Operation Manual
96
1
2
3
4
5
7
8
9
10
Vóór gebruik
Algemene
bediening camera
Basishandelingen
van de camera
Auto-modus
Andere
opnamemodi
P-modus
Wi-Fi-functies
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
Basishandleiding
Tv-, Av- en
M-modus
6
Afspeelmodus
Handleiding voor
gevorderden
Voorblad
• Beveiligde beelden op een geheugenkaart worden gewist als u de
kaart formatteert (=
137, 138).
•
Beveiligde beelden kunnen niet worden gewist met de wisfunctie van de camera.
Als u het ze wel op die manier wilt wissen, moet u eerst de beveiliging opheffen.
Afzonderlijke beelden selecteren
1 Selecteer [Selectie].
Volg stap 2 in “Via het menu” (=
95),
kies [Selectie] en druk op de knop <m>.
2 Selecteer een beeld.
Druk op de knoppen <q><r> of draai de
knop <7> om een beeld te selecteren en
druk vervolgens op de knop <m>. [
]
wordt weergegeven.
Druk nogmaals op de knop <m> als u
de selectie wilt opheffen. [
] wordt niet
meer weergegeven.
Herhaal deze procedure om andere
beelden op te geven.
3 Beveilig het beeld.
Druk op de knop <n>. Er verschijnt
een bevestigingsbericht op het scherm.
Druk op de knoppen <q><r> of draai
aan de knop <7> om [OK] te selecteren.
Druk vervolgens op de knop <m>.
• Als u overschakelt naar de opnamemodus of de camera uitschakelt
voordat u de instellingsprocedure in stap 3 hebt voltooid, worden de
beelden niet beveiligd.
Een reeks selecteren
1 Selecteer [Select. reeks].
Volg stap 2 in “Via het menu” (=
95),
kies [Select. reeks] en druk op de knop
<m>.
2 Selecteer het eerste beeld.
Druk op de knop <m>.
Druk op de knoppen <q><r> of draai de
knop <7> om een beeld te selecteren en
druk vervolgens op de knop <m>.