Operation Manual

Bij selectie van IP-adres (IP address)
U geeft computers of netwerkapparaten die toegang hebben op via hun IP-adres. Voor computers of
netwerkapparaten waarvan het IP-adres in de lijst staat, is toegang toegestaan.
1.
Toegangsbeheer printer inschakelen (IP-adres) (Enable printer access control(IP
address))
Selecteer deze optie om toegangsbeheer tot de printer via het IP-adres in te schakelen.
Opmerking
De twee soorten toegangsbeheer (via het MAC-adres of via het IP-adres) kunnen
tegelijkertijd worden ingeschakeld.
Een type toegangsbeheer is ingeschakeld als het selectievakje Toegangsbeheer printer
inschakelen is geselecteerd, ongeacht het type dat momenteel wordt weergegeven als u
Type toegangsbeheer printer: (Printer Access Control Type:) selecteert.
Als beide soorten toegangsbeheer tegelijk zijn ingeschakeld, heeft een computer of
netwerkapparaat waarvan het adres in een van beide lijsten is geregistreerd toegang tot de
printer.
2. Toegankelijke IP-adressen: (Accessible IP Addresses:)
Hier worden de geregistreerde IP-adressen en eventuele opmerkingen weergegeven.
3.
Bewerken... (Edit...)
Het venster Toegankelijk IP-adres bewerken (Edit Accessible IP Address) wordt
weergegeven, zodat u de geselecteerde instellingen in Toegankelijke IP-adressen:
(Accessible IP Addresses:) kunt bewerken.
Venster Toegankelijk IP-adres bewerken/Toegankelijk IP-adres toevoegen
4.
Toevoegen... (Add...)
In het venster Toegankelijk IP-adres toevoegen (Add Accessible IP Address) dat wordt
weergegeven kunt u het IP-adres registreren van een computer of een netwerkapparaat dat via
het netwerk toegang heeft tot de printer.
Belangrijk
Voeg het IP-adres toe van alle computers of netwerkapparaten in het netwerk die u
toegang wilt geven tot de printer. De printer is niet toegankelijk vanaf computers of
netwerkapparaten die niet in de lijst staan.
U kunt maximaal 16 IP-adressen registreren. IP-adressen die als een bereik worden
opgegeven, tellen als één adres. Gebruik Specificatie bereik als u 17 of meer IP-adressen
wilt registreren.
5.
Verwijderen (Delete)