Automower Gebruiksaanwijzing ™
Automower Loes de hele gebruiksaanwijzing zorgvuldig door en begrijp de inhoud voordat u de Automower™ gebruikt. Het idee de Automower™ komt rechtstreeks uit de natuur - het principe van een grazend dier. Dit houdt in dat het gras regelmatig een klein stukje wordt gemaaid. Dit is niet alleen efficiënter, maar is ook beter voor de kwaliteit van het gras.
electrolux automower 3 Symbolen ___________________________________________ 5 Symbolen op de Automower™ ______________________ 5 Symbolen in de gebruiksaanwijzing __________________ 6 Veiligheidsinstructies ______________________________ Gebruik ______________________________________________ Verplaatsen __________________________________________ Onderhoud __________________________________________ 7 7 8 8 Presentatie _________________________________________ 9 Werking Automower™ ________________________
electrolux automower
Symbolen Symbolen Symbolen op de Automower™ Deze symbolen Automower™ op de grasmaaier. Bestudeer ze nauwkeurig zodat u weet wat ze betekenen. BELANGRIJKE INFORMATIE Neem de gebruiksaanwijzing grondig door en gebruik uw Automower™ niet voor u de inhoud begrijpt. 1001-003 ! • WAARSCHUWING Automower™ kan bij verkeerd gebruik gevaarlijk zijn. Waarschuwingen en veiligheidsvoorschriften in deze gebruiksaanwijzing moeten zorgvuldig worden opgevolgd om de maaier veilig en efficiënt te kunnen gebruiken.
Symbolen Symbolen in de gebruiksaanwijzing Deze symbolen staan in de gebruiksaanwijzing. Bestudeer ze nauwkeurig zodat u weet wat ze betekenen. • Controle en/of onderhoud moet u uitvoeren met de schakelaar in stand ”OFF”. OFF 3012-288 • Gebruik altijd beschermende handschoenen bij alle werkzaamheden aan de onderkant van de maaier. 3012-272 • Gebruik nooit een hogedrukreiniger, en zelfs geen stromend water, om Automower™ schoon te maken.
Veiligheidsinstructies Veiligheidsinstructies Gebruik • Lees de gebruiksaanwijzing zorgvuldig door en begrijp de inhoud voordat u Automower™ gaat gebruiken. 1001-003 • Controleer of op het gras dat moet worden gemaaid geen stenen, takken, gereedschap, speelgoed en andere voorwerpen liggen, die de messen kunnen beschadigen en kunnen leiden tot vastlopen. 3012-396 • Start Automower™ volgens de instructies.
Veiligheidsinstructies Verplaatsen Bij transport over langere afstand moet u Automower™ verpakken in de emballage waarin hij is geleverd. Voor veilig verplaatsen van of naar het werkgebied: 1. Druk op de STOP-knop om de maaier te stoppen. Wanneer de stopalarm (zie bladzijde 39), die aanwezig is als diefstalbeveiliging, is geactiveerd; moet u het eerste getal van uw PIN-code invoeren. U kiest een viercijferige PIN-code wanneer u de maaier voor de eerste keer start, zie bladzijde 24. 3012-388 2.
Presentatie Presentatie Gefeliciteerd met uw keuze van een uitstekend kwaliteitsproduct. Om uw Automower™ optimaal te kunnen benutten is kennis nodig over de werking. Dit hoofdstuk bevat informatie die u moet kennen als u van plan bent te gaan installeren. Een installatie van de Electrolux Automower™ bestaat uit vier hoofdcomponenten: Automower™, een automatische grasmaaier die het gras maait door zich voornamelijk in een onregelmatig patroon te bewegen.
Presentatie Werking Automower™ Werkwijze Automower™ maait het gras automatisch. Hij wisselt het maaien voortdurend af met opladen. Het laadstation zendt een signaal uit, dat Automower™ kan registreren op 6 tot 8 meter afstand. De maaier begint zelf naar het laadstation te zoeken wanneer de capaciteit van de accu te laag wordt. Automower™ maait niet wanneer hij het laadstation zoekt.
