Inspiron 14 5410 2-in-1 Onderhoudshandleiding Regelgevingsmodel: P147G Regelgevingstype: P147G002 Mei 2021 Ver.
Opmerkingen, voorzorgsmaatregelen,en waarschuwingen OPMERKING: Een OPMERKING duidt belangrijke informatie aan voor een beter gebruik van het product. WAARSCHUWING: WAARSCHUWINGEN duiden potentiële schade aan hardware of potentieel gegevensverlies aan en vertellen u hoe het probleem kan worden vermeden. GEVAAR: LET OP duidt het risico van schade aan eigendommen, lichamelijk letsel of overlijden aan. © 2021 Dell Inc. of zijn dochtermaatschappijen. Alle rechten voorbehouden.
Inhoudsopgave Hoofdstuk 1: Werken binnenin de computer...................................................................................... 6 Voordat u in de computer gaat werken.............................................................................................................................. 6 Veiligheidsinstructies.............................................................................................................................................................
Netadapterpoort..................................................................................................................................................................42 De voedingsadapterpoort verwijderen........................................................................................................................42 De voedingsadapterpoort plaatsen............................................................................................................................. 43 Toetsenblok...
Ingebouwde zelftest (BIST)............................................................................................................................................... 78 Het besturingssysteem herstellen..................................................................................................................................... 79 Het BIOS flashen..........................................................................................................................................................
1 Werken binnenin de computer Voordat u in de computer gaat werken Over deze taak OPMERKING: De afbeeldingen in dit document kunnen verschillen van uw computer; dit is afhankelijk van de configuratie die u hebt besteld. Stappen 1. Sla alle geopende bestanden op en sluit deze, en sluit alle geopende applicaties af. 2. Sluit de computer af. Klik op Start > Power > Shut down.
Raak tijdens het werk ook regelmatig een ongeverfd metalen oppervlak aan om statische elektriciteit weg te leiden die de interne componenten kan beschadigen. WAARSCHUWING: Verwijder kabels door aan de connector of het treklipje te trekken, niet aan de kabel zelf. Sommige kabels hebben aansluitingen met vergrendelingslipjes of duimschroeven die u moet ontgrendelen voordat u de kabel loskoppelt. Houd kabels bij het loskoppelen uitgelijnd om te voorkomen dat de connectorpinnetjes verbuigen.
● Antistatische mat - De antistatische mat is dissipatief en tijdens serviceprocedures kunnen er onderdelen op worden geplaatst. Uw polsband moet nauwsluitend zitten en het aardingssnoer moet aan de mat en aan onbewerkt metaal van het systeem waaraan u werkt zijn bevestigd wanneer u de antistatische mat gebruikt. Wanneer u het bovenstaande goed hebt uitgevoerd, kunt u serviceonderdelen uit de ESD-tas halen en die direct op de mat plaatsen.
4. Houd de last dichtbij. Hoe dichter bij uw ruggengraat, hoe minder kracht het op uw rug uitoefent. 5. Houd uw rug recht, of u de last nu optilt of neerzet. Voeg het gewicht van uw lichaam niet toe aan de last. Vermijd het draaien van uw lichaam en rug. 6. Volg dezelfde technieken in omgekeerde volgorde om de last neer te zetten.
2 Onderdelen verwijderen en plaatsen OPMERKING: De afbeeldingen in dit document kunnen verschillen van uw computer; dit is afhankelijk van de configuratie die u hebt besteld. Aanbevolen hulpmiddelen Bij de procedures in dit document heeft u mogelijk de volgende hulpmiddelen nodig: ● Kruiskopschroevendraaiers nr.
Tabel 1. Lijst van schroeven (vervolg) Component Vast aan Type schroef Aantal Touchpad Palmsteun- en toetsenbordeenheid M2x1.8 2 I/O-kaart Palmsteun- en toetsenbordeenheid M2x3 2 Beeldschermscharniere n Palmsteun- en toetsenbordeenheid M2.5x3.5 4 Aan-uitknop/knop met vingerafdruklezer Palmsteun- en toetsenbordeenheid M1.6X2 2 Voedingsadapterpoort Palmsteun- en toetsenbordeenheid 2x3 1 USB Type-C-beugel Palmsteun- en toetsenbordeenheid M2.5x4.
1. Onderplaat 2. Aan/uit-knop met de optionele vingerafdruklezer 3. Geheugenmodules 4. USB Type-C-beugel 5. Koelplaat 6. kabel van I/O-kaart 7. Systeemkaart 8. Kabel van touchpad 9. Batterij 10. Luidsprekers 11. Touchpad 12. Touchpad-beugel 13. Beeldschermeenheid 14. Palmsteun- en toetsenbordeenheid 15. Beugel van de SSD 16. M.2 2280 SSD 17. Knoopbatterij 18. I/O-kaart 19. Beugel van de draadloze kaart 20. Draadloze kaart 21. Ventilator 22.
