Operation Manual

15
Opmerkingen vooraf
en wettelijke informatie
Inhoudsopgave:
basishandelingen
Handleiding voor
gevorderden
Basishandelingen
van de camera
Basishandleiding
1
2
3
4
5
6
7
8
Voorblad
Smart Auto-
modus
Andere
opnamemodi
Afspeelmodus
Menu
Instellingen
Accessoires
Bijlage
Index
P-modus
Opmerkingen vooraf
en wettelijke informatie
Inhoudsopgave:
basishandelingen
Basishandelingen
van de camera
Basishandleiding
Handleiding voor
gevorderden
De geheugenkaart plaatsen
Plaats een geheugenkaart (afzonderlijk verkrijgbaar).
Denk eraan dat u, voordat u een nieuwe geheugenkaart (of een
geheugenkaart die in een ander apparaat is geformatteerd) gaat gebruiken,
de geheugenkaart met deze camera moet formatteren (=
84).
1 Controleer het schuifje voor
schrijfbeveiliging van de kaart.
Bij geheugenkaarten met een schuifje
voor schrijfbeveiliging kunt u geen
opnamen maken als het schuifje is
ingesteld op vergrendeld (omlaag).
Duw het schuifje omhoog totdat het op
niet vergrendeld staat.
2 Open het klepje.
Schuif het klepje naar buiten ( ) en open
het (
).
3 Plaats de geheugenkaart.
Plaats de geheugenkaart in de getoonde
richting totdat deze vastklikt en is
vergrendeld.
Controleer altijd of de geheugenkaart in
de juiste richting is geplaatst. Als u de
geheugenkaart in de verkeerde richting
probeert te plaatsen, kunt u de camera
beschadigen.
Etiket
4 Sluit het klepje.
Sluit het klepje ( ) en duw het lichtjes
aan terwijl u het naar binnen schuift,
totdat het vastklikt (
).
Zie “Aantal opnamen per geheugenkaart” (=
120) voor richtlijnen voor
het aantal opnamen of de opnameduur die kan worden opgeslagen op een
geheugenkaart.
De geheugenkaart verwijderen
Open het klepje en duw de
geheugenkaart naar binnen tot u een klik
hoort en laat de kaart langzaam los.
De geheugenkaart wipt nu omhoog.