Operation Manual

Controle 2
Als MAC-adressen of IP-adressen worden gefilterd op de draadloze router,
controleert u of het MAC-adres of IP-adres van de computer, het netwerkapparaat en de
printer is geregistreerd.
Controle 3
Als u gebruikmaakt van een WPA/WPA2- of WEP-sleutel, moet u ervoor
zorgen dat de coderingssleutel voor de computer, het netwerkapparaat en de printer
overeenkomt met de sleutel die is ingesteld voor de draadloze router.
Naast de WEP-sleutel zelf moeten ook de lengte en indeling van de sleutel, de sleutel-ID en de
verificatiemethode voor de printer, de draadloze router en de computer overeenkomen.
Raadpleeg Een coderingssleutel instellen voor meer informatie.
Kan niet communiceren met de printer nadat het coderingstype op de
draadloze router is gewijzigd terwijl codering is ingeschakeld
Als u het coderingstype van de printer verandert en deze vervolgens niet kan communiceren met de
computer, controleert u of het coderingstype van de computer en de draadloze router overeenkomt met
het type dat is ingesteld op de printer.
Kan niet communiceren met de printer nadat MAC-/IP-adresfiltering of een coderingssleutel op de
draadloze router is ingeschakeld
212