Presentatie De STOP-knop op de bovenkant van Automower™ wordt voornamelijk gebruikt om de rijdende maaier te stoppen. Wanneer u de STOP-knop indrukt, wordt een klep geopend, waaronder een controlepaneel zit. De STOP-knop blijft ingedrukt tot de klep weer wordt dichtgedaan. Dit werkt als startvergrendeling. 3012-388 Via het controlepaneel op de bovenkant van Automower™ kunt u alle instellingen van de maaier regelen. Op het controlepaneel zit ook de hoofdschakelaar.
Presentatie Bewegingspatroon Het bewegingspatroon van de maaier is onregelmatig en wordt door Automower™ zelf bepaald. Een bewegingspatroon wordt ook nooit herhaald. Dit maaisysteem zorgt ervoor dat het gazon gelijkmatig wordt gemaaid, zonder randen van de maaier. 3012-276 Indien Automower™ in een stuk komt waar hij registreert dat het gras hoger is dan voorheen, kan hij zijn bewegingspatroon wijzigen. Hij kan dan in een vierkantspatroon maaien om het stuk met hoger gras systematisch af te werken.
Installatie Installatie Dit hoofdstuk beschrijft hoe u Automower™ installeert. Voordat u de installatie begint, moet u het voorgaande hoofdstuk lezen ”Presentatie” op bladzijde 9 tot bladzijde 12. Voer de installatie uit volgens de volgende stappen: A. Voorbereidingen. B. Planning van de installatie. C. Plaats van het laadstation. D. Opladen van accu. E. Plaatsen van begrenzingskabel. F. Aansluiten van begrenzingskabel. G. Controle van de installatie. H. Aansluiten van Automower™ op het laadstation.
Installatie Automower™, wat is wat? 3012-377 De getallen in de afbeelding komen overeen met: 1. Laadcontacten 12. Draaischotel 2. Klep voor maaihoogteinstelling 13. Maaischijf 3. Voorwiel 14. Laadstation 4. Aandrijfwiel 5. Carrosserie 15. Led voor functiecontrole van begrenzingskabel 6. Stopknop 16. Begrenzingskabel 7. Toetsenbord 17. Transformator met netkabel 8. Display 18. Laagspanningskabel 9. Hoofdschakelaar 19. Krammen 10. Handgreep 20.
Installatie B. Planning van de installatie Laadstation Voor voorbeelden van een goede plaats van het laadstation, zie ”Tuinvorm (3-3)” op bladzijde 34. Het laadstation moet op de eerste plaats worden geplaatst: • Centraal in het hoofdgebied, langs de buitenranden en met veel vrije ruimte voor het station. 3012-233 • In de schaduw. De accu wordt ontzien als deze wordt opgeladen in een zo laag mogelijke omgevingstemperatuur. • Op relatief horizontale grond.
Installatie Plaats het laadstation niet in hoeken of afgelegen stukken van het werkgebied. 3012-235 Indien de tuin bestaat uit twee grote grasvelden die door een passage worden verbonden, kan het voor Automower™ moeilijk zijn de ingang van de passage te vinden. Daardoor kan het moeilijk zijn om effectief op beide velden te werken. Een manier om de maaier effectief beide velden te laten vinden is het laadstation midden in de passage te plaatsen.
Installatie Neem in de planning mee dat het achteraf nodig kan zijn de lus bij te stellen. Denk er daarom aan om: • Enkele meters extra kabel over te laten, aan het begin en het einde, vakbij het laadstation. • Langs de hele lus ongeveer om de 30 meter een extra meter kabel uit te leggen. Alle extra kabel moet dichtbij elkaar en in parallelle lussen worden gelegd. Indien krammen worden gebruikt, moet u de parallelle lussen onder dezelfde kram plaatsen.
