Bedrijfshandleiding Voor het bevoegde vakpersoneel AURON met vacuumbuizen EDF Originele Gebruiksaanwijzing 09/2008 Art. Nr.
Inhoud Inhoudsopgave Richtlijnen, normen en voorschriften Productbeschrijving Uitleg en dimensionering Hydraulische installatie Materialenlijst Ingebruikname Ingebruiknameprotocol Bedrijf van de installatie Problemen – oorzaken – oplossingen Onderhoudsprotocol Gegevensblad veiligheid TYFOCOR LS ..................................................................................................................2 ...............................................................................................
Richtlijnen, normen en voorschriften Bepalingen Voor een veilig, milieu-effectief en energiebesparend bedrijf moet u alle geldende normen, regels en richtlijnen navolgen. In het bijzonder de hieronder genoemde.
Productbeschrijving Zonnewarmteinstallatie AURON De zonnewarmteinstallatie AURON DF voor de bereiding van warm water bestaat uit de volgende componenten: • Zonnecollector • Bevestigingssysteem • Warmtevloeistof • Expansievat • Zonnewarmteopslag • Zonnepomp met doorstroombegrenzing • Zonneregelaar met temperatuursensoren voor collector en opslag • Luchtafscheider, ontluchter, veiligheidsventiel en verscheidene kleinere onderdelen De AURON zonnewarmteinstallatie kan, indien men een passende opslag en regelaa
Productbeschrijving Collector met vacuumbuizen EDF Kenmerken en functie van de collector De zonnewarmteinstallatie AURON DF is speciaal afgestemd op het klimaat in Midden-Europa. Het hele systeem berust op een direct doorstroomde collector met vacuumbuizen. De bijzondere eigenschappen zijn het hoge absorbtievermogen en de uitstekende warmteoverdracht, dankzij een optimaal hydraulisch ontwerp. Door deze eigenschappen wordt zelfs een geringe instraling in bruikbare warmte-energie omgezet.
Productbeschrijving Collector met vacuumbuizen EDF De collector bestaat uit een verzamelaar, de vacuumbuizen en de onderste bevestigingsrails. 1 2 3 4 1790 1380 mm (15xEDF) / 1840 mm (20xEDF) 5 Aan de voorkant van de verzamelaar bevinden zich aan beide kanten de aansluitingen voor de toevoer- en de retourleiding. COLD HOT De aansluitingen zijn gekenmerkt met COLD voor de retourleiding en met HOT voor de toevoerleiding.
Productbeschrijving Technische gegevens Onderdeel Aantal vacuumbuizen AURON 15 DF AURON 20 DF 15 20 Effectieve absorbtieoppervlak m² 1,5 2,0 Openingsvlak m² 1,58 2,11 Maten van de collector mm 1380 x 1910 1840 x 1910 Brutto oppervlak m² 2,63 3,51 Gewicht van de collector (leeg) incl.
Productbeschrijving Collectoraansluiting, toebehoren, warmtevloeistof Collectoraansluiting De collectoraansluiting aan de leidingen van het zonnecircuit bestaat uit twee schroef-klemringen van ¾“ x 22 mm. Afdichtingen De aansluitingen aan de collectoren zijn uitgevoerd met zonbestendige vlakafdichtingen. De vlakafdichtingen zijn reeds aan de collectorsteunen bevestigd. Voor beide niet benodigde collectoraansluitingen worden doppen gebruikt, waar ontluchtingsventielen in zitten.
Productbeschrijving Montagesysteem Montagevarianten Voor de montage is een uiterst flexibel en stabiel montagesysteem beschikbaar.
