Operation Manual

Enveloppen plaatsen
U kunt DL-enveloppen en COM10-enveloppen in cassette 2 plaatsen.
Het adres wordt automatisch geroteerd en afgedrukt aan de hand van de richting van de envelop, zoals
opgegeven in het printerstuurprogramma.
Belangrijk
Enveloppen afdrukken vanaf het bedieningspaneel of vanaf een met PictBridge (draadloos LAN)
compatibel apparaat wordt niet ondersteund.
De volgende enveloppen kunt u niet gebruiken. Deze kunnen in het apparaat vast blijven zitten of ertoe
leiden dat het apparaat niet meer naar behoren werkt.
Enveloppen met een reliëf of een behandeld oppervlak
Enveloppen met een dubbele klep
Enveloppen waarvan de lijmkleppen al vochtig zijn gemaakt en plakken
1.
Bereid enveloppen voor.
Druk de hoeken en randen van de enveloppen omlaag om deze zo plat mogelijk te maken.
Als de enveloppen gekruld zijn, houdt u de tegenoverliggende hoeken vast en buigt u deze
voorzichtig in de tegengestelde richting.
Als de klep van de envelop is gevouwen, maakt u deze plat.
Belangrijk
De enveloppen kunnen vastlopen in het apparaat als ze niet plat zijn of als de hoeken niet zijn
uitgelijnd. Zorg ervoor dat het papier niet meer dan 3 mm (0,1 inch) is opgekruld of opgebold.
Druk de bovenrand van enveloppen niet plat. Doet u dat wel, dan kan de afdrukpositie
verschuiven.
2. Trek cassette 2 uit het apparaat.
184