OPMERKING: Dell geeft een lijst met componenten en hun onderdeelnummers voor de originele, gekochte systeemconfiguratie. Deze onderdelen zijn beschikbaar volgens garantiedekkingen die door de klant zijn aangeschaft. Neem contact op met uw Dell verkoopvertegenwoordiger voor aankoopopties. Onderplaat De onderplaat verwijderen Vereisten 1. Volg de procedure in Voordat u in de computer gaat werken. 2. Activeer de servicemodus.
Stappen 1. Verwijder de vier schroeven (M2x4) waarmee de onderplaat aan de palmsteun- en toetsenbordeenheid is bevestigd. 2. Draai de drie borgschroeven los waarmee de onderplaat aan de polssteun- en toetsenbordeenheid is bevestigd. OPMERKING: Wanneer u de drie geborgde schroeven losdraait, zal de onderplaat omhoog komen en ruimte creëren tussen de onderplaat en de palmsteuneenheid. 3. Wrik de onderplaat vanaf linksboven los om de onderplaat los te maken van de palmsteun- en toetsenbordeenheid.
De onderplaat plaatsen Vereisten Als u een component vervangt, dient u het bestaande component te verwijderen alvorens de installatieprocedure uit te voeren. Over deze taak De volgende afbeeldingen geven de locatie van de onderplaat aan en bieden een visuele weergave van de installatieprocedure. Stappen 1. Lijn de schroefgaten op de onderplaat uit met de schroefgaten op de palmsteun- en toetsenbordeenheid en klik vervolgens de onderplaat op zijn plaats. 2.
Batterij Voorzorgsmaatregelen voor de lithium-ionbatterij WAARSCHUWING: ● Wees voorzichtig bij het omgaan met lithium-ionbatterijen. ● Ontlaad de batterij volledig voordat u deze verwijdert. Koppel de netvoedingsadapter los van het systeem en gebruik de computer uitsluitend op batterijstroom: de batterij is volledig ontladen als de computer niet meer wordt ingeschakeld wanneer de aan-/uitknop wordt ingedrukt. ● U moet de batterij niet pletten, laten vallen, beschadigen of doorboren met vreemde voorwerpen.
Stappen 1. Verwijder de tape waarmee de batterijkabel aan de systeemkaart is bevestigd (alleen van toepassing indien eerder niet verwijderd). 2. Koppel de batterijkabel los van de systeemkaart (alleen van toepassing als deze niet eerder is losgekoppeld). 3. Verwijder de drie schroeven (M2x3) waarmee de batterij op de polssteun- en toetsenbordeenheid is bevestigd. 4. Til de batterij weg van de palmsteun- en toetsenbordeenheid.
Stappen 1. Verwijder de tape waarmee de batterijkabel aan de systeemkaart is bevestigd (alleen van toepassing indien eerder niet verwijderd). 2. Koppel de batterijkabel los van de systeemkaart (alleen van toepassing als deze niet eerder is losgekoppeld). 3. Verwijder de vijf schroeven (M2x3) waarmee de batterij op de palmsteun- en toetsenbordeenheid is bevestigd. 4. Til de batterij weg van de palmsteun- en toetsenbordeenheid.
Stappen 1. Gebruik de uitlijnpunten om de batterij op de palmsteun- en toetsenbordeenheid te plaatsen. 2. Plaats de drie schroeven (M2x3) terug waarmee de batterij op de polssteun- en toetsenbordeenheid wordt bevestigd. 3. Sluit de batterijkabel aan op de systeemkaart. 4. Bevestig de tape waarmee de batterijkabel aan de systeemkaart wordt bevestigd. De 4-celsbatterij installeren Vereisten Als u een component vervangt, dient u het bestaande component te verwijderen alvorens de installatieprocedure uit te voeren.
Stappen 1. Gebruik de uitlijnpunten om de batterij op de palmsteun- en toetsenbordeenheid te plaatsen. 2. Plaats de vijf schroeven (M2x3) terug waarmee de batterij aan de palmsteun- en toetsenbordeenheid wordt bevestigd. 3. Sluit de batterijkabel aan op de systeemkaart. 4. Bevestig de tape waarmee de batterijkabel aan de systeemkaart wordt bevestigd. Vervolgstappen 1. Installeer de onderplaat. 2. Volg de procedure in Nadat u in de computer hebt gewerkt. Knoopbatterij De knoopcelbatterij verwijderen Vereisten 1.
Stappen 1. Koppel de kabel van de knoopcelbatterij los van de I/O-kaart. 2. Trek de knoopcelbatterij onder een hoek uit het slot op de palmsteun- en toetsenbordeenheid. De knoopcelbatterij plaatsen Vereisten Als u een component vervangt, dient u het bestaande component te verwijderen alvorens de installatieprocedure uit te voeren. Over deze taak De volgende afbeelding geeft de locatie van de knoopcelbatterij aan en biedt een visuele weergave van de plaatsingsprocedure.
