Operation Manual

93
Problemen oplossen
Het onderwerp op het opgenomen beeld is te
licht of het beeld vertoont witte strepen.
Het onderwerp is te dichtbij,
waardoor het flitslicht te fel is.
z
Zorg er bij het gebruik van de
ingebouwde flitser voor dat u de
opname maakt op de juiste afstand
van het onderwerp (p. 118).
Het onderwerp is overbelicht
omdat de omgeving te
donker is.
z
Stel de belichtingscompensatie in op een
negatieve waarde (–) (p. 54).
z
Gebruik spotmeting (p. 53).
Er schijnt te veel licht direct in
de camera of te veel licht wordt
gereflecteerd door het
onderwerp.
z
Wijzig de opnamehoek.
De flitser is ingeschakeld.
z
Stel de flitser in op (Flits uit)
(Verkorte handleiding p. 8).
Het beeld bevat ruis.
De ISO-waarde is te hoog.
z
Hogere ISO-waarden zorgen mogelijk
voor meer ruis in het beeld. Voor een
hogere beeldkwaliteit gebruikt u een
zo laag mogelijke ISO-waarde (p. 65).
z
In de modi , , , *, ,
, en in de modus
neemt de ISO-waarde toe en kan er
ruis ontstaan.
* Alleen voor de PowerShotA540
Er verschijnen witte stippen op het beeld.
Het licht van de flitser wordt
weerspiegeld door stofdeeltjes
of insecten in de lucht. Dit wordt
vooral zichtbaar als u opnamen
maakt met de groothoeklens of
als u in de modus
Diafragmavoorkeuze AE* de
diafragmawaarde verhoogt.
* Alleen op de PowerShot A540
z
Dit is een fenomeen dat optreedt bij
digitale camera's en wijst niet op een
storing of defect.