Installatie • Als het werkgebied aan een kleine greppel grenst, bijv. een border, of aan een kleine verhoging zoals bijv. een lage steen (3 tot 5 cm), moet u de begrenzingskabel 30 cm binnen in het werkgebied leggen. Dit voorkomt dat de wielen in de greppel of op de stenen rijden. 3012-381 • Indien het werkgebied aan een pad of iets dergelijks grenst dat op hetzelfde niveau ligt als het gazon, is het mogelijk om Automower™ een stukje op het pad te laten rijden.
Installatie Voor het meest behoedzame en stille gebruik is het echter te prefereren alle vaste voorwerpen in en rond het werkgebied af te grenzen. • Obstakels die licht hellen, bijv. stenen of grote bomen met verhoogde wortels, moeten worden afgegrensd of verwijderd. Automower™ kan anders op zulke obstakels glijden, met als gevolg dat de messen beschadigd raken.
Installatie C. Plaats van het laadstation 1. Plaats het laadstation volgens uw planning. 2. Sluit de laagspanningskabel aan op het laadstation. Gebruik alleen originele kabels en transformator. 3012-263 3. Sluit de laagspanningskabel aan op de transformator. Het kan lastig zijn de contacten aan te sluiten, omdat ze tegen vocht zijn afgedicht. 3012-262 4. Sluit de netkabel van de transformator aan op een 230V stopcontact. Gebruik, volgens de aanbevelingen, een aardlekschakelaar. D.
Installatie E. Plaatsen van begrenzingskabel 1. Leg de begrenzingskabel volgens uw planning, maar wacht met het aansluiten op het laadstation. Leg de kabel door: • De kabel met krammen op de grond te bevestigen. Na enkele weken zullen de wortels van het gazon over de kabel zijn gegroeid zodat deze niet meer zichtbaar is. Het is belangrijk de krammen vlakbij elkaar te plaatsen.
Installatie F. Aansluiten van begrenzingskabel Sluit de begrenzingskabel aan op het laadstation: 1. Til de kap van het laadstation af: • Pak met beide handen de rand van de kap beet en trek deze recht naar de zijkant toe. • Til de kap vervolgens recht omhoog. 3012-268 3012-269 2. Steek de uiteinden van de begrenzingskabel in het onderste gat van het laatstation en vang ze op in de bovenste gaten. Het rechter kabeluiteinde moet in het rechtergat en het linker kabeluiteinde in het linkergat.
Installatie 3. De kabeluiteinden in het contact leggen: • Open het contact. • Leg de kabel in de uitsparing van het contact. 3012-284 4. Druk het contact met een tang dicht. Druk tot u een klik hoort. 3012-264 5. Knip het overbodige deel van de begrenzingskabel af. Knip 1 tot 2 cm boven het desbetreffende contact door. 3012-265 6. Druk de contacten op de metalen pen op het laadstation.
Installatie 7. Zet de kap weer op het laadstation terug. Zorg ervoor dat de drie blokjes op het laadstation goed in de gaten van de kap terechtkomen. 3012-270 G. Controle van de installatie Controleer het lussignaal door te kijken wat de groene led op het laadstation aangeeft. • Vast schijnsel = het signaal is goed. • 1 keer knipperen om de seconde = breuk in de draad, geen signaal aanwezig. • 2 keer knipperen om de seconde = signaal aanwezig, maar kabel waarschijnlijk beschadigd.
Controlepaneel Controlepaneel Aan de bovenkant van Automower™ zit het controlepaneel onder een klep. Open de klep door de STOP-knop in te drukken. Sluit de klep door deze naar voren te schuiven tot u een klik hoort. De klik komt wanneer de STOP-knop teruggaat naar bedrijfsstand. Via het controlepaneel regelt u alle soorten commando’s en instellingen voor Automower™. U bereikt alle functies via een aantal menu’s. 3012-397 Het controlepaneel bestaat uit een display en een toetsenbord.
