Operation Manual

4.
Verwijder de cartridges C (kleur) en B (zwart).
Belangrijk
Verwijder de cartridges voorzichtig, zodat de inkt niet spat.
Raak het slangetje of andere onderdelen in de printer niet aan. Als u deze onderdelen aanraakt,
werkt de printer mogelijk niet meer naar behoren.
Raak de gouden contactpuntjes of spuitopeningen van de printkop van een cartridge niet aan.
Als u ze toch aanraakt, drukt de printer mogelijk niet goed af.
5.
Installeer de cartridges correct.
Installeer de cartridge C (kleur) in de linkerhouder en de cartridge B (zwart) in de rechterhouder.
416