MX450 series Online handleiding Afdrukken Kopiëren Nederlands (Dutch)
Afdrukken Afdrukken vanaf een computer Afdrukken met een toepassing die u gebruikt (printerstuurprogramma) Afdrukken met het bedieningspaneel van het apparaat Sjabloonformulieren zoals gelinieerd papier of grafiekpapier afdrukken Afdrukken vanaf een Bluetooth-compatibel apparaat Afdrukken vanaf een mobiele telefoon via Bluetooth-communicatie Over Bluetooth-communicatie Voorzorgsmaatregelen voor transport Voorbereiding op het gebruik van de Bluetooth-eenheid Gegevens afdrukken via Bluetooth-communicatie Basi
Afdrukken vanaf een computer Afdrukken met een toepassing die u gebruikt (printerstuurprogramma)
Afdrukken met het bedieningspaneel van het apparaat Sjabloonformulieren zoals gelinieerd papier of grafiekpapier afdrukken
Over Bluetooth-communicatie Voorzorgsmaatregelen voor transport Voorbereiding op het gebruik van de Bluetooth-eenheid Gegevens afdrukken via Bluetooth-communicatie Basisprocedure voor afdrukken via Bluetooth-communicatie Bluetooth-instellingen Specificaties
Kopiëren Kopieën maken Basis Items instellen Kopieën verkleinen of vergroten Over het menu Speciale kopie Twee pagina’s kopiëren op één pagina Vier pagina’s kopiëren op één pagina Dikke originelen, zoals boeken, kopiëren Kopiëren zonder marges Gesorteerd kopiëren
Afdrukken met een toepassing die u gebruikt (printerstuurprogramma) Afdrukken met de basisinstellingen Basis Verschillende afdrukmethoden De afdrukkwaliteit wijzigen en afbeeldingsgegevens corrigeren Overzicht van het printerstuurprogramma MP Drivers bijwerken
Afdrukken met de basisinstellingen In dit gedeelte wordt een eenvoudige procedure voor het opgeven van de instellingen op het tabblad Snel instellen (Quick Setup) beschreven. Hiermee kunt u afdrukken op een manier die geschikt is voor het apparaat. Zie 'Tabblad Snel instellen' voor meer informatie over het tabblad Snel instellen (Quick Setup). 1. Controleer of het apparaat is ingeschakeld Controleer of de printer is ingeschakeld 2. Plaats papier in het apparaat Papier plaatsen 3.
Belangrijk De beschikbare instellingen voor de afdrukkwaliteit zijn afhankelijk van het afdrukprofiel. 6. Voltooi de configuratie Klik op OK. Wanneer u het document afdrukt, worden de gewenste instellingen voor het document gebruikt.
Tabblad Snel instellen Op het tabblad Snel instellen (Quick Setup) worden veelgebruikte afdrukinstellingen geregistreerd. Wanneer u een geregistreerde instelling selecteert, worden de vooraf ingestelde waarden automatisch toegepast op het apparaat.
Het mediumtype instellen met het printerstuurprogramma Wanneer u dit apparaat gebruikt, krijgt u het beste afdrukresultaat wanneer u een mediumtype selecteert dat overeenkomt met het soort afdruk. U kunt de volgende mediatypen gebruiken met dit apparaat.
Verschillende afdrukmethoden Een Paginaformaat en Afdrukstand opgeven Instellingen voor aantal en afdrukvolgorde opgeven De nietmarge instellen Afdrukken zonder marges starten Passend op papier afdrukken Afdrukken op schaal Pagina-indeling afdrukken Tegels/poster afdrukken Boekje afdrukken Dubbelzijdig afdrukken Stempel/achtergrond afdrukken Een stempel registreren Afbeeldingsgegevens registreren die u als achtergrond wilt gebruiken Instellingen voor het afdrukken van enveloppen Afdrukken op briefkaarten Af
Een Paginaformaat en Afdrukstand opgeven Het papierformaat en de afdrukstand worden in principe bepaald door de toepassing. Als de instellingen voor Paginaformaat (Page Size) en Afdrukstand (Orientation) op het tabblad Pagina-instelling (Page Setup) hetzelfde zijn als de instellingen in de toepassing, hoeft u deze niet te wijzigen op het tabblad Pagina-instelling (Page Setup).
Instellingen voor aantal en afdrukvolgorde opgeven U geeft als volgt het aantal afdrukken en de afdrukvolgorde op: U kunt ook het aantal exemplaren instellen op het tabblad Snel instellen (Quick Setup). 1. Open het eigenschappenvenster van het printerstuurprogramma 2. Geef het aantal exemplaren op dat u wilt afdrukken Geef bij Aantal (Copies) op het tabblad Pagina-instelling (Page Setup) het aantal af te drukken exemplaren op. 3.
• Vanaf de laatste pagina afdrukken (Print from Last Page): / Sorteren (Collate): 4. Voltooi de configuratie Klik op OK. Het opgegeven aantal exemplaren wordt in de gekozen volgorde afgedrukt. Belangrijk Als de toepassing waarmee het document is gemaakt dezelfde functie heeft, geeft u de instellingen op in het printerstuurprogramma. Als de afdrukresultaten echter niet naar wens zijn, geeft u de functieinstellingen op in de toepassing.
De nietmarge instellen De procedure voor het instellen van de nietzijde en de breedte van de marge is als volgt: 1. Open het eigenschappenvenster van het printerstuurprogramma 2. Geef op aan welke zijde de nietjes moeten komen Controleer de positie van de nietmarge met Nietmarge (Stapling Side) op het tabblad Paginainstelling (Page Setup). De printer selecteert automatisch de beste nietpositie op basis van de instellingen voor Afdrukstand (Orientation) en Pagina-indeling (Page Layout).
Opmerking Het afdrukgebied wordt automatisch door de printer verkleind, afhankelijk van de positie van de nietmarge. 4. Voltooi de configuratie Klik op OK op het tabblad Pagina-instelling (Page Setup). Wanneer u een document afdrukt, worden de opgegeven nietzijde en breedte van de marge toegepast. Belangrijk Nietmarge (Stapling Side) en Marge instellen... (Specify Margin...
Afdrukken zonder marges starten Met de functie voor afdrukken zonder marges kunt u gegevens randloos afdrukken door de gegevens te vergroten, zodat ze net buiten de randen van het papier vallen. Standaard blijven de randen rondom het document leeg. Wanneer u echter de functie voor afdrukken zonder marges gebruikt, wordt het document zonder marges afgedrukt. Als u gegevens, zoals een foto, zonder lege rand eromheen wilt afdrukken, kiest u Afdrukken zonder marges.
Controleer de lijst Paginaformaat (Page Size). Als u het papierformaat wilt wijzigen, selecteert u een ander formaat in de lijst. In de lijst worden alleen formaten weergegeven die kunnen worden gebruikt voor afdrukken zonder marge. 4. Pas de hoeveelheid uitbreiding van het papier aan Pas indien nodig met de schuifregelaar Hoeveelheid uitbreiding (Amount of Extension) de hoeveelheid uitbreiding aan.
Als u Afdrukvoorbeeld (Preview before printing) selecteert op het tabblad Afdruk (Main), kunt u controleren of u zonder marges wilt afdrukken voordat daadwerkelijk wordt afgedrukt.
Passend op papier afdrukken De procedure voor het afdrukken van een document dat automatisch is verkleind of vergroot in overeenstemming met het paginaformaat, is als volgt: 1. Open het eigenschappenvenster van het printerstuurprogramma 2. Stel Passend op papier in Selecteer Passend op papier (Fit-to-Page) in de lijst Pagina-indeling (Page Layout) op het tabblad Pagina-instelling (Page Setup). 3.
5. Voltooi de configuratie Klik op OK. Het document wordt bij het afdrukken vergroot of verkleind, zodat dit op het paginaformaat past.
