Operation Manual

Druk de netwerkinstellingen af.
Netwerkinstellingen afdrukken
Controle 6
Zorg dat de printer niet te ver van het apparaat is geplaatst.
Als de afstand tussen de printer en het apparaat te groot is, kan de draadloze communicatie verslechteren.
Plaats de printer en het apparaat dicht bij elkaar.
Controle 7
Controleer of al 5 apparaten zijn verbonden.
Bij Draadloos direct kunnen maximaal 5 apparaten worden verbonden.
Kan geen verbinding maken met een printer via bedraad LAN
Controle 1
Zorg dat de printer is ingeschakeld.
Controle 2
Zorg dat de LAN-kabel correct is aangesloten.
Controleer of de printer met de LAN-kabel op de router is aangesloten. Als de LAN-kabel los zit, sluit u de
kabel goed aan.
Als de LAN-kabel is aangesloten op de WAN-zijde van de router, sluit de kabel aan op de LAN-zijde van de
router.
Voer de installatie opnieuw uit als het probleem niet is verholpen.
Voor Windows:
Voer de installatie uit met behulp van de installatie-cd-rom of vanaf de webpagina.
Voor Mac OS:
Voer de installatie uit vanaf de webpagina.
Kan niet afdrukken/scannen via een netwerk
Controle 1
Controleer of de computer is aangesloten op de draadloze router.
Raadpleeg de instructiehandleiding bij uw computer of neem contact op met de fabrikant voor meer informatie
over het controleren van de computerinstellingen of verbindingsstatus.
Controle 2
Als MP Drivers niet is geïnstalleerd, installeert u dit. (Windows)
Installeer MP Drivers met de Installatie-cd-rom of vanaf de Canon-website.
351