Controlepaneel Snelcommando’s 1. 2. Naar huis: • Stuurt de maaier naar het laadstation. Daar blijft hij tot de knop weer wordt ingedrukt. Het huissymbool gaat branden aan de rechterkant van het display wanneer de knop wordt ingedrukt. • Verplaats de cursor in de menustructuur terug naar de hoofdpagina. Bedrijfsstand: 1 2 De gekozen bedrijfsstand wordt aan de rechterkant van het display geschreven als AUTO respectievelijk MAN.
Controlepaneel Keuze 6. Pijl terug: • Indrukken om een stap terug te gaan in de menustructuur. 7. YES: • Indrukken om een invoer of een keuze te bevestigen. 6 7 8 • Indrukken om de maaier te kunnen starten wanneer de periode tussen het indrukken van de laatste knop en het dichtdoen van het controlepaneel langer dan 10 seconden is. 8. 3012-406 Pijl omhoog en pijl omlaag: • Druk op een van de pijlen om te bladeren in de menu’s of tussen de verschillende keuzes. Getallen 9.
Menufuncties Menufuncties Hoofdmenu Het hoofdmenu bestaat uit vier keuzes: 1. Commando’s 2. Timer 3. Tuin 4. Instellingen De getallen verwijzen naar de titels op de volgende pagina’s. 3012-415 Onder iedere keuze zit een aantal submenu’s. Via deze bereikt u alle functies om instellingen voor Automower™ te maken. Tussen menu’s bladeren Blader in het hoofdmenu en in de submenu’s met behulp van de pijlknoppen.
Menufuncties 1. Commando’s Laden dan AUTO Via deze keuze in het hoofdmenu bereikt u de algemene functies van Automower™. Kies uit de submenu’s: Laatste fouten bekijken Commando’s • Laden, dan AUTO (1-1) Automower™ rijdt dan onmiddellijk naar het laadstation, laadt de accu op en gaat vervolgens terug naar automatische bedrijfsstand. Kies de functie en druk op YES wanneer de cursor op ”Ja” staat. • ABC-inst.
Menufuncties Dagtimer (2-2) Het is mogelijk voor ieder etmaal twee verschillende start- en stoptijden in te stellen. Voer de gewenste tijd in uren en minuten in. • Reset alle timers (2-2-1) Om alle ingestelde tijden te wissen: Kies de functie en druk op YES wanneer de cursor op ”Ja” staat.
Menufuncties 3. Tuin Via deze keuze in het hoofdmenu krijgt u de mogelijkheid naar de bestaande rij-instellingen te gaan. Kies uit de submenu’s: • Uitrij-instellingen Timer Rijdt over draad Uitrij-instellingen (3-1-) om in te stellen hoe ver Automower™ achteruit uit het laadstation rijdt voor hij keert en in welke richting de maaier het laadstation moet verlaten.
Menufuncties • Uitrijhoeken (3-1-2) Automower™ kan worden ingesteld voor een of twee uitrijsectoren. Gebruik start- en eindhoek 1 wanneer u één sector wilt gebruiken. Gebruik ook start- en eindhoek 2 wanneer u twee sectoren wilt gebruiken. Gebruik ook de functie ”Aandeel eerste” en geef een percentage aan om te bepalen hoe vaak Automower™ het laadstation in sector 1 moet verlaten.
Menufuncties • Volgt uitgaande draad (3-1-3) Deze functie betekent dat Automower™ kan worden ingesteld om vanaf het laadstation de begrenzingsdraad te volgen om een afgelegen stuk van het gazon te bereiken. Deze functie is goed bruikbaar bij tuinen waar bijv. de voor- en achterkant met elkaar zijn verbonden door een passage waar het laadstation niet kan staan. U kunt maximaal drie afgelegen gebieden activeren: Gebied 1, Gebied 2 en Gebied 3.
Menufuncties Rijdt over draad (3-2) Uitrij-instellingen Het front van de Automower™ passeert de begrenzingskabel altijd een bepaald stukje voor de maaier keert. Deze afstand is in principe ingesteld op 27 cm, maar kan naar wens worden gewijzigd. Rijdt over draad • Tuinvorm Om de afstand in te stellen: Zet de cursor op ”Rijdt over draad” en druk op YES. Geef dan het aantal centimeter aan dat u wilt dat Automower™ over de begrenzingskabel heen komt.