Afdrukken op schaal De procedure voor het afdrukken van een document met pagina's die zijn vergroot of verkleind is als volgt: 1. Open het eigenschappenvenster van het printerstuurprogramma 2. Stel afdrukken op schaal in Selecteer Op schaal (Scaled) in de lijst Pagina-indeling (Page Layout) op het tabblad Paginainstelling (Page Setup). 3. Selecteer het papierformaat van het document Geef bij Paginaformaat (Page Size) het paginaformaat op dat in de toepassing is ingesteld. 4.
• Geef een schaalfactor op Typ een waarde in het vak Schaling (Scaling). De huidige instellingen worden weergegeven in het instellingenvoorbeeld aan de linkerkant van het printerstuurprogramma. 5. Voltooi de configuratie Klik op OK. De afbeelding wordt met de opgegeven schaal afgedrukt. Belangrijk Als de toepassing waarin u het origineel hebt gemaakt een functie heeft voor afdrukken op schaal, geeft u de instelling in deze toepassing op.
Pagina-indeling afdrukken U kunt met de functie voor het afdrukken van een pagina-indeling meer dan een paginabeeld op een enkel vel papier afdrukken. De procedure voor het afdrukken van een pagina-indeling is als volgt: 1. Open het eigenschappenvenster van het printerstuurprogramma 2. Stel Pagina-indeling afdrukken in Selecteer Pagina-indeling (Page Layout) in de lijst Pagina-indeling (Page Layout) op het tabblad Pagina-instelling (Page Setup).
Pagina's (Pages) Als u het aantal pagina’s dat op één vel moet worden afgedrukt wilt wijzigen, selecteert u het gewenste aantal pagina's in de lijst. Paginavolgorde (Page Order) Selecteer een methode in de lijst om de volgorde van de pagina's te wijzigen. Paginarand (Page Border) Schakel dit selectievakje in als u een paginarand rond elke documentpagina wilt afdrukken. 5. Voltooi de configuratie Klik op OK op het tabblad Pagina-instelling (Page Setup).
Tegels/poster afdrukken Met deze functie kunt u de afbeeldingsgegevens vergroten, over meerdere pagina's verdelen en deze pagina's op afzonderlijke vellen papier afdrukken. U kunt de pagina's ook aan elkaar plakken zodat ze één grote afdruk vormen, zoals die van een poster. De procedure voor het afdrukken van tegels/poster is als volgt: Instellingen opgeven voor tegels/poster afdrukken 1. Open het eigenschappenvenster van het printerstuurprogramma 2.
4. Stel het aantal af te drukken beeldscheidingen en het aantal af te drukken pagina's in Klik zo nodig op Opgeven... (Specify...), geef de volgende instellingen op in het dialoogvenster Tegels/poster afdrukken (Tiling/Poster Printing) en klik op OK. Beeldscheidingen (Image Divisions) Selecteer het aantal scheidingen (verticaal x horizontaal). Naarmate het aantal delingen toeneemt, neemt het aantal vellen dat gebruikt wordt om af te drukken toe.
Opmerking U kunt de pagina's weer weergeven door er nogmaals op te klikken. Klik met de rechtermuisknop op het instellingenvoorbeeld om Alle pagina's afdrukken (Print all pages) of Alle pagina's verwijderen (Delete all pages) te selecteren. 2. Voltooi de configuratie Klik op OK wanneer u de gewenste pagina's hebt geselecteerd. Alleen de opgegeven pagina's worden afgedrukt. Belangrijk Omdat het document wordt vergroot bij het afdrukken van tegels/posters, kan het resultaat korrelig zijn.
Boekje afdrukken Met de functie voor boekjes kunt u afbeeldingsgegevens voor een boekje afdrukken. De gegevens worden afgedrukt op beide zijden van het papier. Bij dit afdruktype wordt ervoor gezorgd dat de pagina's in de juiste volgorde liggen (op paginanummer) wanneer het papier in het midden wordt gevouwen en geniet. De procedure voor het afdrukken van een boekje is als volgt: 1. Open het eigenschappenvenster van het printerstuurprogramma 2.
Nietmarge (Margin for stapling) Selecteer aan welke zijde de nietmarge moet komen wanneer het boekje wordt voltooid. Lege pagina invoegen (Insert blank page) Als u één bladzijde leeg wilt laten, schakelt u het selectievakje in en selecteert u de pagina die u leeg wilt laten. Marge (Margin) Voer de breedte van de marge in. De opgegeven breedte vanaf het midden van de pagina wordt de nietmarge voor één pagina.
Dubbelzijdig afdrukken De procedure voor het afdrukken van gegevens op beide zijden van een vel papier is als volgt: U kunt dubbelzijdig afdrukken ook instellen bij Extra functies (Additional Features) op het tabblad Snel instellen (Quick Setup). 1. Open het eigenschappenvenster van het printerstuurprogramma 2. Stel dubbelzijdig afdrukken in Schakel het selectievakje Dubbelzijdig afdrukken (Handmatig) (Duplex Printing (Manual)) op het tabblad Pagina-instelling (Page Setup) in. 3.
6. Voltooi de configuratie Klik op OK op het tabblad Pagina-instelling (Page Setup). Wanneer u het document afdrukt, wordt dit eerst afgedrukt op één zijde van een vel papier. Nadat één zijde is bedrukt, plaatst u het papier opnieuw, zoals in het bericht wordt weergegeven. Klik vervolgens op Afdrukken starten (Start Printing) om op de andere kant af te drukken.
Stempel/achtergrond afdrukken De functie Stempel (Stamp) of Achtergrond (Background) is mogelijk niet beschikbaar als een bepaald printerstuurprogramma of besturingssysteem wordt gebruikt. Met de functie Stempel (Stamp) kunt u een stempel bestaande uit tekst of een bitmap over of achter de documentgegevens afdrukken. Verder kunt u hiermee de datum, tijd en gebruikersnaam afdrukken. Met de functie Achtergrond (Background) kunt u een lichte illustratie achter de documentgegevens afdrukken.
3. Selecteer een stempel Schakel het selectievakje Stempel (Stamp) in en selecteer de gewenste stempel in de lijst. De huidige instellingen worden weergegeven in het instellingenvoorbeeld links op het tabblad Paginainstelling (Page Setup). 4. Stel de stempelinstellingen in Geef desgewenst de volgende instellingen op en klik op OK. De knop Stempel definiëren... (Define Stamp...) Klik op deze knop als u de tekst, bitmap of positie van de stempel wilt wijzigen (raadpleeg 'Een stempel registreren').
Achtergrond alleen op eerste pagina (Background first page only) Schakel dit selectievakje in als u de achtergrond alleen op de eerste pagina wilt afdrukken. 5. Voltooi de configuratie Klik op OK op het tabblad Pagina-instelling (Page Setup). Wanneer u de gegevens afdrukt, worden deze met de opgegeven achtergrond afgedrukt. Belangrijk Als Zonder marges (Borderless) is geselecteerd, is de knop Stempel/Achtergrond... (Stamp/ Background...) (Stempel... (Stamp...)) niet beschikbaar voor selectie.
Een stempel registreren Deze functie is mogelijk niet beschikbaar als een bepaald printerstuurprogramma of besturingssysteem wordt gebruikt. U kunt een nieuwe stempel maken en registreren. U kunt ook bepaalde instellingen van een bestaande stempel wijzigen en opnieuw registreren. Stempels die u niet meer nodig hebt, kunt u op elk gewenst moment verwijderen. De procedure voor het opslaan van een nieuwe stempel is als volgt: Een nieuwe stempel registreren 1.
3. Klik op Stempel definiëren... (Define Stamp...) Het dialoogvenster Stempelinstellingen (Stamp Settings) wordt geopend. 4. Configureer de stempel terwijl u het effect in het voorbeeldvenster bekijkt • Tabblad Stempel (Stamp) Selecteer de gewenste Tekst (Text), Bitmap of Datum/tijd/gebruikersnaam (Date/Time/User Name) voor Stempeltype (Stamp Type). • Als u Tekst (Text) registreert, moeten de tekens al zijn ingevoerd in Stempeltekst (Stamp Text).
