Operation Manual

selecteren waarmee u verbinding wilt maken.
Dialoogvenster Zoeken
Opmerking
A
ls de Canon IJ Network Tool wordt utgevoerd via een LAN, wordt de knop uitgegrijsd e
n
kan deze niet worden geselecteerd. Sluit de printer en de computer tijdelijk aan met een
USB-kabel om de instellingen te wijzigen.
4.
Coderingsmethode (Encryption Method)
Hiermee kunt u de coderingsmethode selecteren die wordt gebruikt op het draadloos LAN.
Belangrijk
A
ls de coderingstypen van het toegangspunt, printer of de computer niet overeenkomen,
kan de printer niet communiceren met de computer. Als de printer niet kan communiceren
met de computer nadat het coderingstype van de printer is gewijzigd, zorgt u dat de
coderingstypen voor de computer en het toegangspunt overeenkomen met die van de
printer.
Een WEP-/WPA-/WPA2-sleutel instellen
A
ls u verbinding maakt met een netwerk dat niet wordt beschermd met
beveiligingsmaatregelen, is er een risico aanwezig dat gegevens, zoals uw persoonlijke
informatie, getoond worden aan derden.
Niet gebruiken (Do not use)
Selecteer deze optie als u codering wilt uitschakelen.
WEP gebruiken (Use WEP)
Verzending wordt gecodeerd met een WEP-sleutel die u hebt opgegeven.
A
ls er geen WEP-sleutel is ingesteld, wordt het dialoogvenster WEP-details (WEP Details)
automatisch weergegeven. Als u de eerder ingesteld WEP-instellingen wilt wijzigen, klikt u op
Configuratie (Configuration) om het dialoogvenster weer te geven.
Dialoogvenster WEP-details
WPA gebruiken (Use WPA)/WPA2 gebruiken (Use WPA2)
Verzending wordt gecodeerd met een WPA- of WPA2-sleutel die u hebt opgegeven
.
De beveiliging is strenger dan met WEP.
A
ls er geen WPA- of WPA2-sleutel is ingesteld, wordt automatisch het dialoogvenster
Bevestiging verificatietype (Authentication Type Confirmation) weergegeven. Als u de eerder
ingestelde WPA- of WPA2-instellingen wilt wijzigen, klikt u op Configuratie (Configuration) om
het dialoogvenster WPA-details (WPA Details) of WPA2-details (WPA2 Details) weer te geven.
WPA- of gedetailleerde WPA2-instellingen wijzigen
5.
Configuratie (Configuration)
Het dialoogvenster met gedetailleerd instellingen wordt weergegeven. De WEP-, WPA- of WPA2
-sleutel die is geselecteerd bij Coderingsmethode (Encryption Method) kan worden
gecontroleerd en gewijzigd.
Meer informatie over de WEP-instelling:
Dialoogvenster WEP-details
Meer informatie over de WPA -of WPA2-instelling:
WPA- of gedetailleerde WPA2-instellingen wijzigen
6.
TCP/IP instellen (TCP/IP Setup)
Hiermee kunt u het IP-adres instellen van de printer dat moet worden gebruikt op het LAN. Voer
een waarde in die geschikt is voor uw netwerkomgeving.
IP-adres automatisch ophalen (Get IP address automatically)
Selecteer deze optie als u een IP-adres wilt gebruiken dat automatisch wordt toegewezen door
een DHCP-server. DHCP-serverfunctionaliteit moet zijn ingeschakeld op uw draadloze LAN-
router of toegangspunt.
Volgende IP-adres gebruiken (Use next IP address)
A
ls er geen DHCP-serverfunctionaliteit beschikbaar is in uw installatie als u de printer gebruikt
of als u een bepaald IP-adres gebruikt, selecteert u deze optie om een vastgesteld IP-adres te
gebruiken.
Dialoogvenster Zoeken (Search)
Pagina 993 van 1043 pagina'sInstellingen wijzigen op het tabblad Draadloos LAN