Operation Manual

Selecteer 1 bij Sleutel-id: (Key ID:). Doet u dat niet, dan kan de computer niet met het
apparaat communiceren via het toegangspunt.
Wanneer u WPA of WPA2 gebruikt
De verificatiemethode, het wachtwoord en het dynamische coderingstype van het toegangspunt, het
apparaat en de computer moeten overeenkomen.
Voer de wachtwoordzin in die geconfigureerd is voor het toegangspunt (een reeks van 8 tot 63
alfanumerieke tekens, of een hexadecimaal nummer van 64 tekens).
Selecteer TKIP (basiscodering) (TKIP (Basic Encryption)) of AES (veilige codering) (AES
(Secure Encryption)) voor de dynamische coderingsmethode.
Zie WPA- of gedetailleerde WPA2-instellingen wijzigen voor meer informatie.
Opmerking
Dit apparaat ondersteunt WPA-PSK (WPA-Persoonlijk) en WPA2-PSK (WPA2-Persoonlijk).
635