Klik op de tab Instellingen opslaan (Save settings), typ een naam in het vak Naam (Title) en klik vervolgens op Opslaan (Save). Klik op OK in het bevestigingsbericht. Opmerking Spaties, tabs en regeleinden kunnen niet aan het begin of einde van een titel worden ingevoerd. 6. Voltooi de configuratie Klik op OK. Het dialoogvenster Stempel/Achtergrond (Stamp/Background) (Stempel (Stamp)) wordt opnieuw geopend. De geregistreerde naam wordt weergegeven in de lijst Stempel (Stamp).
Afbeeldingsgegevens registreren die u als achtergrond wilt gebruiken Deze functie is mogelijk niet beschikbaar als een bepaald printerstuurprogramma of besturingssysteem wordt gebruikt. U kunt een bitmapbestand (.bmp) selecteren en als een nieuwe achtergrond registreren. U kunt ook bepaalde instellingen van een bestaande achtergrond wijzigen en registreren. Achtergronden die u niet meer nodig hebt, kunt u verwijderen.
Bij het XPS-printerstuurprogramma is de knop Stempel/Achtergrond... (Stamp/Background...) vervangen door de knop Stempel... (Stamp...) en is de knop Achtergrond (Background) niet beschikbaar. 3. Klik op Achtergrond selecteren... (Select Background...) Het dialoogvenster Achtergrondinstellingen (Background Settings) wordt geopend. 4. Selecteer de afbeeldingsgegevens die u wilt opslaan op de achtergrond Klik op Bestand selecteren... (Select File...). Selecteer het gewenste bitmapbestand (.
Klik op Achtergrond (Background) in het dialoogvenster Stempel/Achtergrond (Stamp/ Background). Vervolgens selecteert u in de lijst de naam van de achtergrond die u wilt wijzigen. 2. Klik op Achtergrond selecteren... (Select Background...) Het dialoogvenster Achtergrondinstellingen (Background Settings) wordt geopend. 3. Stel alle items in op het tabblad Achtergrond (Background) terwijl u het voorbeeldvenster bekijkt 4.
Instellingen voor het afdrukken van enveloppen Vervang bij het lezen van deze informatie 'Canon IJ-statusmonitor' door 'Canon IJ XPS-statusmonitor' als u het XPS-printerstuurprogramma gebruikt. Raadpleeg 'Papier plaatsen' voor meer informatie over het plaatsen van enveloppen in het apparaat. De procedure voor het afdrukken op enveloppen is als volgt: 1. Open het eigenschappenvenster van het printerstuurprogramma 2.
Klik op OK. Wanneer u de afdruk uitvoert, worden de gegevens afgedrukt op de envelop. Belangrijk Wanneer u de afdruk op de envelop uitvoert, worden ondersteunende berichten weergegeven. Als u de berichten wilt verbergen, schakelt u het selectievakje Dit bericht niet meer weergeven (Do not show this message again) in. Als u de berichten opnieuw wilt weergeven, klikt u op de knop Printerstatus weergeven... (View Printer Status...) op het tabblad Onderhoud (Maintenance) en start u de Canon IJ-statusmonitor.
Afdrukken op briefkaarten Raadpleeg 'Papier plaatsen' voor meer informatie over het plaatsen van briefkaarten in het apparaat. In dit gedeelte wordt beschreven hoe u een briefkaart afdrukt. 1. Open het eigenschappenvenster van het printerstuurprogramma 2. Selecteer veelgebruikte instellingen Geef het tabblad Snel instellen (Quick Setup) weer en selecteer Standaard (Standard) voor Veelgebruikte instellingen (Commonly Used Settings). 3.
Afdrukresultaten weergeven vóór het afdrukken Vervang bij het lezen van deze informatie 'Canon IJ-afdrukvoorbeeld' door 'Canon IJ XPS-afdrukvoorbeeld' als u het XPS-printerstuurprogramma gebruikt. U kunt de afdrukresultaten vóór het afdrukken bekijken en controleren. De procedure voor het bekijken van een afdrukvoorbeeld is als volgt: U kunt de weergave van het afdrukresultaat ook instellen op het tabblad Snel instellen (Quick Setup). 1. Open het eigenschappenvenster van het printerstuurprogramma 2.
Papierformaat instellen (aangepast formaat) U kunt de hoogte en breedte van het papier opgeven als u het formaat niet kunt selecteren bij Paginaformaat (Page Size). Een dergelijk papierformaat wordt een 'aangepast formaat' genoemd. De procedure voor het opgeven van een aangepast papierformaat is als volgt: U kunt een aangepast formaat ook instellen bij Papierformaat printer (Printer Paper Size) op het tabblad Snel instellen (Quick Setup). 1.
4. Stel het aangepaste papierformaat in Geef de Eenheden (Units) op en voer de Breedte (Width) en Hoogte (Height) van het te gebruiken papier in. Klik vervolgens op OK. 5. Voltooi de configuratie Klik op OK op het tabblad Pagina-instelling (Page Setup). Wanneer u de gegevens afdrukt, worden deze met het opgegeven papierformaat afgedrukt.
Het afdrukdocument bewerken of opnieuw afdrukken vanuit de afdrukgeschiedenis Deze functie is niet beschikbaar als het standaard IJ-printerstuurprogramma wordt gebruikt. In het Canon IJ XPS-voorbeeldvenster kunt u het afdrukdocument bewerken of de afdrukgeschiedenis van het document weergeven om het opnieuw af te drukken.
Een afdrukdocument bewerken en afdrukken Als u meerdere documenten of pagina’s wilt afdrukken, kunt u documenten combineren, de afdrukvolgorde van de documenten of pagina’s wijzigen, en documenten of pagina's verwijderen. 1. Open het eigenschappenvenster van het printerstuurprogramma 2. Stel het voorbeeld in Schakel het selectievakje Afdrukvoorbeeld (Preview before printing) in op het tabblad Afdruk (Main). 3. Voltooi de configuratie Klik op OK.
Na het bewerken van de afdrukdocumenten of afdrukpagina’s, kunt u desgewenst de afdrukinstellingen wijzigen op het tabblad Pagina-informatie (Page Information), Indeling (Layout) of Handmatige kleuraanpassing (Manual Color Adjustment). Belangrijk Als u de documenten in de lijst wilt weergeven, opent u het voorbeeldvenster en voert u de afdruktaak opnieuw uit.
De afdrukkwaliteit wijzigen en afbeeldingsgegevens corrigeren Tabblad Afdruk De Afdrukkwaliteit instellen (Aangepast) Een kleurendocument monochroom afdrukken Kleurcorrectie opgeven Een optimale foto van afbeeldingsgegevens afdrukken De kleuren aanpassen met het printerstuurprogramma Afdrukken met ICC-profielen De kleurbalans aanpassen Kleurbalans aanpassen met voorbeeldpatronen (printerstuurprogramma) De helderheid aanpassen De intensiteit aanpassen Het contrast aanpassen Intensiteit/contrast aanpassen met
Tabblad Afdruk Op het tabblad Afdruk (Main) kunt u basisafdrukinstellingen opgeven, zoals de afdrukkwaliteit en kleuraanpassingen.
De Afdrukkwaliteit instellen (Aangepast) U kunt de afdrukkwaliteit instellen via Aangepast (Custom). De procedure voor het instellen van een afdrukkwaliteit is als volgt: 1. Open het eigenschappenvenster van het printerstuurprogramma 2. Selecteer de afdrukkwaliteit Selecteer op het tabblad Afdruk (Main) de optie Aangepast (Custom) voor Afdrukkwaliteit (Print Quality) en klik op Instellen... (Set...). Het dialoogvenster Aangepast (Custom) wordt geopend. 3.
Verwante onderwerpen Kleurcorrectie opgeven De kleurbalans aanpassen De helderheid aanpassen De intensiteit aanpassen Het contrast aanpassen
Een kleurendocument monochroom afdrukken De procedure voor het monochroom afdrukken van een kleurendocument is als volgt: U kunt afdrukken in grijstinten instellen ook bij Extra functies (Additional Features) op het tabblad Snel instellen (Quick Setup). 1. Open het eigenschappenvenster van het printerstuurprogramma 2. Stel afdrukken in grijstinten in Schakel het selectievakje Afdrukken in grijstinten (Grayscale Printing) op het tabblad Afdruk (Main) in. 3. Voltooi de configuratie Klik op OK.
