Operation Manual
Table Of Contents
- Belangrijkste functies
- Conventies die in deze handleiding worden gebruikt
- Inhoudsopgave
- Voorzorgsmaatregelen
- Voordat u de camera gebruikt – Overzicht van de onderdelen
- Voordat u de camera gebruikt - Basishandelingen
- Opnamen maken
- De resolutie en compressie wijzigen (foto's)
- De resolutie en de opnamesnelheid wijzigen (films)
- De digitale zoomfunctie gebruiken
- Continu-opnamen
- Briefkaart met ingesloten datum
- De zelfontspanner gebruiken
- Filmopnamen maken
- Panoramabeelden maken (Stitch Hulp)
- Programma AE
- De sluitertijd instellen
- Het diafragma instellen
- De sluitertijd en diafragmawaarde handmatig instellen
- Een AF-kader selecteren
- Opnamen maken van onderwerpen die moeilijk kunnen worden scherpgesteld (focusvergrendeling, AF Lo...
- De belichting vergrendelen (AE lock)
- De belichtingsinstelling van de flitser vergrendelen (Flitsbelichtingsvergrendeling)
- Schakelen tussen lichtmeetmethoden
- De belichtingscompensatie aanpassen
- De witbalans aanpassen
- Het foto-effect wijzigen
- Opnamen maken in een My Colors-modus
- De ISO-waarde aanpassen
- Schakelen tussen flitsinstellingen
- De flitsaanpassing compenseren/Flits- output
- De timing van de flits aanpassen
- Aangepaste instellingen opslaan
- De functie Beeldomkeren instellen
- De bestandsnummering opnieuw instellen
- Weergeven/wissen
- Afdruk-/verzendinstellingen
- Beelden weergeven op een televisie
- De camera aanpassen (Instellingen voor Mijn camera)
- Problemen oplossen
- Berichten
- Bijlagen
- Omgaan met de batterij
- De oplaadbare lithiumbatterij recyclen
- Omgaan met de geheugenkaart
- Een adapterset gebruiken (afzonderlijkverkrijgbaar)
- De afzonderlijk verkrijgbare lenzen gebruiken
- Een op een flitsschoen gemonteerde flitser gebruiken (afzonderlijk verkrijgbaar)
- Onderhoud en verzorging van de camera
- Specificaties
- INDEX
- Functies beschikbaar in elke opnamemodus
44
U kunt de sluitertijd en diafragmawaarde handmatig instellen voor
het maken van opnamen.
z Als u de ontspanknop half indrukt, wordt het verschil tussen de
standaardbelichting* en de geselecteerde belichting op het LCD-
scherm weergegeven. Als het verschil meer is dan ± 2 stappen,
wordt "–2" of "+2" rood weergegeven.
* Standaardbelichtingsniveaus worden berekend door het licht te meten
volgens de op dat moment geselecteerde meetmethode.
De sluitertijd en diafragmawaarde
handmatig instellen
Opnamemodus
z Als u de belichting wilt wijzigen, selecteert u de sluitertijd of
het diafragma met de knop en past u de waarde aan
met de knop of .
z Als de zoominstelling wordt aangepast nadat deze waarden
zijn ingesteld, wordt de diafragmawaarde mogelijk gewijzigd
op basis van de zoompositie.
z De helderheid van het LCD-scherm komt overeen met de
geselecteerde sluitertijd en diafragmawaarde.
Als u een korte sluitertijd selecteert of een onderwerp
fotografeert op een donkere locatie, is het beeld altijd helder
als de flitser is ingesteld op (Flitser aan met rode-
ogenreductie) of (Flitser aan).
zZie pagina 42 voor meer informatie over de samenhang
tussen de diafragmawaarde en de sluitertijd.