Menufuncties Complex 1 betekent een groot grasveld met een gemiddelde hoeveelheid obstakels en passages. 3012-292 3012-293 2 2 Voorbeeld van tuinvorm complex 1. Grasveld 900m respectievelijk 1000m Complex 2 betekent een groot grasveld met veel obstakels en passages. 3012-414 3012-295 2 2 Voorbeeld van tuinvorm complex 2.
Menufuncties Controleer draad (3-4) Met deze functie kunt u ten eerste de ontvangst van het signaal van de begrenzingsdraad door de maaier controleren en ten tweede exact bepalen waar in het gazon de begrenzingskabel ligt. De sensor die voor deze functie wordt gebruikt zit recht onder de vergrendelknop van de klep voor de maaihoogteinstelling verborgen. De sensor registreert welke stand Automower™ ten opzichte van de draad inneemt. Op het display verschijnt ”Binnen”, ”Buiten” of ”Geen lussignaal”.
Menufuncties Tuinvorm (3-3) Uitrij-instellingen (3-1) Complex 1 Uitrijhoeken (3-1-2): Een uitrijsector, 70°-190° Volgt uitgaande draad (3-1-3): Een afgelegen gebied: Gebied 1: Richting links, afstand 20 m en aandeel 25%. 3012-418 Complex 2 Uitrijhoeken (3-1-2): Een uitrijsector, 50°-200° Volgt uitgaande draad (3-1-3): Twee afgelegen gebieden: Gebied 1: Richting links, afstand 80 m en aandeel 20%. Gebied 2: Richting rechts, afstand 30 m en aandeel 20%.
Menufuncties 4. Instellingen Via deze keuze in het hoofdmenu krijgt u de mogelijkheid naar de bestaande instellingen te gaan. Kies uit de submenu’s: • Veiligheid Timer Veiligheid (4-1) om instellingen te maken met betrekking tot PINcode, stopalarm, instellingsblokkering en alarm. De PIN-code moet worden aangegeven om het menu ”Veiligheid” te laten verschijnen. Alle veiligheids- of antidiefstalfuncties moet u handmatig activeren wanneer Automower™ nieuw is.
Menufuncties • Tijdslot (4-1-2) Deze functie betekent ten eerste dat Automower™ na het geselecteerde aantal dagen stopt met maaien en niet verdergaat voordat de juiste PINcode is ingevoerd en ten tweede dat u de PIN-code moet invoeren wanneer de hoofdschakelaar op stand ON wordt gezet. PIN-code Aantal dagen Tijdslot _ _ UIT Stopalarm Om: • Te activeren: Zet de cursor op ”Tijdslot” en druk op YES. Zet de cursor op ”Aantal dagen” en druk op YES.
Menufuncties Geluid (4-2) Fabrieksinstelling Er is een aantal geluidsberichten om aan te geven wat Automower™ op dat moment doet. Het geluidsniveau is ingedeeld van niveau 4 (hard) tot ZACHT (helemaal zacht). • • • • Fabrieksinstelling (4-2-1) waarbij het geluid ZACHT staat voor alle functies behalve de opstart van het mes en toetsenbord die op geluidsniveau 2 staan. • Zet de cursor op ”Fabrieksinstelling” en druk op YES. Druk vervolgens op YES op de vraag ”Geluid naar fabrieksinstelling?”.
Menufuncties Gebruikers infoniveau (4-3) Het kiezen van het Gebruikers infoniveau betekent dat u bepaalt hoeveel informatie op het display verschijnt wanneer de hoofdschakelaar op stand ON staat. Eenvoudig Gebruikers infoniveau betekent minder informatie op het display dan uitgebreid Gebruikers infoniveau. Veiligheid Geluid Eenvoudig Gebruikers infoniveau Uitgebreid Om te kiezen: • 4-3- Eenvoudig (4-3-1) Taal • Zet de cursor op ”Eenvoudig” en druk op YES.