Bij Afdrukken in grijstinten (Grayscale Printing) kan zowel kleureninkt als zwarte inkt worden gebruikt.
Kleurcorrectie opgeven U kunt de methode voor kleurcorrectie aanpassen aan het type document dat u wilt afdrukken. Normaal gesproken worden de kleuren aangepast met behulp van Canon Digital Photo Color, zodat de gegevens worden afgedrukt met kleurtinten waaraan de meeste mensen de voorkeur geven. Deze methode is geschikt voor het afdrukken van sRGB-gegevens.
Driververgelijking (Driver Matching) Met Canon Digital Photo Color kunt u sRGB-gegevens afdrukken met kleurtinten waaraan de meeste mensen de voorkeur geven. ICM (ICC-profielvergelijking (ICC Profile Matching)) Past de kleuren aan volgens een ICC-profiel tijdens het afdrukken. Geef op welk invoerprofiel moet worden gebruikt. Geen (None) Er wordt geen kleurcorrectie uitgevoerd door het printerbesturingsbestand.
Een optimale foto van afbeeldingsgegevens afdrukken Wanneer mensen foto's afdrukken die met een digitale camera zijn gemaakt, krijgen zij soms het gevoel dat de afgedrukte kleuren anders zijn dan de kleuren in de oorspronkelijke foto of de kleuren op het scherm. Om een afdruk te krijgen die de gewenste kleurtinten zo dicht mogelijk benadert, moet u een afdrukmethode kiezen die geschikt is voor de gebruikte software of het doel van de afdruk.
De kleuren aanpassen met het printerstuurprogramma U kunt de functie voor kleurcorrectie van het printerstuurprogramma zo instellen dat sRGB-gegevens worden afgedrukt met kleurtinten waaraan de meeste mensen de voorkeur geven door gebruik te maken van Canon Digital Photo Color. Als u afdrukt vanuit een toepassing die ICC-profielen kan identificeren en waarvoor u deze kunt opgeven, gebruikt u een ICC-profiel voor afdrukken in de toepassing en selecteert u instellingen voor kleurbeheer.
De helderheid aanpassen De intensiteit aanpassen Het contrast aanpassen
Afdrukken met ICC-profielen Wanneer voor de beeldgegevens een ICC-invoerprofiel is opgegeven, kunt u afdrukken met effectief gebruik van de kleurruimte (Adobe RGB of sRGB) van de gegevens. De procedure voor het instellen van het printerstuurprogramma is afhankelijk van de toepassing die voor het afdrukken wordt gebruikt.
5. Voltooi de configuratie Klik op OK op het tabblad Afdruk (Main). Wanneer u afdrukt, wordt de kleurruimte van de beeldgegevens door het apparaat gebruikt. Een ICC-profiel opgeven met het printerstuurprogramma en vervolgens afdrukken Vanuit een toepassing die geen ICC-invoerprofielen kan identificeren of waarin u geen ICC-profiel kunt opgeven kunt u afdrukken met de kleurruimte van het ICC-invoerprofiel (sRGB) van de gegevens.
5. Stel de andere items in Klik zo nodig op het tabblad Kleuraanpassing (Color Adjustment) en pas de kleurbalans (Cyaan (Cyan), Magenta en Geel (Yellow)) en de instellingen voor Helderheid (Brightness), Intensiteit (Intensity) en Contrast aan. Klik vervolgens op OK. 6. Voltooi de configuratie Klik op OK op het tabblad Afdruk (Main). Wanneer u afdrukt, wordt de kleurruimte van de beeldgegevens door het apparaat gebruikt.
De kleurbalans aanpassen U kunt de kleurtinten tijdens het afdrukken aanpassen. Aangezien deze functie de kleurbalans van de afdruk aanpast door de inktverhoudingen van elke kleur te wijzigen, wordt de gehele kleurbalans van het document gewijzigd. Gebruik de toepassing als u uitgebreide wijzigingen wilt aanbrengen in de kleurbalans. Gebruik het printerstuurprogramma alleen als u kleine wijzigingen in de kleurbalans wilt aanbrengen.
Er zijn afzonderlijke schuifregelaars voor Cyaan (Cyan), Magenta en Geel (Yellow). Elke kleur wordt krachtiger wanneer u de bijbehorende schuifregelaar naar rechts schuift en zwakker wanneer u de schuifregelaar naar links schuift. Als bijvoorbeeld cyaan zwakker wordt, wordt de kleur rood sterker. U kunt ook rechtstreeks een waarde invoeren voor de schuifregelaar. Voer een waarde in tussen -50 en 50.
Kleurbalans aanpassen met voorbeeldpatronen (printerstuurprogramma) U kunt de kleurbalans aanpassen op basis van het resultaat van een patroonafdruk. Wanneer u de kleurbalans, de intensiteit of het contrast van een document wijzigt, drukt de functie voor patroonafdruk de resultaten van de aanpassing af in een lijst, samen met de aanpassingswaarden. Hieronder wordt de procedure beschreven voor het aanpassen van de kleurbalans aan de hand van het patroon. 1.
4. Stel patroonafdruk in Wanneer het dialoogvenster Patroonafdruk (Pattern Print) wordt geopend, stelt u de volgende items in en klikt u daarna op OK. Aan te passen parameters (Parameters to Adjust) Selecteer Cyaan/Magenta/Geel (Cyan/Magenta/Yellow). Belangrijk Wanneer het selectievakje Afdrukken in grijstinten (Grayscale Printing) op het tabblad Afdruk (Main) is ingeschakeld, is Cyaan/Magenta/Geel (Cyan/Magenta/Yellow) niet beschikbaar voor selectie.
Groot (Large) is ongeveer tweemaal zo groot als Middel (Medium) en Klein (Small) is ongeveer half zo groot als Middel (Medium). 5. Controleer de afdrukresultaten van de patroonafdruk Selecteer OK op het tabblad Kleuraanpassing (Color Adjustment) om het dialoogvenster Handmatige kleuraanpassing (Manual Color Adjustment) te sluiten. Selecteer OK op het tabblad Afdruk (Main) en voer daarna de afdruk uit. Het apparaat drukt een patroon af waarin de ingestelde kleurbalans de middelste waarde is.
Opmerking U kunt de kleurbalans ook instellen op het tabblad Snel instellen (Quick Setup) door Foto afdrukken (Photo Printing) te kiezen onder Veelgebruikte instellingen (Commonly Used Settings) en vervolgens Kleur/intensiteit handmatig aanpassen (Color/Intensity Manual Adjustment) te kiezen onder Extra functies (Additional Features). 7. Voltooi de configuratie Klik op OK op het tabblad Afdruk (Main).
De helderheid aanpassen U kunt de helderheid van afbeeldingsgegevens tijdens het afdrukken aanpassen. Puur wit en zwart worden niet veranderd, maar de helderheid van de tussenliggende kleuren wordt wel veranderd. Het volgende voorbeeld toont het afdrukresultaat wanneer de helderheid is aangepast.
4. Voltooi de configuratie Klik op OK op het tabblad Afdruk (Main). De opgegeven helderheid wordt bij het afdrukken gebruikt.
De intensiteit aanpassen U kunt de kleuren van de beeldgegevens helderder of donkerder maken tijdens het afdrukken. Het volgende voorbeeld laat zien wat er gebeurt wanneer de intensiteit wordt verhoogd: de kleuren van de afbeeldingsgegevens worden donkerder afgedrukt.
Belangrijk Verschuif de schuifregelaar langzaam. 4. Voltooi de configuratie Klik op OK op het tabblad Afdruk (Main). Wanneer u het document afdrukt, wordt de aangepaste intensiteit gebruikt.
