Operation Manual
Kan het apparaat tijdens de instelling van het bedrade LAN niet
vinden: controle 1
Is de LAN-kabel aangesloten en zijn het apparaat en de router
ingeschakeld?
Zorg dat de LAN-kabel is aangesloten.
Zorg dat het apparaat is ingeschakeld.
Controleer of de printer is ingeschakeld
Zorg dat de router is ingeschakeld.
Als de LAN-kabel is aangesloten en het apparaat of het netwerkapparaat is
uitgeschakeld:
Schakel het apparaat of het netwerkapparaat in.
Het kan enige tijd duren voordat het apparaat en het netwerkapparaat gereed zijn voor gebruik nadat ze
zijn ingeschakeld. Wacht even nadat u het apparaat of het netwerkapparaat hebt ingeschakeld en klik op
Opnieuw detecteren (Redetect) in het venster Printerinstellingen controleren (Check Printer
Settings) om het apparaat opnieuw te detecteren.
Als het apparaat wordt gevonden, volgt u de aanwijzingen op het scherm om door te gaan met het
instellen van de netwerkcommunicatie.
Als de LAN-kabel is aangesloten en het apparaat en het netwerkapparaat
zijn ingeschakeld:
Als het apparaat niet kan worden gevonden nadat u opnieuw hebt geprobeerd het te detecteren, ook al
zijn het apparaat en het netwerkapparaat ingeschakeld, gaat u naar controle 2.
Kan het apparaat tijdens de instelling van het bedrade LAN niet vinden: controle 2
930