Operation Manual

Voorbeeld wanneer de draadloos LAN-verbinding is ingeschakeld:
Het scherm LAN wijzigen (Change LAN) wordt weergegeven.
Opmerking
U kunt het scherm LAN wijzigen (Change LAN) ook weergeven met de onderstaande
procedure.
1. Veeg over het HOME-scherm en tik op Instellen (Setup).
Het bedieningspaneel gebruiken
2.
Tik op Apparaatinstellingen (Device settings).
3.
Tik op LAN-instellingen (LAN settings).
4.
Tik op LAN wijzigen (Change LAN).
3.
Tik op Directe verbind. activeren (Activate direct connect.).
4.
Tik op Ja (Yes).
De identificatie (SSID) voor de directe verbinding wordt weergegeven.
Wanneer een apparaat de printer detecteert, detecteert het apparaat de printer aan de hand van de
identificatie (SSID).
Opmerking
Als u tikt op Details en op Ja (Yes), verschijnen de volgende items.
Beveiligingsinstelling
Wachtwoord
De apparaatnaam die wordt weergegeven op een Wi-Fi Direct-compatibel apparaat
Het wachtwoord is vereist wanneer u een apparaat verbindt met de printer. Afhankelijk van het
gebruikte apparaat is geen wachtwoord vereist.
Wanneer u een Wi-Fi Direct-compatibel apparaat verbindt met het apparaat, selecteert u de
apparaatnaam die wordt weergegeven op het aanraakscherm van uw apparaat.
De identificatie (SSID) en de beveiligingsinstelling worden automatisch opgegeven. Zie
hieronder als u ze wilt bijwerken.
Instelling voor directe verbinding wijzigen
5. Tik op OK.
De directe verbinding is ingeschakeld en het draadloze communicatieapparaat kan draadloos met het
apparaat worden verbonden.
Instellingen van een draadloos communicatieapparaat wijzigen en verbinding maken met het
apparaat
Opmerking
Het wordt aanbevolen de identificatie (SSID) en het wachtwoord voor de directe verbinding te
controleren voordat u verbinding maakt met een apparaat.
615