Het contrast aanpassen U kunt het beeldcontrast tijdens het afdrukken aanpassen. Wanneer u de verschillen tussen de lichte en donkere gebieden van afbeeldingen groter en duidelijker wilt maken, verhoogt u het contrast. Wanneer u echter de verschillen tussen de lichte en donkere gebieden van afbeeldingen kleiner en minder duidelijk wilt maken, verlaagt u het contrast.
Belangrijk Verschuif de schuifregelaar langzaam. 4. Voltooi de configuratie Klik op OK op het tabblad Afdruk (Main). Bij het afdrukken wordt het aangepaste contrast gebruikt.
Intensiteit/contrast aanpassen met voorbeeldpatronen (printerstuurprogramma) U kunt de intensiteit en het contrast aanpassen op basis van het resultaat van een patroonafdruk. Wanneer u de kleurbalans, de intensiteit of het contrast van een document wijzigt, drukt de functie voor patroonafdruk de resultaten van de aanpassing af in een lijst, samen met de aanpassingswaarden. Hieronder wordt de procedure beschreven voor het aanpassen van de intensiteit en het contrast aan de hand van het patroon. 1.
4. Stel patroonafdruk in Wanneer het dialoogvenster Patroonafdruk (Pattern Print) wordt geopend, stelt u de volgende items in en klikt u daarna op OK. Aan te passen parameters (Parameters to Adjust) Selecteer Intensiteit/Contrast (Intensity/Contrast). Papierformaat printer (Printer Paper Size) Selecteer het papierformaat dat u wilt gebruiken voor de patroonafdruk.
Selecteer OK op het tabblad Kleuraanpassing (Color Adjustment) om het dialoogvenster Handmatige kleuraanpassing (Manual Color Adjustment) te sluiten. Selecteer OK op het tabblad Afdruk (Main) en voer daarna de afdruk uit. Het apparaat drukt een patroon af waarin de intensiteit en het contrast die u hebt ingesteld de middelste waarde is. 6. Pas de intensiteit en het contrast aan Bekijk de afdrukresultaten en selecteer de afbeelding die u het best bevalt.
7. Voltooi de configuratie Klik op OK op het tabblad Afdruk (Main). Wanneer u vervolgens afdrukt, wordt het document afgedrukt met de intensiteit en het contrast die zijn aangepast door de functie voor patroonafdruk.
Overzicht van het printerstuurprogramma Canon IJ-printerstuurprogramma Het eigenschappenvenster van het printerstuurprogramma openen Tabblad Onderhoud Canon IJ-statusmonitor De inktstatus controleren vanaf uw computer Canon IJ-afdrukvoorbeeld Een ongewenste afdruktaak verwijderen Instructies voor gebruik (printerstuurprogramma)
Canon IJ-printerstuurprogramma Het Canon IJ-printerstuurprogramma (hierna het printerstuurprogramma genoemd) is software die op uw computer wordt geïnstalleerd voor het afdrukken van gegevens met dit apparaat. Het printerstuurprogramma converteert de afdrukgegevens die in de toepassing zijn gemaakt, naar gegevens die de printer begrijpt en stuurt de geconverteerde gegevens naar de printer.
Het eigenschappenvenster van het printerstuurprogramma openen U kunt het eigenschappenvenster van het printerstuurprogramma openen via de toepassing waarin u werkt of via het menu Start van Windows. Het eigenschappenvenster van het printerstuurprogramma via de toepassing openen Volg onderstaande procedure om het afdrukprofiel in te stellen bij het afdrukken. 1.
Tabblad Onderhoud Op het tabblad Onderhoud (Maintenance) kunt u onderhoudswerkzaamheden uitvoeren aan het apparaat of de instellingen van het apparaat wijzigen.
Canon IJ-statusmonitor Vervang bij het lezen van deze informatie 'Canon IJ-statusmonitor' door 'Canon IJ XPS-statusmonitor' als u het XPS-printerstuurprogramma gebruikt. De Canon IJ-statusmonitor is een toepassing die de status van de printer en de voortgang van het afdrukken weergeeft. U kunt aan de hand van de afbeeldingen, pictogrammen en berichten zien wat de status van de printer is.
De inktstatus controleren vanaf uw computer Vervang bij het lezen van deze informatie 'Canon IJ-statusmonitor' door 'Canon IJ XPS-statusmonitor' als u het XPS-printerstuurprogramma gebruikt. U kunt het resterende inktniveau en de typen FINE-cartridges voor uw model bekijken. 1. Open het eigenschappenvenster van het printerstuurprogramma 2. De Canon IJ-statusmonitor starten Klik op Printerstatus weergeven... (View Printer Status...) op het tabblad Onderhoud (Maintenance).
Canon IJ-afdrukvoorbeeld Canon IJ-afdrukvoorbeeld is een toepassing die de afdrukresultaten op het scherm laat zien voordat er daadwerkelijk wordt afgedrukt. Hierbij worden de instellingen gebruikt die in het printerstuurprogramma zijn opgegeven. Op deze manier kunt u de indeling, de afdrukvolgorde en het aantal pagina's van een document controleren. U kunt ook de instellingen voor het mediumtype wijzigen.
Een ongewenste afdruktaak verwijderen Vervang bij het lezen van deze informatie 'Canon IJ-statusmonitor' door 'Canon IJ XPS-statusmonitor' als u het XPS-printerstuurprogramma gebruikt. Als de printer niet start met afdrukken, is het mogelijk dat geannuleerde of niet-uitgevoerde afdruktaken in de wachtrij blijven staan. U kunt de ongewenste afdruktaak verwijderen met behulp van de Canon IJ-statusmonitor. 1.
Instructies voor gebruik (printerstuurprogramma) Voor deze versie van het printerstuurprogramma gelden de volgende beperkingen. Houd bij het gebruik van het printerstuurprogramma rekening met het volgende. Beperkingen van het printerstuurprogramma • In sommige toepassingen is de instelling Aantal (Copies) op het tabblad Pagina-instelling (Page Setup) van het printerstuurprogramma niet beschikbaar voor selectie.
• Wanneer u Bluetooth gebruikt, kunt u het bedieningspaneel van het apparaat niet gebruiken zolang de statusmonitor wordt weergegeven bij Printerstatus weergeven... (View Printer Status...) op het tabblad Onderhoud (Maintenance). • Start Canon IJ Network Tool niet tijdens het afdrukken. • Druk niet af terwijl Canon IJ Network Tool actief is. Opmerkingen over toepassingen met beperkingen • Voor Microsoft Word (Microsoft Corporation) gelden de volgende beperkingen.
MP Drivers bijwerken De nieuwste versie van MP Drivers ophalen Onnodige MP Drivers verwijderen Voordat u MP Drivers installeert MP Drivers installeren
De nieuwste versie van MP Drivers ophalen MP Drivers omvat een printerstuurprogramma, ScanGear (een scannerstuurprogramma) en een faxstuurprogramma. Door MP Drivers bij te werken naar de nieuwste versie van MP Drivers, kunt u onopgeloste problemen mogelijk verhelpen. U kunt vanaf onze website de nieuwste MP Drivers voor uw model downloaden. Belangrijk U kunt MP Drivers gratis downloaden, maar de kosten van de internetverbinding zijn voor uw eigen rekening.
Onnodige MP Drivers verwijderen Als u MP Drivers niet meer nodig hebt, kunt u dit verwijderen. Sluit alle actieve toepassingen voordat u MP Drivers gaat verwijderen. De procedure voor het verwijderen van MP Drivers is als volgt: 1. Start het verwijderprogramma • Als u Windows 7 of Windows Vista gebruikt, selecteert u Start -> Configuratiescherm (Control Panel) -> Programma's (Programs) -> Programma's en onderdelen (Programs and Features).
Voordat u MP Drivers installeert In dit onderwerp worden de items beschreven die u moet controleren voordat u MP Drivers installeert. U moet dit gedeelte ook raadplegen als MP Drivers niet kan worden geïnstalleerd. De apparaatstatus controleren • Schakel het apparaat uit. De instellingen van de computer controleren • Sluit alle actieve toepassingen. • Meld u in Windows 7, Windows Vista aan als een gebruiker met de beheerdersaccount. Meld u in Windows XP aan als de beheerder van de computer.
