Operation Manual
91
AE-vergrendeling/belichting
U kunt de belichting vergrendelen of wijzigen met stappen van 1/3 in een bereik
van ±2 voordat u een opname maakt.
1
S
tel scherp.
●
Druk de sluiterknop half in om scherp te stellen.
2
Vergrendel de belichting.
●
Nadat u de sluiterknop hebt losgelaten,
drukt u op de knop
o
om de belichting
te vergrendelen. De belichtingsschuifbalk
verschijnt.
●
Druk nogmaals op de knop
o
om de
vergrendeling op te heffen.
3
Wijzig de belichting.
●
Kijk naar het scherm en druk op de knoppen
qr
om de helderheid in te stellen.
4
Maak de opname.
Overige opnamefuncties
De volgende functies kunnen op dezelfde manier worden gebruikt als voor foto's.
•
Nader inzoomen op het onderwerp (digitale zoom) (p. 63)
U kunt de digitale zoomfunctie tijdens het opnemen gebruiken, maar de optische
zoomfunctie kan niet worden gebruikt. Als u opnamen wilt maken met de maximale
zoomfactor, moet u voordat u opnamen maakt de optische zoomfunctie instellen
op het maximumniveau.
Het geluid van het zoomen wordt opgenomen.
•
De zelfontspanner gebruiken (p. 66)
•
Close-ups maken (macro) (p. 71)
•
Objecten op grote afstand fotograferen (oneindig) (p. 72)
•
De witbalans aanpassen (p. 76)
•
De kleurtoon van een foto wijzigen (My Colors) (p. 77)
•
Opnamen maken met de 2 seconden-zelfontspanner (p. 78)
•
Opnamen maken via een tv (p. 80)
•
Opnamen maken met de AF-vergrendeling (p. 85)
•
Het AF-hulplicht uitschakelen (p. 125)
•
De sjabloon weergeven (p. 127)
[Uitsnede] is niet beschikbaar.
•
Instellingen van de IS Modus wijzigen (p. 127)
U kunt schakelen tussen [Continu] en [Uit].