.
Zie "Alarm hoge temperatuur".
wordt weergegeven op
het temperatuurdisplay
Er is een fout opgetreden in de
temperatuurmeting.
Neem contact op met de klanten-
service (het koelsysteem blijft wer-
ken om uw levensmiddelen koud
te houden, maar de temperatuur
kan niet aangepast worden).
De compressor werkt
continu.
De thermostaatknop staat mis-
schien niet goed.
Stel een hogere temperatuur in.
De deur is niet goed gesloten. Zie "De deur sluiten".
De deur is te vaak open gedaan. Laat de deur niet langer open
staan dan noodzakelijk.
De temperatuur van het voedsel
is te hoog.
Laat het voedsel afkoelen tot ka-
mertemperatuur voordat u het
conserveert.
De kamertemperatuur is te
hoog.
Verlaag de kamertemperatuur.
Er is te veel rijp en ijs. De producten zijn niet op de
juiste wijze verpakt.
Verpak het voedsel op de juiste
manier.
De deur is niet goed gesloten. Zie "De deur sluiten".
De deurpakking is vervormd of
vuil.
Zie "De deur sluiten".
De temperatuur in het
apparaat is te laag.
De thermostaatknop staat mis-
schien niet goed.
Stel een hogere temperatuur in.
De temperatuur in het
apparaat is te hoog.
De thermostaatknop staat mis-
schien niet goed.
Stel een lagere temperatuur in.
De deur is niet goed gesloten. Zie "De deur sluiten".
De temperatuur van het voedsel
is te hoog.
Laat het voedsel afkoelen tot ka-
mertemperatuur voordat u het
conserveert.
20 electrolux