MP Drivers installeren U kunt vanaf onze website de nieuwste versie van MP Drivers en het XPS-printerstuurprogramma voor uw model downloaden. De procedure voor het installeren van de gedownloade MP Drivers is als volgt: 1. Schakel het apparaat uit 2. Start het installatieprogramma Dubbelklik op het pictogram van het bestand dat u hebt gedownload. Het installatieprogramma wordt gestart.
Afdrukken met het bedieningspaneel van het apparaat Sjabloonformulieren zoals gelinieerd papier of grafiekpapier afdrukken
Sjabloonformulieren zoals gelinieerd papier of grafiekpapier afdrukken U kunt een sjabloonformulier, zoals gelinieerd papier, grafiekpapier of een controlelijst, afdrukken op normaal papier van A4-, B5- of Letter-formaat. Afdrukbare sjabloonformulieren Sjabloonformulieren afdrukken Afdrukbare sjabloonformulieren De volgende sjablonen zijn beschikbaar: • Gelinieerd papier U kunt drie indelingen voor de regelafstand selecteren.
• Handschriftpapier U kunt handschriftpapier afdrukken. Instellen op het LCD-scherm: Handschriftpapier (Handwriting paper) • Weekschema U kunt een formulier voor een weekschema afdrukken. Instellen op het LCD-scherm: Weekschema (Weekly schedule) • Maandschema U kunt een formulier voor een maandschema afdrukken. Instellen op het LCD-scherm: Maandschema (Monthly schedule) Sjabloonformulieren afdrukken Druk het sjabloonformulier af met behulp van de volgende procedure. 1.
Als een ander mediumtype dan Gewoon papr (Plain paper) is geselecteerd op het LCD, selecteert u Gewoon papr (Plain paper) met de knop . 8. Gebruik de knoppen (-) (+) of de numerieke toetsen om het aantal kopieën in te stellen. 9. Druk op de knop OK om het afdrukken te starten. Opmerking U kunt ook op de knop Kleur (Color) of Zwart (Black) drukken om het afdrukken te starten.
Afdrukken vanaf een Bluetooth-compatibel apparaat Afdrukken vanaf een mobiele telefoon via Bluetooth-communicatie
Afdrukken vanaf een mobiele telefoon via Bluetoothcommunicatie In dit gedeelte wordt de procedure beschreven om foto's via Bluetooth-communicatie vanaf een mobiele telefoon af te drukken met de optionele Bluetooth-eenheid BU-30. Wanneer u afdrukt vanaf een mobiele telefoon via Bluetooth-communicatie, moet u ook de instructiehandleiding van uw mobiele telefoon raadplegen. Raadpleeg Over Bluetooth-communicatie voor de procedure voor afdrukken vanaf de computer via Bluetooth-communicatie.
• Als apparaatnaam kiest u de standaardwaarde "Canon XXX-1" (waarbij "XXX" de naam van uw apparaat is). • Als u een wachtwoord moet invoeren, voert u de standaardwaarde 0000 in. U kunt de naam van het apparaat, het wachtwoord en dergelijke wijzigen in het scherm Bluetooth-instell. (Bluetooth settings). Afdrukken via Bluetooth instellen Opmerking Communicatie is mogelijk tot een afstand van circa 10 meter / 33 voet, afhankelijk van de onderstaande omstandigheden.
Over Bluetooth-communicatie Voorzorgsmaatregelen voor transport Voorbereiding op het gebruik van de Bluetooth-eenheid Gegevens afdrukken via Bluetooth-communicatie Basisprocedure voor afdrukken via Bluetooth-communicatie Bluetooth-instellingen Specificaties
Voorzorgsmaatregelen voor transport De Bluetooth-eenheid verzenden
De Bluetooth-eenheid verzenden De Bluetooth-eenheid mag vanwege lokale wetgeving niet worden gebruikt in andere landen en regio's dan het land of de regio waar het werd aangeschaft. Denk eraan dat het gebruik van de Bluetooth-eenheid in dergelijke landen of regio's verboden en strafbaar is en dat Canon niet aansprakelijk mag worden gehouden voor dergelijke straffen.
Voorbereiding op het gebruik van de Bluetooth-eenheid Bluetooth-eenheid Aansluiten op en loskoppelen van de printer
Bluetooth-eenheid De Bluetooth-eenheid BU-30 (hierna de Bluetooth-eenheid genoemd) is een adapter die kan worden gebruikt met een Canon IJ-printer met Bluetooth-interface. Als u een Bluetooth-eenheid aansluit op een Canon IJ printer met Bluetooth-interface is draadloos afdrukken mogelijk via een Bluetooth-apparaat, zoals een computer of mobiele telefoon. Opmerking Communicatie is mogelijk tot een afstand van circa 10 meter / 33 voet, afhankelijk van de onderstaande omstandigheden.
Aansluiten op en loskoppelen van de printer De Bluetooth-eenheid aansluiten op de printer De Bluetooth-eenheid loskoppelen van de printer De Bluetooth-eenheid aansluiten op de printer Sluit de Bluetooth-eenheid aan op het USB-flashstation van de printer volgens de onderstaande procedure. Raadpleeg Vooraanzicht voor de locatie van het USB-flashstation. 1. Zorg dat de printer is ingeschakeld. Controleer of de printer is ingeschakeld 2. Plaats de Bluetooth-eenheid in de USB-flashstationpoort van de printer.
Controleer of het lampje op de Bluetooth-eenheid niet brandt of knippert voordat u de Bluetootheenheid loskoppelt. Belangrijk Bewaar de Bluetooth-eenheid met het kapje bevestigd.
Gegevens afdrukken via Bluetooth-communicatie Voorbereiding MP Drivers installeren De apparaatnaam van de printer controleren De printer registreren De printer verwijderen
Voorbereiding Als u wilt afdrukken via Bluetooth-communicatie met Windows, moet aan de volgende systeemvereisten worden voldaan. • Computer Een computer met een interne Bluetooth-module of een computer waarop een optionele Bluetoothadapter (beschikbaar van verschillende fabrikanten) is aangesloten.
• Als u Windows Vista gebruikt, wordt Bluetooth-apparaten (Bluetooth Devices) weergegeven in Hardware en geluiden (Hardware and Sound) onder Configuratiescherm (Control Panel) Registreer de printer als een Bluetooth-apparaat in Bluetooth-apparaten (Bluetooth Devices) in Hardware en geluiden (Hardware and Sound) onder Configuratiescherm (Control Panel). Raadpleeg De printer registreren.
MP Drivers installeren Opmerking Als u de printer gekoppeld aan een computer gebruikt, zijn de MP Drivers al geïnstalleerd. Ga in dit geval door naar de volgende stap. De apparaatnaam van de printer controleren Voordat u de Bluetooth-eenheid op de printer aansluit om draadloos af te drukken, installeert u de MP Drivers op uw computer. Als u de MP Drivers opnieuw installeert, installeert u de MP Drivers vanaf de Installatie-cd-rom.
De apparaatnaam van de printer controleren In dit gedeelte worden de procedures beschreven voor het controleren van de instellingen van de Bluetooth-eenheid op het LCD-scherm van de printer ter voorbereiding voor het afdrukken via Bluetooth. Canon IJ-printers met een Bluetooth-interface kunnen worden onderverdeeld in twee typen: het ene is uitgerust met een grafisch LCD-scherm, het andere heeft een tekst-LCD-scherm.
Grafisch LCD-scherm Tekst-LCD-scherm 5. Controleer de apparaatnaam. De apparaatnaam is nodig om de printer als een Bluetooth-apparaat te registreren. Zorg ervoor dat u de apparaatnaam noteert. Opmerking Als meerdere printers met dezelfde modelnaam op het systeem zijn aangesloten, raden we u aan om elke printer een andere apparaatnaam te geven zodat u de printer die u gaat gebruiken sneller kunt identificeren.