Stappen 1. Bevestig de knoopcelbatterij aan de sleuf van de polssteun- en toetsenbordeenheid. 2. Sluit de kabel van de knoopbatterij op de I/O-kaart aan. Vervolgstappen 1. Installeer de onderplaat. 2. Volg de procedure in Nadat u in de computer hebt gewerkt. 3. Sluit de servicemodus af. Geheugenmodule De geheugenmodule verwijderen Vereisten 1. Volg de procedure in Voordat u in de computer gaat werken. 2. Activeer de servicemodus. 3. Verwijder de onderplaat.
Stappen 1. Til het klepje op om toegang te krijgen tot de geheugenmodule. 2. Gebruik uw vingertoppen om de bevestigingsklemmetjes aan weerszijden van de sleuf van de geheugenmodule voorzichtig uit elkaar te duwen totdat de module omhoog komt. 3. Verwijder de geheugenmodule uit de slot. OPMERKING: Herhaal de stappen 2 en 3 om eventuele andere in uw computer geïnstalleerde geheugenmodules te verwijderen.
Stappen 1. Til het klepje op om toegang tot de sleuf van de geheugenmodule te krijgen. 2. Lijn de uitsparing in de geheugenmodule uit met het lipje op de slot van de geheugenmodule. 3. Schuif de geheugenmodule, onder de juiste hoek, stevig in de sleuf voor de geheugenmodule. 4. Druk de geheugenmodule naar beneden totdat deze vastklikt. OPMERKING: Als u geen klik hoort, verwijdert u de geheugenmodule en installeert u deze nogmaals.
Draadloze kaart De draadloze kaart verwijderen Vereisten 1. Volg de procedure in Voordat u in de computer gaat werken. 2. Activeer de servicemodus. 3. Verwijder de onderplaat. Over deze taak De volgende afbeelding geeft de locatie van de draadloze kaart aan en biedt een visuele weergave van de verwijderingsprocedure. Stappen 1. Trek de tape los waarmee de antennekabel aan de beugel van de draadloze kaart wordt bevestigd. 2.
5. Verwijder de draadloze kaart door deze uit de sleuf van de draadloze kaart te schuiven. De draadloze kaart installeren Vereisten Als u een component vervangt, dient u het bestaande component te verwijderen alvorens de installatieprocedure uit te voeren. Over deze taak De volgende afbeelding geeft de locatie van de draadloze kaart aan en biedt een visuele weergave van de plaatsingsprocedure. Stappen 1. Sluit de antennekabels aan op de draadloze kaart.
Tabel 2. Kleurschema antennekabels (vervolg) Connectoren op de draadloze kaart Kleur van de antennekabel Silkscreen-markering Secundair Zwart AUX ▲ (zwarte driehoek) 2. Lijn de uitsparing op de draadloze kaart uit met het lipje op de sleuf voor de draadloze kaart en plaats de draadloze kaart onder een hoek in de sleuf. 3. Lijn het schroefgat op de beugel van de draadloze kaart uit met het schroefgat op de draadloze kaart en palmsteun- en toetsenbordeenheid. 4.
Stappen 1. Trek de tape los waarmee de antennekabel aan de SSD wordt bevestigd. 2. Verwijder de schroef (M2x3) waarmee de Solid State-schijf aan de polssteun- en toetsenbordeenheid is bevestigd. 3. Verwijder de SSD uit de slot door te schuiven. De M.2 2280 SSD installeren Vereisten Als u een component vervangt, dient u het bestaande component te verwijderen alvorens de installatieprocedure uit te voeren. Over deze taak Deze computer ondersteunt twee vormfactoren voor de SSD. ● M.2 2230 ● M.2 2280 Als u de M.
De volgende afbeelding geeft de locatie van de M.2 2280 SSD aan en biedt een visuele weergave van de installatieprocedure. OPMERKING: Voer stap 1 tot stap 4 uit als u de M.2 2230 SSD vervangt door een M.2 2280 SSD.
Stappen 1. Verwijder de schroef (M1.6x2.5) waarmee de beugel van de SSD aan de palmsteun- en toetsenbordeenheid is bevestigd. 2. Draai de beugel van de SSD onder een hoek van 180 graden. 3. Plaats de beugel van de SSD in de andere slot van de beugel van de SSD op de palmsteun- en toetsenbordeenheid. 4. Plaats de schroef (M1.6x2.5) terug waarmee de beugel van de SSD aan de palmsteun- en toetsenbordeenheid wordt bevestigd. 5. Lijn de uitsparing op de SSD uit met het lipje op de slot. 6.
