Operation Manual
66
Versterking
Met de versterkingsregeling wordt afhankelijk van de licht- en opnameomstandigheden het niveau van het
gegenereerde videosignaal ingesteld. Selecteer de automatische versterkingsregeling, een van de
voorkeuze-instellingen tussen -3 dB en +18 dB of stel het versterkingsniveau fijn af in stappen van 0,5 dB.
Het versterkingsniveau selecteren
1. Zet het -wiel op , Tv, Av of M.
2. Duw tegen het GAIN-wiel zodat het naar
buiten springt.
3. Draai aan het GAIN-wiel om het niveau in
te stellen.
Als het wiel is ingesteld in een andere stand dan A
(automatische versterkingsregeling), dan wordt het
geselecteerde versterkingsniveau weergegeven.
Fijnafstelling versterking
1. Zet het -wiel op , Tv, Av of M.
2. Zet het GAIN-wiel op 0 – +18, +36.
Het momenteel ingestelde versterkingsniveau wordt weergegeven.
3. Druk op de SET-toets.
Het weergegeven versterkingsniveau gaat knipperen.
4. Draai het SELECT-wiel naar het gewenste versterkingsniveau.
U kunt het versterkingsniveau wijzigen in stappen van 0,5 dB tussen 0,0 en 18,0 dB. In (alleen) de stand
kunt u het versterkingsniveau ook instellen op 36,0 dB.
5. Druk nogmaals op de SET-toets.
Het weergegeven versterkingsniveau stopt met knipperen en blijft branden.
Het beeld kan enigszins flikkeren als u hoge versterkingsniveaus selecteert. In het bijzonder de
instelling 36,0 dB stelt u in staat te filmen met een hogere gevoeligheid, maar deze instelling is wel
meer ontvankelijk voor videoruis en artefacten (witte puntjes, verticale strepen of blokken).
Als het GAIN-wiel op A (automatische versterkingsregeling) staat, kunt u de versterkingslimiet
activeren om te voorkomen dat de camcorder een niveau kiest dat hoger is dan een vooraf
ingestelde limiet tussen 3 dB en 15 dB. Open het menu en selecteer [CAMERA SETUP/
INSTELLING CAMERA]. Selecteer [AGC LIMIT/VERSTERKINGSLIMIET], stel het maximale
versterkingsniveau in en sluit het menu.
GAIN-wiel Gebruik
A Automatische versterkingsregeling.
-3 Voor opnamen met de minste ruis voor scènes binnenshuis, bij weinig licht of weinig
contrast.
0 Voor levensechte nachtscènes of scènes onder kunstlicht.
+3, +6, +12, +18 Verhoogt de helderheid bij scènes binnenshuis of met weinig licht. Verhoogt de
scherptediepte.
0 – +18, +36 Fijnafstelling van de versterking.