Operation Manual

Table Of Contents
70
Uw camera is uitgerust met een intelligente sensor die de stand van
een beeld herkent wanneer u de camera verticaal houdt. Het beeld
wordt automatisch naar de juiste stand gedraaid wanneer u het op
het LCD-scherm bekijkt.
De functie Beeldomkeren instellen
Opnamemodus
Weergavemodus
1
Menu (Instellen) [Beeldomkeren]
[Aan]/[Uit].
Zie Menu's en instellingen (p. 23).
z Wanneer de functie Beeldomkeren is
ingesteld op [Aan] en het LCD-scherm
is ingesteld op de detailweergave-
methode, wordt het pictogram
(normaal), (rechts is onder) of
(links is onder) op het scherm weergegeven.
z Wanneer de camera recht omhoog of recht omlaag wijst,
werkt deze functie mogelijk niet naar behoren. Controleer
of de pijl in de juiste richting wijst. Als dat niet zo is,
stelt u de functie Beeld omkeren in op [Uit].
z Zelfs als de functie Beeldomkeren is ingesteld op [Aan],
is de stand van beelden die naar een computer zijn
gedownload afhankelijk van de software die daarbij is
gebruikt.
Wanneer u de camera bij het maken van opnamen verticaal
houdt, herkent de intelligente sensor dat de bovenkant 'boven'
is en de onderkant 'onder'. De instellingen voor optimale
witbalans, belichting en focus worden vervolgens aangepast
voor verticale fotografie. Deze functie werkt onafhankelijk van
het feit of de functie Beeld omkeren is in- of uitgeschakeld.