Stappen 1. Trek de tape los waarmee de antennekabel aan de SSD wordt bevestigd. 2. Til de thermische beugel van de SSD weg van de palmsteun- en toetsenbordeenheid. 3. Verwijder de schroef (M2x3) waarmee de SSD aan de beugel van de SSD is bevestigd. 4. Verwijder de SSD uit de slot door te schuiven. De M.2 2230 SSD installeren Vereisten Als u een component vervangt, dient u het bestaande component te verwijderen alvorens de installatieprocedure uit te voeren.
De volgende afbeelding geeft de locatie van de M.2 2230 SSD aan en biedt een visuele weergave van de installatieprocedure. OPMERKING: Voer stap 1 tot stap 4 uit als u de M.2 2230 SSD vervangt door een M.2 2280 SSD.
Stappen 1. Verwijder de schroef (M1.6x2.5) waarmee de beugel van de SSD aan de palmsteun- en toetsenbordeenheid is bevestigd. 2. Draai de beugel van de SSD onder een hoek van 180 graden. 3. Plaats de beugel van de SSD in de andere slot van de beugel van de SSD op de palmsteun- en toetsenbordeenheid. 4. Plaats de schroef (M1.6x2.5) terug waarmee de beugel van de SSD aan de palmsteun- en toetsenbordeenheid wordt bevestigd. 5. Lijn de uitsparing op de SSD uit met het lipje op de slot. 6.
2. Trek de tape los waarmee de luidsprekerkabel aan de polssteun- en toetsenbordeenheid is bevestigd. 3. Noteer hoe de luidsprekerkabel loopt en verwijder de luidsprekerkabel uit de kabelgeleiders op de palmsteun- en toetsenbordeenheid. 4. Til de luidsprekers samen met de kabels uit de palmsteun- en toetsenbordeenheid. De luidsprekers installeren Vereisten Als u een component vervangt, dient u het bestaande component te verwijderen alvorens de installatieprocedure uit te voeren.
Warmteafleider De koelplaat verwijderen Vereisten 1. Volg de procedure in Voordat u in de computer gaat werken. WAARSCHUWING: Om te zorgen dat de processor maximaal wordt gekoeld, raakt u de gebieden voor warmteoverdracht op de koelplaat niet aan. Het vet van uw huid kan het warmteoverdrachtvermogen van thermisch vet verminderen. OPMERKING: Tijdens de normale werking kan de koelplaat heet worden. Laat de koelplaat voldoende lang afkoelen voordat u deze aanraakt. 2. Activeer de servicemodus. 3.
Stappen 1. Maak in omgekeerde volgorde (aangegeven op de koelplaat) de vier of zeven geborgde schroeven los waarmee de koelplaat op de systeemkaart is bevestigd. 2. Til de koelplaat van de systeemkaart. De koelplaat plaatsen Vereisten Als u een component vervangt, dient u het bestaande component te verwijderen alvorens de installatieprocedure uit te voeren. WAARSCHUWING: Als de koelplaat onjuist wordt uitgelijnd, kan dit schade aan de systeemkaart en de processor veroorzaken.
Stappen 1. Lijn de schroefgaten in de koelplaat uit met de schroefgaten op de systeemkaart. 2. Maak in de juiste volgorde (aangegeven op de koelplaat) de vier of zeven geborgde schroeven vast waarmee de koelplaat op de systeemkaart wordt bevestigd. Vervolgstappen 1. Installeer de onderplaat. 2. Volg de procedure in Nadat u in de computer hebt gewerkt. 3. Sluit de servicemodus af.
Beeldschermassemblage De beeldschermeenheid verwijderen Vereisten 1. Volg de procedure in Voordat u in de computer gaat werken. 2. Activeer de servicemodus. 3. Verwijder de onderplaat. Over deze taak De volgende afbeelding geeft de locatie van de beeldschermeenheid aan en biedt een visuele weergave van de verwijderingsprocedure.
Onderdelen verwijderen en plaatsen 39
Stappen 1. Verwijder de tape waarmee de beeldschermkabel aan de systeemkaart is bevestigd. 2. Open de vergrendeling en koppel de beeldschermkabel los van de systeemkaart. 3. Verwijder de beeldschermkabel uit de geleiders op de palmsteun- en toetsenbordeenheid. 4. Verwijder de vier schroeven (M2.5x3.5) waarmee de beeldschermscharnieren aan de palmsteun- en toetsenbordeenheid zijn bevestigd. 5. Til de beeldschermeenheid onder een hoek van de palmsteun- en toetsenbordeenheid.
Onderdelen verwijderen en plaatsen 41
Stappen 1. Schuif de beeldschermeenheid onder een hoek en plaats de beeldschermeenheid op de palmsteun- en toetsenbordeenheid. 2. Plaats de vier schroeven (M2.5x3.5) terug waarmee de beeldschermscharnieren aan de palmsteun- en toetsenbordeenheid zijn bevestigd. 3. Leid de beeldschermkabel door de kabelgeleiders op de palmsteun- en toetsenbordeenheid. 4. Schuif de beeldschermkabel in de connector op de systeemkaart en sluit de vergrendeling om de kabel vast te zetten. 5.
