User manual

1. Rol het papier op tegen de richting van de krul in, zoals hieronder wordt weergegeven.
2.
Controleer of het papier nu vlak is.
Het is raadzaam om teruggekruld papier met een vel tegelijk in te voeren.
Opmerking
Er zijn bepaalde mediumtypen die snel besmeurd raken of niet goed kunnen worden ingevoerd,
ook al krullen ze niet naar binnen. Volg in zulke gevallen de onderstaande procedure om het
papier maximaal 3 mm (0,1 inch) naar buiten te krullen (B) voordat u begint met afdrukken.
Hiermee wordt het afdrukresultaat mogelijk verbeterd.
(C) Afdrukzijde
Het is raadzaam om papier dat naar buiten krult met een vel tegelijk in te voeren.
Controle 4: Pas de instelling voor het voorkomen van papierschuring
aan.
Als u de instelling voor het voorkomen van papierschuring aanpast, wordt de afstand tussen de
printkop en het geplaatste papier groter gemaakt. Als u merkt dat de printkop over het papier schuurt,
zelfs wanneer het mediumtype juist is ingesteld voor het geplaatste papier, stelt u het apparaat via het
bedieningspaneel of de computer in op het voorkomen van papierschuring.
De afdruksnelheid kan afnemen als u de instelling voor het voorkomen van papierschuring toepast.
* Pas de instelling voor het voorkomen van papierschuring opnieuw aan nadat het afdrukken is
voltooid. Als u de instelling niet uitschakelt, blijft deze ingeschakeld voor alle volgende afdruktaken.
Instellen met het bedieningspaneel
Druk op de knop Instellingen (Setup), selecteer achtereenvolgens Apparaatinstellingen
(Device settings) en Afdrukinstellingen (Print settings), en stel Pap.schuring voork. (Prevent
abrasion) in op AAN (ON).
De apparaatinstellingen wijzigen op het LCD-scherm
Instellen via de computer
Open het eigenschappenvenster van het printerstuurprogramma en schakel bij Aangepaste
instellingen (Custom Settings) op het tabblad Onderhoud (Maintenance) het selectievakje
Schuring van papier voorkomen (Prevent paper abrasion) in en klik op OK.
Zie Het eigenschappenvenster van het printerstuurprogramma openen voor informatie over het
openen van het eigenschappenvenster van het printerstuurprogramma.