Operation Manual
• Controleer de instelling van de draadloze router.
De printer en de draadloze router moeten zijn verbonden op een bandbreedte van 2,4 GHz. Zorg dat
de draadloze router voor de bestemming van de printer is geconfigureerd voor gebruik van de
bandbreedte van 2,4 GHz.
Belangrijk
• Let op: voor sommige draadloze routers worden netwerknamen (SSID's) op het laatste
alfanumerieke teken onderscheiden volgens de bandbreedte (2,4 GHz of 5 GHz) of doel (voor
computer of gameapparaat).
Controleer de netwerknaam (SSID) van de draadloze router voor de printer op het aanraakscherm.
Selecteer (het pictogram Instellingen (Setup)), Apparaatinstellingen (Device settings),
LAN-instellingen (LAN settings) en Wi-Fi, en schakel vervolgens Netwerknaam (SSID) (Network
name (SSID)) in.
Opmerking
• U kunt Netwerknaam (SSID) (Network name (SSID)) ook inschakelen door het pictogram
linksonder te selecteren en Wi-Fi te selecteren.
Raadpleeg de instructiehandleiding bij de draadloze router of neem contact op met de fabrikant voor
meer informatie.
Nadat u de bovenstaande maatregelen hebt getroffen, klikt u op Opnieuw detecteren (Redetect) in het
scherm Printerinstellingen controleren (Check Printer Settings) om de printer opnieuw te detecteren.
Als de printer wordt gevonden, volgt u de aanwijzingen op het scherm om door te gaan met het instellen
van de netwerkcommunicatie.
Als de printer niet kan worden gedetecteerd, heeft de printer geen verbinding met de draadloze router.
Verbind de printer met de draadloze router.
Nadat de printer met de draadloze router is verbonden, configureert u de netwerkcommunicatie vanaf het
begin.
Als wordt weergegeven:
Kan de printer niet vinden in het scherm Printerinstellingen controleren tijdens de instelling van Wi-Fi
(Windows) - Het IP-adres van de printer controleren
372