Uitleg en dimensionering Collectoren en opslag Tabel voor grove schatting van de dimensionering van vlakke collectoren en opslag Drinkwaterverwarming en ondersteuning centrale verwarming m² Absorbtieop per-vlak k n ~ (40 – 90 ) * n ~n=k ~ 70 * k ~ 1,5 *n =k ~ 70 * k 2 150 -200 2 300 2–3 750 3 150 - 200 2-3 300 3-5 750 4 150 - 200 2-3 300 4-6 750 200 - 300 3-4 400 150 - 200 3 300 5–8 750 200 - 300 3-4 400 5–8 750 250 - 350 4–5 500 200 - 300 4-5 400 7–9 750 250
Schatting en dimensionering Leidingen Koper Edelstaalgolfbuis m² Absorbtieoppervlak 2 3 4 DN 10 x x x DN 13 DN 16 x x x DN 16 DN 20 5 6 7 8 x x x x x x x x DN 20 DN 25 Koper Edelstaalgolfbuis 10 x x x x m² Absorbtieoppervlak 11 12 DN 16 DN 20 x x DN 20 DN 25 x x 13 DN 25 x 9 14 15 16 17 18 x x x x x x x x x x x x 19 20 x x (Aanbevolen buisbinnendiameter) m² Absorbtieoppervlak parallel Nominale totale doorstroming in l/h Drukverlies* in h
Schatting en dimensionering Expansievat Aansluiting diagonaal Aansluiting eenzijdig max.
Schatting en dimensionering Expansievat De basis voor de tabel is een veiligheidsklep met een activeringsdruk van 6 bar, een installatiedruk van pstat + 0,5 bar en het uitzettingsvolume van de geïnstalleerde zonne-energie installatie. Het uitzettingsvolume blijkt uit het collectorvolume, het volume van de aansluitleiding en het installatievolume vermenigvuldigd met het uitzettingscoëfficiënt van de zonne-energie vloeistof.
Schatting en dimensionering Expansievat Instellen van de voordruk De reeds in het expansievat aanwezige hoeveelheid water moet altijd 3 liter zijn. Dit moet men ook in beschouwing nemen indien men de voordruk in het expansievat instelt, afhankelijk van de installatie-hoogte, de installatie-vuldruk en de grootte van het expansievat. Van 3 tot 10 meter installatie-hoogte is de installatie-vuldruk altijd 1,5 bar.
Hydraulisch ontwerp van het zonnecircuit VL Toevoerleiding RL Retour Z Circuitpomp WW Warm water KW Koud water TWM Thermische warmwatermenger Toebehoren Verbrandingsbescherming TC 1 DR Doorstroomregelklep (Taco-Setter) SV Veiligheidsventiel SuB Spoel- en vulsysteem LA Luchtafscheider Collectorsensor TSP 1 Opslagsensor optional (toebehoren) TSR 1 Retoursensor P1 Zonnecircuitpomp 1 MAG Expansievat 15
Hydraulisch ontwerp van het collectorveld max. 120 buizen max. 120 buizen Hoge kant montage Diagonale aansluitingsleidingen: Tot max. 120 buizen (12 m² absorbtieoppervlak) kunnen de zonnecollectoren in één veld aangesloten worden. Een minimale volumenstroom van 30 l/ m²h moet bij het regelen van het toerental tenminste worden gehandhaafd. Installaties met meer dan 120 buizen (12 m² absorbtieoppervlak) worden parallel volgens het Tichelmannsysteem aangesloten.
max. 120 buizen max. 120 buizen Hydraulisch ontwerp van het collectorveld Dwarsmontage De verzamelaars kunnen zowel links als rechts worden gemonteerd. Bij montage links zit de aansluiting van de collectorsensor onder, bij montage rechts zit hij boven. Bij dwarsmontage zal het verdampingsmechanisme van de collector bij stilstand verbeteren. De waterdamp, die dan gevormd wordt, zal de zonne-vloeistof helemaal uit het collectorveld duwen, daardoor zal deze vloeistof langer meegaan.
Materialenlijst Componenten van de collector AURON DF Noodzakelijke gereedschappen voor de montage van de buizen: SW 24 steeksleutel Benodigde Gereedschappen Voor De Montage Van De Schroef-Aansluitingen En De Uitbreidingssets: SW 30 steeksleutel SW 32 steeksleutel Basismodule (met sensoraansluiting) Leveringsvarianten AURON Pos.
Materialenlijst Bevestigingssysteem Noodzakelijke gereedschappen voor de montage van het bevestigingssysteem SW 17 Steeksleutel resp. moer SW 13 Steeksleutel resp. moer Meetlint; snijschijf voor het aanpassen van daktegels Pos.
Materialenlijst Bevestigingssysteem Pos.13+14+15 Pos. 16+17 Pos.18 Pos.19+20 Pos.21 Pos.22 20 Pos.23 Pos.24 Pos.