3. Verwijder de kabel van de voedingsadapterpoort uit de kabelgeleiders op de palmsteun- en toetsenbordeenheid. 4. Verwijder de schroef (M2x3) waarmee de voedingsadapterpoort aan de polssteun- en toetsenbordeenheid is bevestigd. 5. Til de voedingsadapterpoort, samen met de kabel, uit de palmsteun- en toetsenbordeenheid. De voedingsadapterpoort plaatsen Vereisten Als u een component vervangt, dient u het bestaande component te verwijderen alvorens de installatieprocedure uit te voeren.
Toetsenblok De touchpad verwijderen Vereisten 1. Volg de procedure in Voordat u in de computer gaat werken. 2. Verwijder de onderplaat. 3. Verwijder de batterij. Over deze taak De volgende afbeelding geeft de locatie van de touchpad aan en biedt een visuele weergave van de verwijderingsprocedure. Stappen 1. Verwijder de drie schroeven (M1.6x2) waarmee de bracket van de touchpad aan de polssteun- en toetsenbordeenheid is bevestigd. 2. Til de touchpadbeugel weg van de palmsteun- en toetsenbordeenheid. 3.
Stappen 1. Til de transparante klep op en schuif de touchpad in het slot op de palmsteun- en toetsenbordeenheid. 2. Til de transparante klep op en plaats de twee schroeven (M2x1.8) terug waarmee de touchpad aan de palmsteun- en toetsenbordeenheid is bevestigd. OPMERKING: Zorg ervoor dat de touchpad is uitgelijnd met de geleiders op de polssteun- en toetsenbordeenheid en dat de speling aan beide zijden van de touchpad gelijk is.
Ventilator De ventilator verwijderen Vereisten 1. Volg de procedure in Voordat u in de computer gaat werken. 2. Activeer de servicemodus. 3. Verwijder de onderplaat. Over deze taak De volgende afbeelding geeft de locatie van de ventilator aan en biedt een visuele weergave van de verwijderingsprocedure. Stappen 1. Koppel de ventilatorkabel los van de systeemkaart. 2. Verwijder de twee schroeven (M2x3) waarmee de ventilator op de polssteun- en toetsenbordeenheid is bevestigd. 3.
Stappen 1. Gebruik de uitlijnpunten om de ventilator op de palmsteun- en toetsenbordeenheid te plaatsen. 2. Verwijder de twee schroeven (M2x3) waarmee de ventilator op de polssteun- en toetsenbordeenheid is bevestigd. 3. Sluit de kabel van de ventilator aan op de systeemkaart. Vervolgstappen 1. Installeer de onderplaat. 2. Volg de procedure in Nadat u in de computer hebt gewerkt. 3. Sluit de servicemodus af. I/O-kaart De I/O-kaart verwijderen Vereisten 1.
Stappen 1. Verwijder de twee schroeven (M2.5x3.5) waarmee het rechter beeldschermscharnier aan de I/O-kaart en palmsteun- en toetsenbordeenheid is bevestigd. 2. Open het rechter beeldschermscharnier onder een hoek van 90 graden. 3. Verwijder de tape waarmee de kabel van de I/O-kaart op de I/O-kaart is bevestigd. 4. Open de vergrendeling en koppel de kabel van de I/O-kaart los van de I/O-kaart. 5. Open de vergrendeling en koppel de kabel van de vingerafdruklezer los van de I/O-kaart. 6.
Stappen 1. Plaats de I/O-kaart in de slots op de palmsteun- en toetsenbordeenheid. 2. Lijn het schroefgat op I/O-kaart uit met het schroefgat op de palmsteun- en toetsenbordeenheid. 3. Plaats de twee schroeven (M2x3) terug waarmee de I/O-kaart op de palmsteun- en toetsenbordeenheid wordt bevestigd. 4. Schuif de kabel van de vingerafdruklezer in de connector op de I/O-kaart en sluit de vergrendeling om de kabel vast te zetten. 5.
Aan-uitknop De aan/uit-knop verwijderen Vereisten 1. 2. 3. 4. 5. 6. Volg de procedure in Voordat u in de computer gaat werken. Activeer de Servicemodus. Verwijder de onderplaat. Verwijder de ventilator. Verwijder de beeldschermeenheid. Verwijder de I/O-kaart. Over deze taak De volgende afbeelding geeft de locatie van de aan-uitknop aan en biedt een visuele weergave van de verwijderingsprocedure. Stappen 1. Verwijder de twee schroeven (M1.