Menufuncties Taal (4-4) Met deze functie kunt u de taalkeuze wijzigen die u heeft gemaakt toen u Automower™ de eerste keer opstartte. Om een taal te kiezen: Zet de cursor op ”Taal” en druk op YES. Zet de cursor vervolgens op de gewenste taal en druk op YES. Veiligheid Geluid Gebruikers infoniveau Taal Tijd en datum Tijd en datum (4-5) Met deze functie kunt u de tijd en datum in Automower™ veranderen.
Gebruik Gebruik Opladen van lege accu Wanneer Automower™ nieuw is of lange tijd opgeslagen is geweest, is de accu leeg en moet voor de start worden opgeladen. Het opladen duurt 11/2 tot 21/2 uur. 1. Plaats Automower™ in het laadstation. Zorg ervoor dat de laadcontacten van de maaier goed contact maken met de contactpunten op het laadstation. 3012-385 Er is goed contact wanneer beide laadcontacten in het midden van het contactpunt liggen. 2. Open de klep van het controlepaneel. 3.
Gebruik Gebruik van de timer Maai het gras voldoende veel en voldoende vaak. Gebruik de timerfunctie (zie ”2. Timer” op bladzijde 29) om een platgereden gazon te voorkomen en voor maximale levensduur van uw Automower™ te zorgen. De kwaliteit van het gras wordt bijv. beter wanneer u het om de dag maait in plaats van iedere dag 12 uur. Bovendien is het goed voor het gras om ten minste een keer per maand een periode van drie dagen geheel rust te krijgen. Automower™ stoppen 1. Druk op de STOP-knop.
Gebruik Afstellen van maaihoogte De maaihoogte kan variëren van MIN (2 cm) tot MAX (6 cm). Indien het gras lang is, is het prima om Automower™ te laten beginnen op maaihoogte MAX. Wanneer het gras daarna korter wordt, kunt u de maaihoogte successievelijk verlagen. Om de maaihoogte bij te stellen: 1. Druk op de STOP-knop om de maaier te stoppen. 2. Open de klep van de maaihoogteinstelling: Druk de vergrendelknop in en til de klep daarna op. 3012-390 3012-391 3. Draai de knop naar de gewenste stand.
Onderhoud Onderhoud Voor een betere bedrijfszekerheid en hogere levensduur, moet u Automower™ regelmatig controleren en schoonmaken en indien nodig versleten onderdelen vervangen. Voor meer informatie over het schoonmaken, zie ”Schoonmaken” op bladzijde 48. De eerste tijd dat Automower™ wordt gebruikt, moet u maaischijf, draaischotel en messen een keer per week controleren. Als de slijtage in de tijd laag was, kunt u de interval tussen de controles vergroten.
Onderhoud Winterstalling Automower™: Maak Automower™ zorgvuldig schoon en zet de hoofdschakelaar op stand ”OFF”. Bewaar de maaier binnen in de originele verpakking, op alle vier de wielen staand. Voor meer informatie over het schoonmaken, zie ”Schoonmaken” op bladzijde 48. 3012-411 Laadstation: Bewaar het laadstation, transformator en laagspanningskabel het liefst binnen. De begrenzingskabel kan in de aarde blijven.
Onderhoud Schoonmaken Gebruik nooit een hogedrukreiniger, en zelfs geen stromend water, voor het schoonmaken. Wij raden een spuitfles met water aan. 3012-271 Onderkant en maaischijf 1. Zet de hoofdschakelaar in stand OFF. 2. Doe beschermingshandschoenen aan. OFF 3012-288 3012-272 3. Stel Automower™ op zijn zijkant. 4. Maak de maaischijf en onderkant schoon met bijv. een afwasborstel. Controleer ook of de maaischijf vrij draait ten opzichte van de motorhouder, daar direct boven.
