User Manual

Table Of Contents
Gebruik van de Digitale Piano
NL-42
5.
Tip een van de toetsen aan van br Gebied
1 t/m ck Gebied 4 om het gebied te selecteren
waar de basisinstelling die u wilt oproepen zich
bevindt.
De basisinstelling wordt opgeroepen.
De instellingen van de Digitale Piano veranderen
overeenkomstig de gegevens van de basisinstelling
die u heeft opgeroepen.
Blokkeerfunctie
Bij het oproepen van een geregistreerde basisinstelling
worden gewoonlijk alle instellingen overschreven die zijn
aangegeven onder “Gegevens in het registratiegeheugen
(pagina NL-40). U kunt de blokkeerfunctie gebruiken om
bepaalde instellingen te specificeren die niet mogen worden
overschreven wanneer een geregistreerde basisinstelling
wordt opgeroepen.
Voor de FUNCTION-parameternummers 59 t/m 70
(parameters opgenomen in 58 “FREEZE”) selecteert u “On”
(huidige instelling handhaven) of “Off” (huidige instelling
overschrijven) om aan te geven wat er moet gebeuren
wanneer een basisinstelling wordt opgeroepen.
•ZieGegevens in het registratiegeheugen” (pagina NL-40)
voor informatie over welke instellingen gehandhaafd blijven
wanneer “On” wordt geselecteerd voor een FUNCTION-
parameternummer.
•ZieFunctie-instellingen maken (FUNCTION-modus)
(pagina NL-53) voor informatie over de FUNCTION-
parameters.
U kunt de Digitale Piano zo instellen dat bij meermalen
intrappen van een pedaal de basisinstellingen die met de
registratiefunctie zijn geregistreerd worden doorlopen en
geselecteerd.
Instellen van het pedaal voor het oproepen van
basisinstellingen
1.
Houd de bp^ toets ingedrukt totdat
“[FUNCTION]” op het display verschijnt.
De FUNCTION-modus wordt ingeschakeld.
2.
Gebruik de bk U en bl I toetsen om de
volgende menu-items achter elkaar te
selecteren:
“REGISTRATION” 3 “SEQ PED RECALL”.
3.
Gebruik de bk U en bl I toetsen om een
pedaalaansluiting te selecteren en tip dan
bm ENTER aan.
4.
Gebruik de bk en bl + toetsen om de
instelling voor de pedaalaansluiting te
veranderen.
•ZieSpelen met gebruik van de pedaalbediende
opeenvolgende oproepfunctie” (pagina NL-43) voor
informatie over de pedaalfuncties die bij elke instelling
kunnen worden gebruikt.
Bij instellen van “Inc” of “Dec” voor een aansluiting zal
het aangesloten pedaal alleen functioneren als een
pedaal voor het oproepen van geregistreerde
basisinstellingen. Eventuele andere functies die met
“Damper Target” (pagina NL-7) of “Exp/Asgn Target”
(pagina NL-9) aan de aansluiting zijn toegewezen, zijn
uitgeschakeld voor die aansluiting.
5.
Houd bp EXIT ingedrukt totdat “[FUNCTION]”
van het display verdwijnt om de FUNCTION-
modus te verlaten.
[
REG I STRAT I ON
]
AREA 1
Bank : 02
Gebruik van een pedaal om meerdere
basisinstellingen achter elkaar te doorlopen
(Pedaalbediende opeenvolgende
oproepfunctie)
Om deze pedaalaansluiting te
selecteren:
Moet dit op het
display staan:
cr DAMPER PEDAL aansluiting Damper Pedal
dl EXPRESSION/ASSIGNABLE
aansluiting
Exp/Asgn Pedal
Om dit te doen:
Moet dit op het
display staan:
Basisinstellingen in voorwaartse richting
met pedaal oproepen
Inc
Basisinstellingen in terugwaartse
richting met pedaal oproepen
Dec
Uitschakelen van basisinstellingen met
pedaal oproepen
Off