Operation Manual

Papier wordt niet correct ingevoerd/Fout vanwege 'geen papier'
Controle 1
Zorg dat er papier is geplaatst.
Papier plaatsen
Controle 2
Let op het volgende wanneer u papier plaatst.
Als u twee of meer vellen papier plaatst, moet u de vellen precies op elkaar leggen voordat u het papier
plaatst.
Als u twee of meer vellen papier plaatst, moet u ervoor zorgen dat de stapel papier de maximumcapaciteit
van het apparaat niet overschrijdt.
Bij de maximumcapaciteit wordt het papier echter mogelijk niet correct ingevoerd, afhankelijk van de
papiersoort of de omgevingsomstandigheden (zeer hoge of lage temperaturen en luchtvochtigheid). Plaats
in dergelijke gevallen per keer minder papier dan de helft van de maximumcapaciteit.
Plaats het papier altijd in de lengterichting, ongeacht de afdrukrichting.
Wanneer u het papier plaatst, plaatst u het papier met de afdrukzijde naar BOVEN. Lijn de stapel papier uit
tegen de rechterzijde van de achterste lade en schuif de papiergeleider net tegen de linkerrand van de
stapel aan.
Papier plaatsen
Controle 3
Is het papier dik of gekruld?
Niet-ondersteunde mediumtypen
Controle 4
Zorg dat de instellingen voor het mediumtype en het papierformaat
overeenkomen met het geplaatste papier.
Controle 5
Controleer of zich geen vreemde voorwerpen in de achterste lade bevinden.
Zie Lijst met ondersteuningscodes voor fouten (papierstoringen) om het papier te verwijderen als het papier in de
achterste lade scheurt.
284