Onderhoud Vervangen van messen ! WAARSCHUWING Gebruik altijd originele messen en bouten bij het vervangen. Wanneer u alleen het mes vervangt en de bout opnieuw gebruikt, kan dat ertoe leiden dat de bout tijdens het maaien slijt en afbreekt. Het mes kan dan weggeworpen worden en letsel veroorzaken. Op Automower™ zitten drie messen die in de maaischijf zijn geschroefd. Voor een langere levensduur hebben de messen twee snijvlakken. De maaischijf draait de ene keer linksom en de andere keer rechtsom.
Opsporen van storingen Opsporen van storingen Foutmeldingen Hieronder staat een aantal foutmeldingen, die op het display kunnen verschijnen. Indien een andere melding verschijnt dan hier weergegeven, moet u contact opnemen met uw dealer. Foutmelding Oorzaak Maatregel Linker wielmotor geblokkeerd Gras of andere voorwerpen zijn rond het aandrijfwiel vast komen te zitten. Controleer het aandrijfwiel en verwijder het vastzittende gras of voorwerp.
Opsporen van storingen Foutmelding Oorzaak Maatregel Buiten Als dit steeds op speciale stukken gebeurt, kan het komen door storingen van metalen voorwerpen (hek, betonijzer) of ingegraven kabels in de buurt. Probeer de begrenzingskabel te verplaatsen. Het werkgebied helt te sterk. Controleer of de begrenzingskabel goed is gelegd. De begrenzingskabel is verkeerd om rond een ”eiland” gelegd. Controleer of de begrenzingskabel volgens de installatie-instructies is gelegd.
Opsporen van storingen Schema voor het opsporen van storingen Wanneer uw Automower™ niet correct functioneert, moet u het onderstaande schema volgen om de storing op te sporen. Indien de storing blijft bestaan, moet u contact opnemen met uw dealer. Symptoom Oorzaak Maatregel Ongelijkmatig maairesultaat Automower™ werkt te weinig uren per dag. Vergroot de werktijd, zie ”2. Timer” op bladzijde 29. Te groot werkgebied. Probeer het werkgebied te beperken of verleng de werktijd, zie ”2.
Technische gegevens Technische gegevens Gegevens Automower™ Afmetingen Lengte 71 cm Breedte 55 cm Hoogte 30 cm Gewicht 8,6 kg Elektrisch systeem Accu NiMH speciale accu 18V / 2,2Ah (40Wh) Transformator 230 V / 24 V Geluidsemissie Gemeten geluidsvermogen 63 dB (A) Gegarandeerd geluidsvermogen 69 dB (A) Maaien Maaisysteem Drie scharnierende snijdende maaimessen Maaihoogte 2-6 cm Maaibreedte 22 cm Arbeidscapaciteit 1800 m2 electrolux automower 53
EU-verklaring EU-verklaring EG-verklaring van overeenstemming (Geldt alleen voor Europa) Husqvarna AB, SE-561 82 Huskvarna, Zweden, telefoon: +46-36-146500, verklaart hierbij dat automatische grasmaaier Electrolux Automower™ met een serienummer uit het jaar 2004 en verder (het jaar met daaropvolgend een serienummer wordt duidelijk aangegeven op het productplaatje), in overeenstemming is met de voorschriften in de RICHTLIJNEN VAN DE RAAD: - van 22 juni 1998 ”betreffende machines” 98/37/EG, bijlage IIA.
www.automower.com De Electrolux Groep is de grootste producent ter wereld van aangedreven apparaten voor gebruik in de keuken, reinigingswerkzaamheden en voor gebruik buitenshuis. In meer dan 150 landen over de hele wereld worden ieder jaar meer dan 55 miljoen Electrolux producten (zoals koelkasten, fornuizen, wasautomaten, stofzuigers, kettingzagen en grasmaaiers) verkocht ter waarde van circa USD 14 miljard. www.electrolux.com Automower™ is een handelsmerk van de Electrolux Group.