Operation Manual

De gedetailleerde WEP-instellingen wijzigen
Opmerking
Het voorbeeldscherm is mogelijk niet beschikbaar, afhankelijk van de printer die u gebruikt.
Als u de draadloze netwerkinstellingen van de printer wilt wijzigen, sluit u de printer tijdelijk met een USB-
kabel op de computer aan. Als u de draadloze netwerkinstellingen van de computer aanpast via een
draadloze verbinding zonder USB-aansluiting, kan de computer mogelijk niet communiceren met het
apparaat nadat de instellingen zijn gewijzigd.
1.
Start IJ Network Tool.
2.
Selecteer de printer bij Printers:.
Als de printer tijdelijk met een USB-kabel op de computer is aangesloten, selecteert u de printer
waarvoor 'USBnnn' (waarbij 'n' een getal is) wordt weergegeven in de kolom Poortnaam (Port Name).
3.
Selecteer Configuratie... (Configuration...) in het menu Instellingen (Settings).
4.
Klik op de tab Draadloze LAN (Wireless LAN).
5.
Selecteer WEP gebruiken (Use WEP) voor Coderingsmethode: (Encryption Method:)
en klik op Configuratie... (Configuration...).
Het venster WEP-details (WEP Details) wordt weergegeven.
6.
Wijzig of bevestig de instellingen.
Als u het wachtwoord (WEP-sleutel) wijzigt, moet dezelfde wijziging worden aangebracht in het
wachtwoord (WEP-sleutel) van het toegangspunt.
1.
WEP-sleutel: (WEP Key:)
Voer dezelfde sleutel in als is ingesteld voor het toegangspunt.
Het aantal en soort tekens dat u kunt invoeren, hangt af van de combinatie van de lengte en de
indeling van de sleutel.
Sleutellengte
(Key Length)
64-bits
(64bit)
128-bits
(128bit)
Indeling sleutel
(Key Format)
ASCII 5 tekens 13 tekens
151