De printer registreren Registreer de printer als een Bluetooth-apparaat met Bluetooth-apparaat toevoegen (Add a Bluetooth Device) (Bluetooth-apparaten (Bluetooth Devices) in andere versies dan Windows 7) in het Configuratiescherm (Control Panel). Opmerking Schakel de Bluetooth-functie van uw computer in voordat u de printer registreert in Bluetoothapparaat toevoegen (Add a Bluetooth Device) (Bluetooth-apparaten (Bluetooth Devices) in andere versies dan Windows 7) in Configuratiescherm (Control Panel).
Opmerking Als de apparaatnaam niet wordt weergegeven, raadpleegt u Controle 3: wordt de printernaam die u wilt registreren weergegeven in de printerlijst? 4. Selecteer Een koppeling maken zonder code (Pair without using a code). Wanneer u deze printer registreert, wordt Verbinding met dit apparaat maken (Connecting with this device) (Koppeling met dit draadloze apparaat maken (Pairing with this wireless device) in Windows Vista) weergegeven.
De instellingen voor afdrukken via Bluetooth-communicatie zijn nu gereed. Opmerking In Windows Vista kan het scherm Het stuurprogramma voor uw Bluetooth-randapparaat moet worden geïnstalleerd (Windows needs to install driver software for your Bluetooth Peripheral Device) automatisch worden weergegeven. Klik in dat geval op Bericht niet meer weergeven voor dit apparaat (Don't show this message again for this device). In Windows XP: 1. Meld u aan bij een gebruikersaccount met beheerdersrechten. 2.
4. Zorg dat de printer aan staat, schakel het selectievakje Mijn apparaat is geïnstalleerd en gereed voor detectie (My device is set up and ready to be found) in en klik op Volgende (Next). 5. Selecteer de apparaatnaam van de printer en klik op Volgende (Next). Selecteer dezelfde apparaatnaam als die u hebt gekozen in De apparaatnaam van de printer controleren.
Opmerking Als u een sleutel voor de printer hebt ingesteld, selecteert u De sleutel uit de handleiding gebruiken (Use the passkey found in the documentation) en voert u de sleutel in. Klik vervolgens op Volgende (Next). Raadpleeg het Scherm Bluetooth-instellingen voor meer informatie over wachtwoorden. 7. Klik op Voltooien (Finish). 8. Controleer of de apparaatnaam die u in stap 5 hebt geselecteerd, is geregistreerd op het tabblad Apparaten (Devices) en klik op OK.
De instellingen voor afdrukken via Bluetooth-communicatie zijn nu gereed.
De printer verwijderen In dit gedeelte wordt de procedure beschreven voor het verwijderen van de geregistreerde printer. Als u de printer opnieuw wilt registreren als een Bluetooth-apparaat, moet u eerst onderstaande procedure volgen om de printer te verwijderen en deze vervolgens opnieuw te registreren. Raadpleeg De printer registreren voor de procedure om de printer opnieuw te registreren. 1. Meld u aan bij een gebruikersaccount met beheerdersrechten. 2.
Basisprocedure voor afdrukken via Bluetooth-communicatie Afdrukken vanaf computers Afdrukken met andere Bluetooth-compatibele apparaten dan een computer
Afdrukken vanaf computers Raadpleeg ook de instructiehandleiding van de computer als u Bluetooth-communicatie gebruikt. Wanneer u afdrukt vanaf een Bluetooth-compatibel apparaat dat geen computer is, raadpleegt u Afdrukken met andere Bluetooth-compatibele apparaten dan een computer. Opmerking Afhankelijk van uw toepassing kunnen bewerkingen afwijken. Raadpleeg de instructiehandleiding van uw toepassing voor meer informatie. De stappen in dit gedeelte hebben betrekking op het afdrukken in Windows 7.
Opmerking De printer die in Bluetooth-apparaat toevoegen (Add a Bluetooth Device) (Bluetoothapparaten (Bluetooth Devices) in andere versies dan Windows 7) is geregistreerd, wordt weergegeven als "Canon XXX Printer (Copy X)". "X" is een apparaatnaam of een getal. Het aantal cijfers kan verschillen, afhankelijk van de printer. 6. Geef de vereiste instellingen op. 1. Selecteer de afdrukinstellingen in Veelgebruikte instellingen (Commonly Used Settings). 2.
Het afdrukken wordt gestart. Opmerking Selecteer "Canon XXX Printer" in het menu Printer selecteren (Select Printer) als u een USBkabel gebruikt voor het afdrukken. Druk op de knop Stoppen (Stop) op de printer of klik op Afdrukken annuleren (Cancel Printing) op de printerstatusmonitor als u een actieve afdruktaak wilt annuleren. Nadat een afdruktaak is geannuleerd, wordt er mogelijk nog een vel papier uitgevoerd zonder afdrukresultaat.
Afdrukken met andere Bluetooth-compatibele apparaten dan een computer In het LCD-scherm van de printer kunt u instellingen configureren voor afdrukken met andere Bluetoothcompatibele apparaten dan een computer. Raadpleeg ook de instructiehandleiding van het apparaat als u met een van deze apparaten afdrukt. Als u vanaf een computer afdrukt, raadpleegt u Afdrukken vanaf computers.
Bluetooth-instellingen Afdrukken via Bluetooth instellen Scherm Bluetooth-instellingen
Afdrukken via Bluetooth instellen 1. Zorg dat de printer is ingeschakeld. Controleer of de printer is ingeschakeld 2. Sluit de Bluetooth-eenheid aan. Raadpleeg Aansluiten op en loskoppelen van de printer voor informatie over het aansluiten van de Bluetooth-eenheid. Opmerking Als de Bluetooth-eenheid op de juiste wijze is aangesloten op de printer, wordt het bericht op het LCD-scherm weergegeven. 3. Geef het scherm Bluetooth-instellingen (Bluetooth settings) (grafisch LCD)/ Bluetooth-instell.
Scherm Bluetooth-instellingen • Grafisch LCD-scherm • Tekst-LCD-scherm 1. Apparaatnaam selecteren (Select device name) (grafisch LCD)/Apparaatnaam (Device name) (tekst-LCD) Hiermee wordt de apparaatnaam van de printer weergegeven waarop de Bluetooth-eenheid is aangesloten. Het scherm Apparaatnaam selecteren (Select device name) (grafisch LCD)/Apparaatnaam (Device name) (tekst-LCD) 2. Weigering toegang instell.
4. Wachtwoord wijzigen (Change passkey) (grafisch LCD)/Wachtwoord (Passkey) (tekst-LCD) U kunt het wachtwoord wijzigen. Het wachtwoord verwijst naar een identificatienummer dat moet worden vastgesteld. Dit wordt gebruikt om ongewenste toegang vanaf andere Bluetooth-apparaten te voorkomen. De beginwaarde is ingesteld op "0000".
Deze modus wordt geactiveerd bij beveiliging op koppelingsniveau. Het wachtwoord is vereist als een Bluetooth-apparaat met de printer communiceert. Meestal kiest u deze modus. • Modus 2 (Mode 2) (grafisch LCD)/Modus 2 (Mode 2) (tekst-LCD) Deze modus wordt geactiveerd bij beveiliging op serviceniveau. Het wachtwoord is vereist als u afdrukt via Bluetooth-communicatie. Nadat u de beveiligingsmodus hebt ingesteld, kunt u het beste een proefafdruk via Bluetoothcommunicatie maken.
Specificaties Communicatiemethode Bluetooth v2.
Kopiëren Kopieën maken Basis Items instellen Kopieën verkleinen of vergroten Over het menu Speciale kopie Twee pagina’s kopiëren op één pagina Vier pagina’s kopiëren op één pagina Dikke originelen, zoals boeken, kopiëren Kopiëren zonder marges Gesorteerd kopiëren
Kopieën maken Het origineel plaatsen om te kopiëren. In dit gedeelte worden de basishandelingen voor normaal kopiëren beschreven. 1. Zorg dat het apparaat is ingeschakeld. Controleer of de printer is ingeschakeld 2. Plaats papier. Papier plaatsen 3. Druk op de knop KOPIËREN (COPY). Het stand-byscherm voor kopiëren wordt weergegeven. 4. Plaats het originele document op de glasplaat of in de ADF. Originelen plaatsen 5. Bevestig het paginaformaat en de vergroting. 1. Vergroting 2.
