Softwareversie 3.10 Gebruiksaanwijzing

4-5
3. Voer in de tabel met variabelen die wordt weergegeven de waarden voor elke variabele in.
U kunt ook waarden invoeren voor Upper en Lower om de boven- en ondergrenzen van
het bereik van de oplossingen aan te geven.
Er doet zich een fout voor als de oplossing buiten het door u opgegeven bereik ligt.
4. Selecteer de variabele waarvoor u de vergelijkingoplosser wilt gebruiken.
“Lft” en “Rgt” verwijzen naar de linker- en rechterzijden die worden berekend met de
oplossing.*
1
*
1
Oplossingen worden benaderd met de methode van Newton. “Lft” en “Rgt” worden ter
bevestiging weergegeven aangezien de methode van Newton resultaten kan opleveren die
de echte oplossing zijn.
De nauwkeurigheid van het resultaat neemt toe naarmate het verschil van deze beide
waarden 0 benadert.
Voorbeeld Een voorwerp dat omhoog geschoten wordt tegen beginsnelheid V
heeft tijd T nodig om hoogte H te bereiken. Gebruik de volgende formule
om de beginsnelheid V te berekenen wanneer H = 14 (meter), T = 2
(seconden) en de zwaartekrachtversnelling G = 9,8 (m/s
2
).
H = VT – 1/2 GT
2
1 m Equation
2 3(SOLVER)
af(H)!.(=)ac(V)a/(T)-
(b/c)a'(G)a/(T)xw
3 bew(H = 14)
aw(V = 0)
cw(T = 2)
j.iw(G = 9,8)
4 Druk op fff om V = 0 te markeren en druk
vervolgens op 6(SOLVE).
Het bericht “Retry” wordt weergegeven als de rekenmachine bepaalt dat de convergentie
niet voldoende is voor de weergegeven resultaten.
Een oplosbewerking levert één oplossing op. Gebruik POLY als u meerdere oplossingen wilt
verkrijgen voor berekening van een hogere orde (zoals ax
2
+ bx + c = 0).