User manual

Films en foto’s maken
38
OPMERKINGEN
De START/STOP-knop op de hendel-unit is uitgerust met een grendel om te voorkomen dat u de
camcorder per abuis bedient. Zet de grendel op C wanneer u niet wilt dat u tijdens het maken van
opnamen per abuis een pauze inlast of wanneer u niet van plan bent deze START/STOP-knop te
gebruiken. Zet de grendel terug naar de vorige positie als u de START/STOP-knop weer wilt
gebruiken.
Wanneer u de optie [FUNC.] > [MENU] > q > [Opnameopdracht] instelt op [i Aan] en
u het HD/SD-SDI-aansluitpunt (alleen o) of HDMI OUT-aansluitpunt gebruikt om de camcorder
aan te sluiten op een apparaat dat opnameopdrachten kan ontvangen via een verbinding met het
HD/SD-SDI-aansluitpunt (alleen o) of HDMI OUT-aansluitpunt, en u het opnemen met de
camcorder start of stopzet, dan zal het aangesloten apparaat ook starten of stoppen met opnemen.
(Als [Opnameopdracht] is ingesteld op [i Aan], zijn videosnapshots niet beschikbaar.)
Wanneer bij gebruik van Relay Recording tijdens het opnemen de camcorder overschakelt van
de ene op de andere geheugenkaart, dan wordt de video opgenomen als twee afzonderlijke relay-
scènes. Met het programma Data Import Utility kunt u relay-scènes die op verschillende
geheugenkaarten zijn opgenomen, samenvoegen tot één enkele scène en deze opslaan op een
computer (A 109).
Voor scènes met een lange opnametijd wordt het video(stream)bestand in een scène bij circa elke
4 GB gesplitst. De opname zal echter zonder onderbreking worden afgespeeld. Met het
programma Data Import Utility kunt u dergelijke gesplitste scènes samenvoegen tot één enkele
scène en deze opslaan op een computer (A 109).
Als u opnamen maakt op heldere plaatsen, kan het moeilijk zijn gebruik te maken van het LCD-
scherm. In dergelijke gevallen kunt u de helderheid van het LCD-scherm instellen met de optie
[FUNC.] > [MENU] > q > [Helderheid]. U kunt als alternatief ook de zoeker gebruiken
(A 20).
Foto’s worden opgeslagen als JPG-bestanden. In de stand en kan de camcorder
tijdens het opnemen van een film of in de opnamestand-bystand foto’s maken. Raadpleeg de
referentietabellen (A 151) voor het aantal foto's dat bij benadering kan worden genomen.
Foto's kunnen niet worden gemaakt tijdens opnamen in slow motion en fast motion of wanneer
[FUNC.] > [Beeldeffecten] > [Stijlen] is ingesteld op [Hooglicht prio.].
U kunt een foto maken van een filmscène die wordt afgespeeld (
A 96).
Als u bij gebruik van een accu la
nge tijd opnamen maakt terwijl de camcorder op
een statief staat,
kunt u het LCD-paneel sluiten en alleen de zoeker gebruiken om stroom te besparen (A 20).