De kopieertaak toevoegen (reservekopie) Als u het origineel op de glasplaat legt, kunt u tijdens het afdrukken de kopieertaak toevoegen (reservekopie). Het onderstaande scherm wordt weergegeven voor een reservekopie. Leg het origineel op de glasplaat en druk op de dezelfde knop (de knop Kleur (Color) of op de knop Zwart (Black)) als de knop waarop u eerder had gedrukt. Belangrijk Wanneer u het origineel op de glasplaat legt, verplaatst u de documentklep voorzichtig.
Items instellen U kunt de kopieerinstellingen, zoals paginaformaat, mediumtype en intensiteit, wijzigen. Druk op de knop Menu, gebruik de knop knop OK. om een instellingsitem te selecteren en druk op de Gebruik de knop om een instellingsitem aan te passen en druk op de knop OK. Het volgende instellingsitem wordt weergegeven. Het LCD gaat terug naar het stand-byscherm voor kopiëren nadat alle instellingen zijn voltooid. Opmerking Een * (sterretje) op het LCD geeft de huidige instelling aan.
De beeldkwaliteit selecteren op basis van het origineel. Voorbeeld: Opmerking Als u Snel (Fast) selecteert terwijl u het mediumtype hebt ingesteld op Gewoon papr (Plain paper) en de kwaliteit niet naar wens is, selecteert u Standaard (Standard) of Hoog (High) en probeert u opnieuw te kopiëren. Selecteer Hoog (High) om te kopiëren in grijstinten. Bij grijstinten wordt een reeks grijstinten gebruikt in plaats van alleen zwart en wit.
Kopieën verkleinen of vergroten U kunt de vergroting optioneel opgeven of een kopie met een vooraf ingestelde verhouding of een kopie passend op het papierformaat selecteren. Druk in de kopieermodus op de knop Menu, gebruikt de knop (Enlarge/Reduce) te selecteren en druk op de knop OK. Selecteer de verkleinings-/vergrotingsmethode met de knoppen OK. om Vergroten/verklein.
Over het menu Speciale kopie U kunt de volgende menu's selecteren in het menu Speciale kopie (Special copy). • Kop. kader wissen (Frame erase copy) Wanneer u een dik origineel zoals een boek kopieert, kunt u kopiëren zonder zwarte marges rondom het beeld en schaduwen van rugmarges. Dikke originelen, zoals boeken, kopiëren • Kopie zonder marge (Borderless copy) U kunt afbeeldingen zo kopiëren dat deze de hele pagina vullen zonder marges.
Twee pagina’s kopiëren op één pagina U kunt twee pagina's van een origineel op één vel papier kopiëren door elke pagina verkleind weer te geven. 1. Zorg dat het apparaat is ingeschakeld. Controleer of de printer is ingeschakeld 2. Plaats papier. Papier plaatsen 3. Druk op de knop KOPIËREN (COPY). Het stand-byscherm voor kopiëren wordt weergegeven. 4. Druk op de knop Menu. Het scherm Menu Kopie (Copy menu) wordt weergegeven. 5.
Het volgende bericht wordt weergegeven nadat het apparaat het eerste documentvel heeft gescand. Als u nog een documentvel wilt scannen, plaatst u dit op de glasplaat en drukt u op de knop OK. Het apparaat begint met kopiëren. Als u niets meer wilt scannen, drukt u op de toonknop om het kopiëren te starten. Het apparaat begint met kopiëren. Opmerking U kunt de kopieertaak toevoegen tijdens het afdrukken.
Vier pagina’s kopiëren op één pagina U kunt vier pagina's van een origineel op één vel papier kopiëren door elke pagina verkleind weer te geven. Er zijn vier verschillende indelingen beschikbaar. Indeling 1 (Layout 1) Indeling 2 (Layout 2) Indeling 3 (Layout 3) Indeling 4 (Layout 4) 1. Zorg dat het apparaat is ingeschakeld. Controleer of de printer is ingeschakeld 2. Plaats papier. Papier plaatsen 3. Druk op de knop KOPIËREN (COPY). Het stand-byscherm voor kopiëren wordt weergegeven. 4.
Volg de onderstaande procedure om de indeling te selecteren. 1. Druk op de knop Menu. Het scherm Menu Kopie (Copy menu) wordt weergegeven. 2. Selecteer met de knop op de knop OK. de optie Indeling 4 op 1 (4-on-1 layout) en druk vervolgens 3. Selecteer de indeling en druk op de knop OK. Selecteer de indeling bij Indeling 1 (Layout 1), Indeling 2 (Layout 2), Indeling 3 (Layout 3) of Indeling 4 (Layout 4). Opmerking Een * (sterretje) op het LCD geeft de huidige instelling aan. 8.
Dikke originelen, zoals boeken, kopiëren Wanneer u een dik origineel zoals een boek kopieert, kunt u kopiëren zonder zwarte marges rondom het beeld en schaduwen van rugmarges. Met deze functie vermindert u onnodig inktverbruik. 1. Zorg dat het apparaat is ingeschakeld. Controleer of de printer is ingeschakeld 2. Plaats papier. Papier plaatsen 3. Druk op de knop KOPIËREN (COPY). Het stand-byscherm voor kopiëren wordt weergegeven. 4. Druk op de knop Menu.
bovendien de documentkleur niet onderscheiden van de schaduw, waardoor het document mogelijk enigszins wordt bijgesneden of een schaduw in de vouw wordt weergegeven.
Kopiëren zonder marges U kunt afbeeldingen zo kopiëren dat deze de hele pagina vullen zonder marges. 1. Zorg dat het apparaat is ingeschakeld. Controleer of de printer is ingeschakeld 2. Plaats het fotopapier. Papier plaatsen 3. Druk op de knop KOPIËREN (COPY). Het stand-byscherm voor kopiëren wordt weergegeven. 4. Druk op de knop Menu. Het scherm Menu Kopie (Copy menu) wordt weergegeven. de optie Speciale kopie (Special copy) en 5. Selecteer met de knop druk vervolgens op de knop OK.
9. Druk op de knop Kleur (Color) als u in kleur wilt kopiëren of op de knop Zwart (Black) als u in zwart-wit wilt kopiëren. Het apparaat begint met kopiëren zonder marges. Opmerking De afbeelding kan aan de randen enigszins worden afgekapt omdat de gekopieerde afbeelding wordt vergroot om de hele pagina te vullen. Zo nodig kunt u instellen tot welke breedte de randen van de originele afbeelding worden bijgesneden. Het uitgesneden gedeelte zal echter groter zijn als de hoeveelheid uitbreiding groot is.
Gesorteerd kopiëren U kunt gesorteerde afdrukken maken wanneer u meerdere kopieën maakt van een origineel met meerdere pagina's. • Als Kopie sorter. (Collated copy) is geselecteerd: • Als Kopie sorter. (Collated copy) niet is geselecteerd: 1. Zorg dat het apparaat is ingeschakeld. Controleer of de printer is ingeschakeld 2. Plaats het papier. Papier plaatsen 3. Druk op de knop KOPIËREN (COPY). Het stand-byscherm voor kopiëren wordt weergegeven. 4. Druk op de knop Menu.
9. Druk op de knop Kleur (Color) als u in kleur wilt kopiëren of op de knop Zwart (Black) als u in zwart-wit wilt kopiëren. Het apparaat begint met kopiëren. Opmerking Het aantal pagina's dat het apparaat kan lezen, hangt af van het document. Als tijdens het scannen Geheugen is vol (Memory is full) wordt weergegeven op het LCD, verlaagt u het aantal documentpagina's dat moet worden gescand en probeert u opnieuw te kopiëren.