Owners Manual

Table Of Contents
1. Plaats de voedingsadapterpoort samen met de kabel in het slot op de palmsteun- en toetsenbordeenheid.
2. Leid de kabel van de netstroomadapterpoort door de kabelgeleider op de palmsteun- en toetsenbordeenheid.
3. Bevestig de tape waarmee de kabel van de netadapterpoort aan de systeemkaart wordt bevestigd.
4. Sluit de kabel van de voedingsadapterpoort aan op de systeemkaart.
5. Sluit het rechterbeeldschermscharnier en lijn de schroefgaten op het rechterbeeldschermscharnier uit met de schroefgaten op de
systeemkaart en de palmsteun- en toetsenbordeenheid.
6. Plaats de drie schroeven (M2.5x4.5) terug waarmee het rechterbeeldschermscharnier aan de systeemkaart en de palmsteun- en
toetsenbordeenheid wordt bevestigd.
1. Installeer de onderplaat.
2. Volg de procedure in Nadat u in de computer hebt gewerkt.
Systeemkaart
De systeemkaart verwijderen
1. Volg de procedure in Voordat u in de computer gaat werken.
OPMERKING:
De servicetag van uw computer bevindt zich op de systeemkaart. U moet de servicetag invoeren in het BIOS-
installatieprogramma als u de systeemkaart hebt teruggeplaatst.
OPMERKING: Wanneer de systeemkaart wordt vervangen, worden alle wijzigingen die u hebt aangebracht in het BIOS met
behulp van het BIOS Setup-programma ongedaan gemaakt. U moet de gewenste wijzigingen nogmaals aanbrengen nadat u de
systeemkaart hebt vervangen.
OPMERKING: Noteer, voordat u de kabels losmaakt van de systeemkaart, de locatie van de connectoren zodat u de kabels
correct opnieuw kunt aansluiten nadat u de systeemkaart hebt teruggeplaatst.
2. Verwijder de onderplaat.
3. Verwijder de 3-cels batterij of de 4-cels batterij, afhankelijk van welke van toepassing is.
4. Verwijder de geheugenmodule.
5. Verwijder de M.2 2280 SSD of de M.2 2230 SSD uit M.2-slot één, afhankelijk van welke van toepassing is.
6. Verwijder indien van toepassing de M.2 2230 SSD uit M.2-slot twee.
7. Verwijder de draadloze kaart.
8. Verwijder de ventilator.
52
Onderdelen verwijderen en plaatsen