Operation Manual

Basisinstellingen voor afdrukken
In dit gedeelte worden de instellingen beschreven op het tabblad Snel instellen (Quick Setup) dat voor
eenvoudig afdrukken wordt gebruikt.
1. Controleer of de printer is ingeschakeld
2.
Plaats papier in de printer
3.
Open het instelvenster van het printerstuurprogramma
4.
Selecteer veelgebruikte instellingen
Gebruik Veelgebruikte instellingen (Commonly Used Settings) op het tabblad Snel instellen (Quick
Setup) om vooraf gedefinieerde afdrukinstellingen te selecteren.
Wanneer u een afdrukinstelling selecteert, worden voor de instellingen Extra functies (Additional
Features), Mediumtype (Media Type) en Papierformaat printer (Printer Paper Size) automatisch de
vooraf ingestelde waarden toegepast.
5.
Selecteer de afdrukkwaliteit
Voor Afdrukkwaliteit (Print Quality) selecteert u Standaard (Standard) of Klad (Draft) bij Hoog
(High).
132