Stappen 1. Lijn de schroefgaten op de aan/uit-knop uit met de schroefgaten op de palmsteun- en toetsenbordeenheid. 2. Plaats de twee schroeven (M1.6x2) terug waarmee de aan/uit-knop aan de palmsteun- en toetsenbordeenheid wordt bevestigd. Vervolgstappen 1. 2. 3. 4. 5. 6. Plaats de I/O-kaart. Installeer de beeldschermeenheid. Plaats de ventilator. Installeer de onderplaat. Volg de procedure in Nadat u in de computer hebt gewerkt. Sluit de Servicemodus af.
Stappen 1. Verwijder de twee schroeven (M1.6x2) waarmee de aan/uit-knop aan de palmsteun- en toetsenbordeenheid is bevestigd. 2. Til de aan/uit-knop samen met de kabel van de vingerafdruklezer weg van het slot op de palmsteun- en toetsenbordeenheid. De aan/uit-knop met vingerafdruklezer plaatsen Vereisten Als u een component vervangt, dient u het bestaande component te verwijderen alvorens de installatieprocedure uit te voeren.
Over deze taak De volgende afbeelding geeft de locatie van de aan/uit-knop met vingerafdruklezer aan en biedt een visuele weergave van de installatieprocedure. Stappen 1. Lijn de aan/uit-knop met de vingerafdruklezerkabel uit en plaats deze in het slot op de palmsteun- en toetsenbordeenheid. 2. Lijn de schroefgaten op de aan/uit-knop uit met de schroefgaten op de palmsteun- en toetsenbordeenheid. 3. Plaats de twee schroeven (M1.
Afbeelding 1. Systeemkaartconnectoren 1. 3. 5. 7. Beeldschermkabel Bracket voor USB-poort type-C Toetsenbordkabel Luidsprekerkabel 2. 4. 6. 8. Voedingsadapterpoortkabel (optioneel) Kabel voor toetsenbordverlichting Kabel van touchpad kabel van I/O-kaart De volgende afbeelding geeft de locatie van de systeemkaart aan en biedt een visuele weergave van de verwijderingsprocedure.
Onderdelen verwijderen en plaatsen 55
Stappen 1. Trek de tape los waarmee de beugel van de USB Type-C-poort aan de systeemkaart is bevestigd. 2. Verwijder de antennekabels uit de geleiders op de systeemkaart. 3. Verwijder de twee schroeven (M2.5x3.5) waarmee het linker beeldschermscharnier aan de systeemkaart en palmsteun- en toetsenbordeenheid is bevestigd. 4. Open het scharnier onder een hoek van 90 graden. 5. Verwijder de twee schroeven (M2.5x3.
Over deze taak De volgende afbeelding geeft de connectoren op de systeemkaart aan. Afbeelding 2. Systeemkaartconnectoren 1. 3. 5. 7. Beeldschermkabel Bracket voor USB-poort type-C Toetsenbordkabel Luidsprekerkabel 2. 4. 6. 8. Voedingsadapterpoortkabel (optioneel) Kabel voor toetsenbordverlichting Kabel van touchpad kabel van I/O-kaart De volgende afbeelding geeft de locatie van de systeemkaart aan en biedt een visuele weergave van de installatieprocedure.
Onderdelen verwijderen en plaatsen
Stappen 1. Lijn de systeemkaart uit en plaats die op de palmsteun- en toetsenbordeenheid. 2. Plaats de twee schroeven (M2x1.8) terug waarmee de systeemkaart op de palmsteun- en toetsenbordeenheid wordt bevestigd. 3. Sluit de beeldschermkabel aan op de connector op de systeemkaart en sluit de vergrendeling om de kabel vast te zetten. 4. Bevestig de beeldschermkabel met de tape op de systeemkaart. 5. Sluit de kabel van de netadapterpoort aan op de aansluiting op de systeemkaart. 6.
5. 6. 7. 8. Plaats de geheugenmodules. Installeer de batterij. Installeer de onderplaat. Volg de procedure in Nadat u in de computer hebt gewerkt. Polssteun- en toetsenbordeenheid De palmsteun- en toetsenbordeenheid verwijderen Vereisten 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. 16. Volg de procedure in Voordat u in de computer gaat werken. Verwijder de onderplaat. Verwijder de batterij. Verwijder de knoopbatterij. Verwijder de geheugenmodules. Verwijder de draadloze kaart. Verwijder de M.2 2230 SSD of M.
Stappen Nadat u de stappen in de vereisten vooraf hebt uitgevoerd, blijft de palmsteun- en toetsenbordeenheid over. De palmsteun- en toetsenbordeenheid plaatsen Vereisten Als u een component vervangt, dient u het bestaande component te verwijderen alvorens de installatieprocedure uit te voeren. Over deze taak De volgende afbeelding geeft de locatie van de palmsteun- en toetsenbordeenheid aan en biedt een visuele weergave van de installatieprocedure.
