User Manual

5-27
Een grafiek maken van een integratie
Uw rekenmachine kan een grafiek maken van een functie waarbij een integratie wordt
berekend.
De resultaten van de berekening worden linksonder in de hoek van het scherm weergegeven,
waarbij het integratiegebied is ingevuld.
Voorbeeld Een grafiek maken van de integratieformule
1
–2
(x + 2)(x – 1)(x – 3) dx
Gebruik de volgende instellingen voor het weergavevenster.
Xmin = −4, Xmax = 4, Xscale = 1
Ymin = −8, Ymax = 12, Yscale = 5
Selecteer in het configuratiescherm “Y=” bij “Func Type”.
1 m Run-Matrix
2 !m(SET UP)ccc1(Y=)J
3 !3(V-WIN) -ewewbwc
-iwbcwfwJ
4 !4(SKETCH)1(Cls)w
5(GRAPH)5(G·
dx)
5 (v+c)(v-b)
(v-d),-c,bw
k Meerdere grafieken in hetzelfde scherm tekenen
(overschrijvende grafiek)
Ga als volgt te werk om diverse waarden toe te kennen aan een variabele in een expressie en
de resulterende grafieken in het scherm te overschrijven.
1. Kies in het hoofdmenu de modus Graph.
2. Wijzig in het configuratiescherm de instelling voor “Dual Screen” in “Off”.
3. Configureer de instellingen voor het weergavevenster.
4. Geef het functietype op en voer de functie in. De syntaxis voor de invoer van de functie is
als volgt:
Expressie met één variabele ,!+( [ ) variabele !.(=) waarde , waarde , ...
, waarde !-( ] )
5. Teken de grafiek.