Collectormontage Keuze van geschikte montagevlakken Montagevlakken Bij het kiezen van een geschikt montagevlak spelen de toepassing van de zonneinstallatie (tapwaterverwarming of ondersteuning centrale verwarming) en plaatselijke klimaatomstandigheden zoals ochtendmist of namiddagnevel een belangrijke rol. Het voornaamste verschil tussen deze twee toepassingen is de hellingshoek van de montageplaats. Orientatie naar zuiden, met ongunstige hellingshoek Voorgevel max. -30° Vlak da max.
Collectormontage Overzicht van alle maten Een collectorveld van AURON vacuumbuizen-collectoren bestaat altijd uit een basismodule met aansluitmogelijkheid voor een temperatuursensor en een of meer uitbreidingsmodules. Dat geld ook voor meerdere boven of naast elkaar geplaatste collectorvelden. De montage begint altijd met een basismodule op 4 bevestigingspunten.
Collectormontage Overzicht van alle maten Positie van de verbindingsplaat De verbinding tussen verzamelaars en tussen basisrails wordt met een verbindingsplaat gerealiseerd. De lengte van deze verbindingsplaten bedraagt F = 12 cm. F IIn het bereik van deze verbindingsplaat kan geen bevestigingselement worden gemonteerd. F F De posities van de bevestigingspunten moeten zo worden bepaald, dat ze zich links of rechts naast de verbindingsplaten bevinden.
Collectormontage Overzicht van alle maten Min.2 rijen tegels of 100 cm bij montage op de voorgevel Dakrand Dwarsmontage op schuin dak en op de voorgevel. Montagevarianten: B; D E Verzamelaar basisrails Dakrand of gebouwzijde min. 100 cm Dakhaak F D Bevestigingselement C Verbindingsplaat voor verzamelaar en basisrails A Montagerails B Bevestigingselement verzamelaar om tegen het afglijden G H Temperatuursensor I Maten Bereik [cm] Beschrijving A=B max.
Positie van de verbindingsplaten De verbinding tussen verzamelaars en tussen basisrails wordt met een verbindingsplaat gerealiseerd. De lengte van deze verbindingsplaten bedraagt F = 12 cm. F In het bereik van deze verbindingsplaat kan geen bevestigingselement worden gemonteerd. F De posities van de bevestigingspunten moeten zo worden bepaald dat ze zich links of rechts naast de verbindingsplaten bevinden.
Collectormontage Vlak dak overzicht Variant E: montage in de tuin of op plat dak, montageframe met instelbare hoek 13 2/3 6 5 7 19 1 10 20 4 18 11 14 26
Aanbrengen van het montageframe Vlak dak variant E: montage in de tuin of op plat dak, montageframe met instelbare hoek Voorbereiden en controleren van het dak • Bij bevestiging van het montageframe Controleer het dak op de volgende punop betongewichten moet het dak een ten extra last van 300 kg/m² verdragen. • Lekdichtheid en noodzaak tot sanering. Per collector moeten betongewichten Daksanering moet niet voor de nabije van 300 kg worden gebruikt als vertoekomst gepland zijn. zwaring.
Aanbrengen van het montageframe Vlak dak variant E: montage in de tuin of op plat dak, montageframe met instelbare hoek Hoge kant Hoek L M H 45° 2* 34 162 40° 41 34 149 35° 56 34 133 30° 66** 34 117 * Tegen rails-einde aan ** Aanslag Opstellen van het montageframe • Klap het montageframe uit en stel die op de juiste hellingshoek in, hierbij laat men de glijmoeren in de juiste positie schuiven.
Collectormontage Vlak dak overzicht Variant C: Liggende montage op plat dak met montageframe zonder instelbare hellingshoek 7 10 5 1 2/3 6 11 15 4 13 14 29
Aanbrengen van het montageframe Vlak dak variant E: liggende montage op plat dak of in tuin met montageframe zonder instelbare hellingshoek Voorbereiden en controleren van het dak Controleer het dak op de volgende punten • Lekdichtheid en noodzaak tot sanering. Daksanering moet niet voor de nabije toekomst gepland zijn. • Draagkracht van het dak. De bevestiging van het montageframe moet in afhankelijkheid van de draagkracht van het dak worden gerealiseerd.
