Operation Manual

N-74
Geavanceerde programmering en registraties
Karakters ingeven
Deze rubriek geeft toelichting over het inbrengen van een omschrijving voor departmenten of PLU's,
meldteksten, hoofdingen, omschrijving van totalen (zoals bruto- en netto totaal enz.) en bedienden.
Er zijn twee manieren om karakters in te geven, namelijk het gebruik van het karakter klavier of het tien
toetsen klavier(numerieke toetsen).
Gebruik van het karakter klavier
Karakter klavier
SUBTOTAL
CA/AMT
TEND
SPACE
DBL
SIZE
A
a
F
f
K
k
P
p
U
u
B
b
G
g
L
l
Q
q
V
v
C
c
H
h
M
m
R
r
W
w
D
d
I
i
N
n
S
s
X
x
E
e
J
j
O
o
T
t
Y
y
Z
z
1 2 3 4 5
7 8 9 0
/ . * ,
- + !
?
6
( ) @ #. % : &
CAPS
SHIFT
DEL
1
7
2
3
4 6
5
8
1 Alfabetische karakters Gebruikt om karakters in te geven.
2 Dubbele grootte toets Instellen van dubbele grootte van de volgende karakters. Na het instellen
van dubbele karaktergrootte, druk terug op deze toets voor normale grootte.
3 Spatie toets Voor het ingeven van een spatie.
4 DEL toets Wist het laatst ingevoerde karakter.
5 Toets einde programmatie Beëindigen van de karakter programmering.
6 Karakter programmatie toets Registreren van de geprogrammeerde karakters.
7 CAPS toets Bij het indrukken van deze toets gaat men over van klein letterteken naar
hoofdletter.
8 Shift toets Bij het indrukken van deze toets gaat men over van hoofdletter naar klein
letterteken.
Voorbeeld: omschrijving
A
ppelsap
A
p p e l s a p
<DBL> <A> <DBL> <Shift> <p> <p> <e> <l> <s> <a> <p> .