Stappen Plaats de palmsteun- en toetsenbordeenheid op een schoon en vlak oppervlak. Vervolgstappen 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. 16. 62 Installeer de systeemkaart. Installeer de beeldschermeenheid. Plaats de aan-/uitknop of aan-/uitknop met de vingerafdruklezer. Plaats de touchpad. Plaats de voedingsadapterpoort. Plaats de ventilator. Installeer de koelplaat. De luidsprekers plaatsen. Plaats de I/O-kaart. Plaats de M.2 2230 Solid State-schijf of M.
3 Apparaatstuurprogramma's Installatieprogramma voor Intel chipset-software Controleer in Apparaatbeheer of het chipsetstuurprogramma is geïnstalleerd. Installeer de updates voor de Intel chipset via www.dell.com/support. Videostuurprogramma's Controleer in Apparaatbeheer of het videostuurprogramma is geïnstalleerd. Installeer de update van het videostuurprogramma via www.dell.com/support. Stuurprogramma Intel Serial IO Controleer in Apparaatbeheer of het Intel Serial IO-stuurprogramma is geïnstalleerd.
4 Systeeminstallatie WAARSCHUWING: Tenzij u een computerexpert bent, dient u de instellingen voor dit programma niet te wijzigen. Door bepaalde wijzigingen is het mogelijk dat de computer niet goed meer werkt. OPMERKING: Voordat u het BIOS-setup-programma gebruikt, is het verstandig de scherminformatie van het BIOS-setupprogramma te noteren zodat u deze later ter referentie kunt gebruiken.
● het eenmalige opstartmenu openen door op de F12-toets te drukken. In het eenmalige opstartmenu staan de apparaten waar het systeem vanaf kan opstarten en de opties voor diagnostiek. De opties van het opstartmenu zijn: ● Verwijderbare schijf (mits beschikbaar) ● STXXXX-schijf (indien beschikbaar) OPMERKING: XXX staat voor het nummer van de SATA-schijf.
Tabel 3. Opties van System Setup - menu Systeeminformatie (vervolg) Overzicht Processortype Toont het type processor. Maximale klokfrequentie Toont de maximale klokfrequentie van de processor. Minimale klokfrequentie Toont de minimale klokfrequentie van de processor. Huidige klokfrequentie Toont de huidige klokfrequentie van de processor. Aantal cores Toont het aantal cores in de processor. Processor-ID Toont de identificatiecode van de processor.
Tabel 4. Opties voor System Setup—Opstartconfiguratiemenu (vervolg) Boot Configuration Modus Veilig opstarten Hiermee wordt de modus Veilig opstarten weergegeven Expert Key Management Aangepaste modus inschakelen Hiermee is het mogelijk om de beveiligingssleuteldatabases PK, KEK, db en dbx aan te passen. Aangepaste modus Key Management Hiermee kunt u de sleuteldatabase selecteren. Tabel 5.
Tabel 6. Opties van System Setup - Storagemenu (vervolg) Storage Standaard: RAID On Storage-interface Poortactivering Hiermee kunt u de geïntegreerde schijven in- of uitschakelen. Standaard: AAN SMART Reporting SMART-rapportage inschakelen Hiermee kunt u SMART (Self-Monitoring, Analysis, and Reporting Technology) in- of uitschakelen. Standaard: UIT Schijfinformatie Toont de informatie van diverse interne schijven. Tabel 7.
Tabel 8. Opties van System Setup - Verbindingsmenu (vervolg) Verbinding Wanneer het certificaat wordt geüpload, wordt er een verbinding met de HTTPsopstartserver gemaakt. Tabel 9. Opties van System Setup - Energiemenu Voeding Batterijconfiguratie Hiermee gebruikt de computer de batterij tijdens energieverbruiksuren. Gebruik onderstaande opties om gebruik van wisselstroom te voorkomen op bepaalde tijden van elke dag. Standaard: Aangepast.
Tabel 10. Opties voor System Setup - menu Beveiliging (vervolg) Beveiliging Intel Platform Trust Technology ingeschakeld Hiermee kunt u de functie Intel platform Trust Technology (PPT) in het besturingssysteem in- of uitschakelen. Standaard: AAN PPI overslaan voor Wissen-opdrachten Hiermee kunt u de Trusted Platform Model (TPM) Physical Presence Interface (PPI) in- of uitschakelen.
Tabel 11. Opties voor System Setup—Wachtwoordmenu (vervolg) Wachtwoorden Standaard: UIT Speciaal teken Dwingt wachtwoord beperking af waarmee het wachtwoord minimaal één speciaal teken moet bevatten. Standaard: UIT Minimum aantal tekens Bepaalt het minimumaantal tekens dat is toegestaan voor het wachtwoord. Standaard: 04 Wachtwoord overslaan Hiermee kunt u tijdens het opnieuw opstarten van het systeem het System (Boot) Password en het wachtwoord van de interne harde schijf omzeilen.
