Service Manual

5. Sluit de kabels van het beeldscherm, de camera en de aan/uit-knop aan op hun connectoren op het moederbord.
6. Plaats de schroef terug waarmee de beeldschermkabel aan de computer is bevestigd.
7. Plaats de kaart van de mediabedieningsknoppen terug (zie De kaart van de mediabedieningsknoppen terugplaatsen).
8. Plaats het toetsenbord terug (zie Het toetsenbord opnieuw installeren).
9. Plaats het kapje van de middenbesturing terug (zie Het kapje van de middenbesturing terugplaatsen).
10. Breng de twee schroeven weer aan op de onderkant van de computer.
11. Sluit de subwoofereenheidkabel aan op de subwoofereenheidkabelconnector op de systeemkaart.
12. Sluit de antennekabels aan op de minikaarten (zie De minikaart terugplaatsen).
13. Plaats de onderplaat terug (zie De onderplaat terugplaatsen).
14. Plaats de batterij terug (zie De batterij terugplaatsen).
Montagekader van het beeldscherm
Het montagekader van het beeldscherm verwijderen
1. Volg de procedures in Voordat u begint.
2. Verwijder het beeldscherm (zie Het beeldscherm verwijderen).
3. Gebruik uw vingertoppen om de binnenste rand van het display- montagekader voorzichtig omhoog te tillen.
4. Verwijder het montagekader van het beeldscherm.
Het montagekader opnieuw installeren
1. Volg de procedures in Voordat u begint.
2. Lijn het montagekader van het beeldscherm uit met het beeldscherm en druk het voorzichtig op zijn plaats.
3. Plaats het beeldscherm terug (zie Het beeldscherm terugplaatsen).
WAARSCHUWINGEN: Het montagekader van het beeldscherm is uiterst fragiel. Wees voorzichtig wanneer u het verwijdert om beschadiging te
voorkomen.
1
beeldschermkader