Aanbrengen van het montageframe Vlak dak variant E: liggende montage op plat dak of in tuin met montageframe zonder instelbare hellingshoek Montagerails monteren • Bevestig de montagerails op de betonplaten en gebruik passende schroeven (steeksleutel nr 13), onderlegplaatjes en pluggen.
Collectormontage Tegeldak, Overzicht varianten A: Montage aan hoge kant van schuin dak 6 2/3 5 7 1 15 10 16 4 11 17 13 14 32
Aanbrengen van het montageframe Tegeldak varianten A: Montage aan hoge kant van schuin dak Voorbereiden en controleren van het dak Controleer het dak op de volgende punten Lekdichtheid en noodzaak tot sanering: • Daksanering moet niet voor de nabije toekomst gepland zijn. Vervang kapotte daktegels op de plaats van de montage, aangezien ze na montage van de collector niet meer bereikbaar zijn.
Aanbrengen van het montageframe Tegeldak varianten A: Montage aan hoge kant van schuin dak Bevestig van de grondplaat met twee daksparschroeven direct op de sparren, houdt rekening met de volgende punten: • Grondplaat ligt over hele breedte van de spar • Beugel moet aan de rand van het golfdal komen. Desnoods verplaatst men de beugel. • Montage parallel aan de tegels. • Men moet met een houtboor 6 mmgaten in de sparren boren.
Aanbrengen van het montageframe Tegeldak varianten A: Montage aan hoge kant van schuin dak Bevestigingselementen aanbrengen • Haak het bevestigingselement voor de verzamelaars op de montagerails en zet hem tegen de bovenkant van de montagerails aan. Door op de schroef te drukken valt het bevestigingselement in de ruststand. • Haak het bevestigingselement voor de basisrails tegen de onderkant van de montagerails aan en zet hem in de goede richting.
Montage van de collector Tegeldak, overzicht varianten B: Dwarsmontage op schuin dak 7 5 10 2/3 1 11 6 16 4 15 13 17 14 36 3
Aanbrengen van het montageframe Tegeldak varianten B: Dwarsmontage op schuin dak Voorbereiden en controleren van het dak Controleer het dak op de volgende punten: Lekdichtheid en noodzaak tot sanering; • Daksanering moet niet voor de nabije toekomst gepland zijn. Vervang kapotte daktegels op de plaats van de montage, aangezien ze na montage van de collector niet meer bereikbaar zijn.
Aanbrengen van het montageframe Tegeldak varianten B: Dwarsmontage op schuin dak Bevestig van de grondplaat met twee daksparschroeven direct op de sparren, houdt rekening met de volgende punten: • Grondplaat ligt in hele breedte van de spar • Beugel moet aan de rand van het golfdal komen. Desnoods verplaatst men de beugel.
Aanbrengen van het montageframe Tegeldak varianten B: Dwarsmontage op schuin dak Bevestigingselementen aanbrengen • Begin met de bevestigingselementen, die de verzamelaars en de basisrails als veiligheidselement tegen afglijden beschermen. Verwijder hiertoe de klemhoek van het bevestigingselement, deze is hier niet nodig, en verbind de schroef en het onderlegplaatje weer met de Pressix.
Montage van de collector Voorgevel, overzicht varianten D 7 10 11 15 2/3 21 5 4 6 1 14 25 13 40
Aanbrengen van het montageframe Voorgevel, variant D Voorbereiden en controleren van de voorgevel Controleer de montage-zone op de volgende punten Noodzaak tot sanering: • Controleer of de voorgevel in een goede staat verkeert.Voorgevelsanering moet niet voor de nabije toekomst gepland zijn. • Controleer of het materiaal van de voorgevel stevig genoeg is om er stokschroeven in te zetten. Is dat niet het geval, dan moet een deskundige worden geraadpleegd. Draagvermogen van de voorgevel.
Aanbrengen van het montageframe Voorgevel, variant D Anker aanbrengen • Stokschroef degelijk aanbrengen op de voorgevel en afdichten Rail aan stokschroef bevestigen • Bevestig de rails aan de stokschroeven, hierbij moeten ze van onder aan de verbindingsplaat worden geschroefd. Let hierbij op de noodzakelijke, minimale afstanden H = 22 cm voor de montage van de verzamelaar en I = 15 cm voor de montage van de basisrails.
