Operation Manual

Als een apparaat zoals een magnetron dat radiogolven van dezelfde frequentie uitzendt als een draadloze
router in de buurt staat, kant dat storingen veroorzaken. Plaats de draadloze router zo ver mogelijk van de
storingsbronnen.
Plaats apparaten op een geschikte afstand van de printer.
Controle 7
Controleer of al 5 apparaten zijn verbonden.
Bij Draadloos direct kunnen maximaal 5 apparaten worden verbonden.
Kan niet communiceren met de printer via bedraad LAN
Controle 1
Zorg dat de printer is ingeschakeld.
Controle 2
Zorg dat de LAN-kabel correct is aangesloten.
Controleer of de printer met de LAN-kabel op de router is aangesloten. Als de LAN-kabel los zit, sluit u de
kabel goed aan.
Als de LAN-kabel is aangesloten op de WAN-zijde van de router, sluit de kabel aan op de LAN-zijde van de
router.
Voer de installatie opnieuw uit als het probleem niet is verholpen.
Voor Windows:
Voer de installatie uit met behulp van de installatie-cd-rom of vanaf de webpagina.
Voor Mac OS:
Voer de installatie uit vanaf de webpagina.
U kunt niet afdrukken of scannen vanaf een computer die op het
netwerk is aangesloten
Controle 1
Controleer of de computer is aangesloten op de draadloze router.
Raadpleeg de instructiehandleiding bij uw computer of neem contact op met de fabrikant voor meer informatie
over het controleren van de computerinstellingen of verbindingsstatus.
Controle 2
Als MP Drivers niet is geïnstalleerd, installeert u dit. (Windows)
Installeer MP Drivers met de Installatie-cd-rom of vanaf de Canon-website.
419