Operation Manual
Table Of Contents
- Belangrijkste functies
- Conventies die in deze handleiding worden gebruikt
- Inhoudsopgave
- Voorzorgsmaatregelen
- Voordat u de camera gebruikt – Overzicht van de onderdelen
- Voordat u de camera gebruikt - Basishandelingen
- Opnamen maken
- De resolutie en compressie wijzigen (foto's)
- De resolutie en de opnamesnelheid wijzigen (films)
- De digitale zoomfunctie gebruiken
- Continu-opnamen
- Briefkaart met ingesloten datum
- De zelfontspanner gebruiken
- Filmopnamen maken
- Panoramabeelden maken (Stitch Hulp)
- Programma AE
- De sluitertijd instellen
- Het diafragma instellen
- De sluitertijd en diafragmawaarde handmatig instellen
- Een AF-kader selecteren
- Opnamen maken van onderwerpen die moeilijk kunnen worden scherpgesteld (focusvergrendeling, AF Lo...
- De belichting vergrendelen (AE lock)
- De belichtingsinstelling van de flitser vergrendelen (Flitsbelichtingsvergrendeling)
- Schakelen tussen lichtmeetmethoden
- De belichtingscompensatie aanpassen
- De witbalans aanpassen
- Het foto-effect wijzigen
- Opnamen maken in een My Colors-modus
- De ISO-waarde aanpassen
- Schakelen tussen flitsinstellingen
- De flitsaanpassing compenseren/Flits- output
- De timing van de flits aanpassen
- Aangepaste instellingen opslaan
- De functie Beeldomkeren instellen
- De bestandsnummering opnieuw instellen
- Weergeven/wissen
- Afdruk-/verzendinstellingen
- Beelden weergeven op een televisie
- De camera aanpassen (Instellingen voor Mijn camera)
- Problemen oplossen
- Berichten
- Bijlagen
- Omgaan met de batterij
- De oplaadbare lithiumbatterij recyclen
- Omgaan met de geheugenkaart
- Een adapterset gebruiken (afzonderlijkverkrijgbaar)
- De afzonderlijk verkrijgbare lenzen gebruiken
- Een op een flitsschoen gemonteerde flitser gebruiken (afzonderlijk verkrijgbaar)
- Onderhoud en verzorging van de camera
- Specificaties
- INDEX
- Functies beschikbaar in elke opnamemodus
20
De lampjes branden of knipperen wanneer de aan/uit-knop of de
ontspanknop wordt ingedrukt.
z Bovenste lampje
z Onderste lampje
De camera is uitgerust met een spaarstand. In de volgende gevallen
wordt de camera uitgeschakeld. Druk op de aan/uit-knop om de camera
weer in te schakelen.
* Deze tijdsduur kan worden gewijzigd.
Lampjes
U moet het volgende nooit doen wanneer er een lampje brandt.
Deze handelingen kunnen leiden tot beschadiging van de
beeldgegevens.
- Schud niet met de camera en stel deze niet bloot aan schokken
of stoten
- Schakel de camera niet uit en open het klepje van de
geheugenkaart of het klepje van de batterijhouder niet.
Groen: gereed voor opname
Knippert groen: bezig met opnemen/lezen/wissen/verzenden (als de
camera op een computer is aangesloten)
Oranje: gereed voor opname (flitser aan)
Knippert oranje: gereed voor opname (waarschuwing dat de camera
beweegt)
Geel:
macromodus/modus handmatig scherpstellen/modus
focusvergrendeling (AF lock)
Knippert geel: problemen bij scherpstellen (camera laat één
pieptoon horen)
Spaarstand
Opnamemodus Ongeveer drie minuten nadat er voor het laatst
een camerafunctie is gebruikt, wordt de camera
uitgeschakeld. Eén minuut* nadat er voor het
laatst een camerafunctie is gebruikt, wordt het
LCD-scherm automatisch uitgeschakeld, zelfs
als [Automatisch uit] is ingesteld op [Uit]. Druk
op een andere knop dan de aan/uit-knop of
wijzig de stand van de camera om het LCD-
scherm weer in te schakelen.
Weergavemodus
Aangesloten op een
printer
Ongeveer vijf minuten nadat er voor het laatst
een camerafunctie is gebruikt, wordt de camera
uitgeschakeld.