Operation Manual

105
U kunt de meetmethode (functie voor meten van de helderheid) aanpassen
aan de opnameomstandigheden.
Selecteer de meetmethode.
z Druk op de knop m en vervolgens op
de knoppen op om te selecteren.
Selecteer een optie.
z Druk op de knoppen qr of draai de knop
7 om een optie te selecteren en druk
vervolgens op de knop m.
X De instelling verschijnt op het scherm.
Selecteer .
z Voer stap 2 hierboven uit om te
selecteren.
Selecteer [Spotmetingpunt].
z Druk op de knop n en selecteer
[Spotmetingpunt] op het tabblad 4.
Druk vervolgens op de knoppen qr om
[AF-Punt] te selecteren.
X Het spotmetingpuntkader wordt gekoppeld
aan het AF-kader dat is verplaatst.
De meetmethode wijzigen
Deelmeting
Voor standaardomstandigheden, inclusief objecten die van
achteren worden belicht. De belichting wordt automatisch
aangepast aan de opnameomstandigheden.
Gem. centrum
meeting
De gemiddelde belichting van het gehele beeld wordt berekend,
maar het midden krijgt meer nadruk.
Spot
Er wordt alleen gemeten binnen het (spotmetingpuntkader).
Het spotmetingpuntkader kan worden gekoppeld aan het
AF-kader.
Het spotmetingpuntkader aan het AF-kader
koppelen
Deze functie kan niet worden gebruikt als [AF Frame] is ingesteld op
[Gezichts-AiAF] (p. 96) of [AF Tracking] (p. 97).