Aanbrengen van het montageframe Speciale dakvorm Bij het aanbrengen van het montageframe moeten de montageaanwijzingen en de maten op bladzijden 21-24 worden gerespecteerd. Leisteen-dakhaken • Leisteen-dakhaken met geschikte schroeven (op de bouwplaats beschikbaar stellen) degelijk aan het onderdak bevestigen. • Dak weer bekleden. Stokschroeven • Gat (14mm) in het dakoppervlak boren, maar nooit in een verdieping waar water doorheen loopt, maar in een hoger punt uitvoeren.
Montage van de collector Verzamelaars en basisrails (Voorbereiding van de verzamelaars en basisrails) Noodzakelijke gereedschappen: 2 Vaste sleutel SW 30 1 Variabele sleutel of + 1 Vaste sleutel SW 32 + 1 Vaste sleutel SW 27 + 1 Vaste sleutel (of moer) SW 13 Ontluchtingssleutel Serienummer aflezen. Lees het serienummer van de verzamelaar af en schrijf dit in het Ingebruiknameprotocol. Voorbereiding verzamelaar Controleer dat de vlakafdichtingen goed aan de aansluitverbindingen zitten.
Montage van de collector Montage verzamelaar Hoge kant montage (Variant voor schuin dak A; Variant voor vlak dak C en E) • Begin met een basismodule met sensoraansluiting (de sensoraansluiting bevindt zich aan de linker voorkant van de verzamelaar en is hier niet te zien). Zet de voorbereide verzamelaar in de bevestigingselementen en klem deze door aandraaien van de schroeven vast. Aandraaimoment: 25 Nm.
Montage van de collector Montage van de basisrails Hoge kant montage (Variant voor schuin dak A; Varianten voor vlak dak C en E) • Zet de voorbereide basisrail in de bevestigingselementen en klem deze door aandraaien van de schroeven vast. Aandraaimoment: 25 Nm • Zet de volgende basisrail in de bevestigingselementen en de verbindingsplaat van de basisrails. Schuif de basisrails zover naar elkaar toe, dat ze goed tegen elkaar staan. Zet de basisrails door aandraaien van de schroeven vast.
Montage van de collector Montage van de collectorsensor, aansluiting van het collectorveld Montage van de collectorsensor • Zet de collectorsensor vóór de montage van de buizen en van de aansluitingsleidingen op de speciale plaats daarvoor in de basismodule. Het sensorputje is binnenin de verzamelaar met de verzamelaarleidingen verbonden. Gebruik warmtegeleidende pasta. Deze pasta wordt niet bijgeleverd. Dicht de sensor af met de PGschroefdraad. Let erop dat het sensorkabeltje niet teveel gedraaid wordt.
Montage van de collector Montage van de buizen Vóór montage moet men letten op het volgende • Monteer de buizen pas op het laatste moment vóór het vullen en in bedrijf nemen van de installatie. • De klemring is reeds ingevet. • Klemring en steunhuls worden beschermd door een kartonnen huls. Verwijder de kartonnen huls pas op het laatste moment vóór het monteren van de buizen op het dak. Hij verhindert dat de steunhuls en de klemring per ongeluk eruitglijden.
Ingebruikname Druktest Isolatie van het collectorveld Meteen na het monteren van de collector en de leidingen moet een druktest worden uitgevoerd. Hierbij mag de collector niet oververhit zijn (<100°C). Er mag ook geen vorstgevaar dreigen. Om oververhitting te voorkomen moet men de collector reeds tijdens de montage van de buizen afdekken met ondoorzichtige folie of iets gelijkwaardigs.
Ingebruikname Reinigen Vullen en spoelen van de installatie Vullen en spoelen van de installatie De installatie mag pas gevuld en in bedrijf worden genomen wanneer een warmte-afname aanwezig is. • Open alle kranen en ontluchtingsmogelijkheden; vooral de ontluchters op de collectoraansluitingen en (indien aanwezig) op de luchtpan. • Als warmtemedium mag uitsluitend Tyfocor LS worden gebruikt.
