Operation Manual

Surr.Parameter
U kunt de effecten voor het surroundgeluid naar wens instellen.
De items (parameters) die kunnen worden aangepast, hangen af van het
signaal dat wordt ingevoerd en de momenteel ingestelde geluidsmodus.
Voor meer informatie over de aanpasbare parameters, zie “Geluidsmodi
en surround-parameters” (v blz. 232).
0
Sommige instelitems kunnen niet worden ingesteld terwijl de weergave is gestopt.
Geef de instellingen op tijdens de weergave.
0
De “Surr.Parameter” instellingen worden voor iedere geluidsmodus opgeslagen.
o
Cinema EQ
Verzacht voorzichtig het hoogste bereik van de hoge tonen van
filmsoundtracks om mogelijke ruwe klanken te verminderen en de
helderheid te verbeteren.
Aan:
“Cinema EQ” wordt gebruikt.
Uit
(Standaard) :
“Cinema EQ” wordt niet gebruikt.
o
Loudness
Hiermee stelt u in om uit te voeren zoals opgegeven in
“Volumecompressie” of om direct uit te voeren zonder het dynamisch
bereik van audio die op de schijf is opgenomen, te comprimeren.
Aan
(Standaard) :
Uitgangen worden opgegeven op basis
van het inschakelen van instellingen die
zijn opgegeven in “Volumecompressie”
en de functie Dialoognormalisatie.
Uit:
De instellingen “Volumecompressie” en
Dialoognormalisatie worden
uitgeschakeld en de signalen op de schijf
worden uitgevoerd zoals ze zijn.
0
“Loudness” kan worden ingesteld wanneer een Dolby Digital-, Dolby Digital
Plus-, Dolby TrueHD- en Dolby Atmos-signaal wordt ingevoerd.
Inhoud Aansluitingen Weergave Instellingen Tips Appendix
142
Voorpaneel Display Achterpaneel
Afstandsbediening
Index