Tabel 12. Opties van Systeeminstallatie - Menu Bijwerken, herstellen (vervolg) Draadloos BIOS-downgrade toestaan Hiermee beheert u het terugzetten van de systeemfirmware naar vorige revisies. Standaard: AAN SupportAssist OS Recovery Hiermee kunt u de opstartprocedure voor de tool SupportAssist OS Recovery in- of uitschakelen in het geval van bepaalde systeemfouten.
Tabel 14. Opties van System Setup - Toetsenbordmenu (vervolg) Toetsenbord Standaard: 1 minuut Time-outwaarde van de toetsenbordverlichting op batterij Met deze functie bepaalt u de time-outwaarde voor de toetsenbordverlichting als het systeem alleen op de batterij werkt. Standaard: 1 minuut Tabel 15.
Tabel 17. Opties van System Setup - menu Prestaties (vervolg) Prestaties Actieve cores Wijzigt het aantal CPU-cores dat beschikbaar is voor het besturingssysteem. De standaardwaarde is ingesteld op het maximumaantal cores. Standaard: alle cores Intel SpeedStep Intel SpeedStep Technology inschakelen Hiermee schakelt u de Intel SpeedStep-technologie in of uit om de processorspanning en de core-frequentie dynamisch aan te passen en zo het gemiddelde energieverbruik en de warmteproductie te verlagen.
Systeem- en installatiewachtwoord Tabel 19. Systeem- en installatiewachtwoord Type wachtwoord Omschrijving Systeemwachtwoord Wachtwoord dat moet worden ingevuld om aan uw systeem in te loggen. Installatiewachtwoord Wachtwoord dat moet worden ingevoerd voor toegang en het aanbrengen van wijzigingen aan de BIOS-instellingen van uw computer. U kunt ter beveiliging van uw computer een wachtwoord voor het systeem en de installatie aanmaken.
Stappen 1. Selecteer Systeembeveiliging in het scherm Systeem-BIOS of Systeeminstallatie en druk op Enter. Het scherm Systeembeveiliging wordt geopend. 2. Controleer in het scherm Systeembeveiliging of Wachtwoordstatus op Ontgrendeld staat. 3. Selecteer Systeemwachtwoord, wijzig of verwijder het bestaande systeemwachtwoord en druk op Enter of Tab. 4. Selecteer Installatiewachtwoord, wijzig of verwijder het bestaande installatiewachtwoord en druk op Enter of Tab.
5 Problemen oplossen SupportAssist-diagnose Over deze taak De SupportAssist-diagnose (voorheen bekend als ePSA-diagnose) voert een volledige controle van uw hardware uit. De SupportAssistdiagnose maakt deel uit van het BIOS en wordt door het BIOS intern gestart. De SupportAssist-diagnose biedt een aantal opties voor specifieke apparaten of apparaatgroepen.
Tabel 20.
3. LCD-BIST: LCD-BIST is een uitgebreide diagnostische test die wordt geïntroduceerd via Preboot System Assessment (PSA) op verouderde systemen. Tabel 21. Functies M-BIST L-BIST Doel Evalueert de status van de systeemkaart. Controleert of de systeemkaart stroom aan de LCD levert door een LCD-stroomrail-test uit te voeren. Trigger Druk op de -toets en op de aan/uitknop. Geïntegreerd in de enkele LEDfoutcodediagnostiek. Automatisch gestart tijdens POST.
BIOS flashen (USB-stick) Stappen 1. Volg de procedure van stap 1 tot en met stap 7 in "BIOS flashen" om het nieuwste bestand met het BIOS-installatieprogramma te downloaden. 2. Maak een opstartbaar USB-station. Zie het Knowledge Base-artikel SLN143196 op www.dell.com/support voor meer informatie. 3. Kopieer het bestand met het BIOS-installatieprogramma naar het opstartbare USB-station. 4. Sluit het opstartbare USB-station aan op de computer waarop de BIOS-update moet worden geïnstalleerd. 5.
2. Koppel de voedingsadapter los van uw computer. 3. Verwijder de onderplaat. 4. De batterij verwijderen. 5. Houd de aan/uit-knop 20 seconden ingedrukt om de reststroom af te voeren. 6. Plaats de batterij. 7. Installeer de onderplaat. 8. Sluit de voedingsadapter aan op uw computer. 9. Schakel de computer in. OPMERKING: Zie het knowledge base-artikel SLN85632 op www.dell.com/support voor meer informatie over het uitvoeren van een harde reset.
6 Hulp verkrijgen en contact opnemen met Dell Bronnen voor zelfhulp U kunt informatie en hulp voor producten en services van Dell krijgen door middel van deze bronnen voor zelfhulp. Tabel 22. Bronnen voor zelfhulp Bronnen voor zelfhulp Bronlocatie Informatie over producten en services van Dell www.dell.com Mijn Dell Tips Contact opnemen met de ondersteuning In Windows Zoeken typt u Contact Support en drukt u op Enter. Online help voor besturingssysteem www.dell.com/support/windows www.dell.