Ingebruikname Controle van de montage O.K.
Gebruik van de installatie Bedrijf, controle, onderhoud Aanwijzingen voor het bedrijf van de installatie De AURON zonne-installatie regelt zichzelf en heeft niet veel onderhoud nodig. Voor een probleemloos gebruik van de installatie bij veel zonneschijn, moet men op het volgende letten: • Installatie nooit uitzetten (nooit de zonneregelaar uit) • Bij defect aan pomp, regelaar of bij ontoelaatbare druk moet men zo snel mogelijk de klantenservice waarschuwen. Anders kan de collector schade oplopen.
Problemen – oorzaken – oplossingen Probleem Oorzaak Oplossing door bevoegde vakkundige Systeemdruk is verminderd • Systeem lekt • Lucht in de installatie • Voordruk in het expansievat is te hoog • Voordruk in het expansievat is te laag − Systeem onder druk zetten.
Onderhoudsprotocol AURON zonne-installatie van __________________________________________________________________________________ (Naam, adres, tel van gebruiker) op installatie-locatie : ______________________________________________________________________________________ Ingebruikname op :____________________ laatste onderhoud op : ________________________ OK Probleem Opgelost Ondervraging van de gebruiker over het normale gedrag van de installatie Opslag wordt warm bij zonnesensor Zonnecollector is
EG – VEILIGHEIDSGEGEVENSBLAD TYFOROP EG-Veiligheidsgegevensblad Product: TYFOCOR® LS –kant-en-klaar mengsel 1. Gewijzigd op 01.09.99 Drukdatum: 01.09.99 Blad 01 van 04 Materiaal-/vervaardigings- en firma-aanduiding Handelsnaam: TYFOCOR® LS –kant-en-klaar mengsel, koelbescherming tot -28 °C Firma: TYFOROPChemieGmbH, Hellbrookstraße 5a, 22305 Hamburg Tel.: 040-61 21 69 en 61 40 39; Fax: 040-61 52 99; e-mail: info@tyfo.de Inlichtingen ingevalvannood: 040-614039,indetijdvan18-8uur:0621-43333 2.
EG – VEILIGHEIDSGEGEVENSBLAD TYFOROP EG-Veiligheidsgegevensblad Product: TYFOCOR® LS –kant-en-klaar mengsel 6. Drukdatum: 01.09.99 Blad 02 van 04 Maatregelen bij het onbedoeld vrijkomen Persoonsgerichte maatregelen: Milieu beschermende maatregelen: Proces m.b.t. reiniging: 7. Gewijzigd op 01.09.99 Geen bijzondere maatregelen noodzakelijk.
EG – VEILIGHEIDSGEGEVENSBLAD Gewijzigd op 01.09.99 TYFOROP EG-Veiligheidsgegevensblad Product: TYFOCOR® LS –kant-en-klaar mengsel Drukdatum: 01.09.99 Blad 03 van 04 10. Stabiliteit en reactiviteit Te vermijden stoffen: Sterke oxidatiemiddelen. Gevaarlijke reacties: Geen bij doelmatige verwerking. *Gevaarlijke ontledingsproducten: Geen bij doelmatige verwerking. 11. Informatie m.b.t. toxicologie De verklaring is van de eigenschappen van de afzonderlijke componenten afgeleid.
EG – VEILIGHEIDSGEGEVENSBLAD TYFOROP EG-Veiligheidsgegevensblad Product: TYFOCOR® LS –kant-en-klaar mengsel Gewijzigd op 01.09.99 Drukdatum: 01.09.99 Blad 04 van 04 15. Voorschriften Kenmerk conform EG-richtlijnen: Niet kenmerkplichtig. *Nationale voorschriften: Watergevaarklasse: WGK 1 (Duitsland), conform VwVwS van 17.05.99 16. Overige informatie Alle informatie die in vergelijking tot vorige mededelingen zijn gewijzigd zijn van een ster voorzien.
Service: ELCO GmbH D - 64546 Mörfelden-Walldorf ELCO Austria GmbH A - 2544 Leobersdorf ELCOTHERM AG CH - 7324 Vilters ELCO-Rendamax B.V. NL - 1410 AB Naarden ELCO Belgium n.v./s.a.