User manual

11
Regeling en instellingen
De temperatuur aanpassen
Nadat uw koelkast 24 uur heeft gewerkt, kunt u de temperatuur als nodig aanpassen. Wijzig
de temperatuur geleidelijk en met kleine verschillen en geef uw koelkast de tijd om te
stabiliseren na een temperatuurwijziging. Lees de onderstaande richtlijnen voor
temperatuurinstellingen.
Wat u moet doen wanneer de temperatuurweergaven flikkeren.
Permanent flikkeren van beide temperatuurweergaven kan wijzen op een probleem met de
werking opgemerkt door het besturingssysteem. Bel uw onderhoudstechnicus bij Electrolux
om te weten waarom de weergaven flikkeren.
ALARMEN VAN SYSTEEMCONTROLE
Het elektronische besturingssysteem controleert permanent uw koel-
/vrieskast op stabiele temperatuur, open of gesloten deuren en
stroomonderbrekingen. Verschillen in de gewone werkcondities
worden via bepaalde geluiden en vier statusindicatielampjes gemeld.
Knop Alarmreset
Indicatielampjes
N.B.N.B.
N.B.N.B.
N.B.
Iedere instelling op het bedieningspaneel wordt bevestigd via één
hoorbare toon.
Regeling van temperatuurbereik
Vriezer Koelkast
Fahrenheit
Celsius
Fahrenheit
Celsius
Warmst
6
°
-14
°
47
°
8
°
Warmer
Bij productie
ingesteld
Middelpunt
0
°
-18
°
37
°
3
°
Koudst
-10
°
-21
°
33
°
1
°
Kouder
Richtlijnen om de temperatuur bij te stellen
Indien het koelgedeelte te warm is:
Verlaag de temperatuur van de koelkast met één graad
door te drukken op de knop met neerwaartse pijl.
Indien het koelgedeelte te koud is:
Verhoog de temperatuur van de koelkast met één graad
door te drukken op de knop met opwaartse pijl.
Indien het vriesgedeelte te warm is:
Verlaag de temperatuur van de vriezer met één graad
door te drukken op de knop met neerwaartse pijl.
Indien het vriesgedeelte te koud is:
Verhoog de temperatuur van de vriezer met één graad
door te drukken op de knop met opwaartse pijl.